Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 augustus 2006
gepubliceerd op 25 augustus 2006

Ministerieel besluit waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van het verplicht gebruik van de veiligheidsgordel en het kinderbeveiligingssysteem op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepaald

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014110
pub.
25/08/2006
prom.
22/08/2006
ELI
eli/besluit/2006/08/22/2006014110/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 AUGUSTUS 2006. - Ministerieel besluit waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van het verplicht gebruik van de veiligheidsgordel en het kinderbeveiligingssysteem op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepaald


De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 20 juli 1991, 5 augustus 2003 en 20 juli 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, inzonderheid op artikel 35.2.1, 4°, vroeger artikel 35.2.1, 6°, gewijzigd bij koninklijk besluit van 23 juni 1978 en 22 augustus 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 29 mei 1996 waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van de draagplicht van de veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepaald;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies nr. 40.193/4 van de Raad van State, gegeven op 3 april 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit strekt tot de omzetting van de Richtlijn 91/671/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels in voertuigen van minder dan 3,5 ton, gewijzigd door de Richtlijn 2003/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 april 2003.

Art. 2.1. De vrijstelling bedoeld in artikel 35.2.1, 4°, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer moet schriftelijk worden aangevraagd bij de « Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid - City Atrium - Vooruitgangstraat 56, 1210 Brussel ». 2. Bij de aanvraag moet een doktersattest gevoegd worden, afgeleverd door een door belanghebbende gekozen dokter.Dit attest moet overeenstemmen met het model van bijlage 1 tot dit besluit.

Art. 3.De vrijstelling stemt overeen met het model van bijlage 2 tot dit besluit.

Art. 4.1. De vrijstelling is strikt persoonlijk. 2. De titularis van de vrijstelling kan er een duplicaat van bekomen wanneer zij verloren, gestolen, vernietigd, beschadigd of onleesbaar is. Dit duplicaat moet schriftelijk worden aangevraagd op het in artikel 2.1 vermeld adres.

De beschadigde of onleesbare vrijstelling moet aan hetzelfde adres worden teruggezonden. 3. Indien de vrijstelling voor een beperkte termijn werd afgeleverd, moet zij aan het in artikel 2.1 vermeld adres worden teruggezonden binnen de acht dagen na het verstrijken van die termijn.

Art. 5.De vrijstellingen van de draagplicht van de veiligheidsgordel, uitgereikt vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven geldig.

Art. 6.Het ministerieel besluit van 29 mei 1996 waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstellingen van de draagplicht van de veiligheidsgordel op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepaald, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006.

Brussel, 22 augustus 2006.

R. LANDUYT

Bijlage I bij het ministeriel besluit van 22 augustus 2006 waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstelling van het verplicht gebruik van de veiligheidsgordel en het kinderbeveiligingssysteem op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepalald.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 augustus 2006.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage II bij het ministeriel besluit van 22 augustus 2006 waarbij de modaliteiten van afgifte en het model van de vrijstelling van het verplicht gebruik van de veiligheidsgordel en het kinderbeveiligingssysteem op grond van gewichtige medische tegenindicaties worden bepalald.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 22 augustus 2006.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^