VLAAMSE OVERHEID

Mobiliteit en Openbare Werken

21 MAART 2014. - Ministerieel besluit betreffende de vergunning voor en de evaluatie van het vervoer met langere en zwaardere slepen in het kader van een proefproject

De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Gelet op het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, artikel 5;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/12/2013 pub. 03/02/2014 numac 2014035086 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van vervoer met langere en zwaardere slepen in het kader van een proefproject sluiten betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van vervoer met langere en zwaardere slepen in het kader van een proefproject, artikel 11, 12, 15 en 18;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 februari 2014;

Gelet op advies 55.379/3 van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit: HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Agentschap Wegen en Verkeer: het intern verzelfstandigd agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 01/12/2005 numac 2005036483 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Infrastructuur type besluit van de vlaamse regering prom. 07/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036448 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap Wegen en Verkeer;2° besluit van 20 december 2013: het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 20/12/2013 pub. 03/02/2014 numac 2014035086 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van vervoer met langere en zwaardere slepen in het kader van een proefproject sluiten betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van vervoer met langere en zwaardere slepen in het kader van een proefproject;3° decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten: het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport;4° Departement Mobiliteit en Openbare Werken: het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid;5° proefproject: het proefproject, vermeld in artikel 4 van het decreet van 3 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/05/2013 pub. 13/06/2013 numac 2013035499 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport sluiten;6° werkdag: elke dag van de week, zaterdagen, zondagen en officiële feestdagen uitgesloten. HOOFDSTUK 2. - Algemene bepaling

Art. 2.Alle mededelingen aan en door de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder, het Agentschap Wegen en Verkeer en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken over de vergunning voor het vervoer met langere en zwaardere slepen worden uitsluitend via het LZV Portaal gedaan.

In het eerste lid wordt verstaan onder LZV Portaal: het elektronische informatiesysteem voor de ontsluiting en de uitwisseling van informatie over het proefproject voor het vervoer met langere en zwaardere slepen, geïntegreerd binnen de internetsite www.mobielvlaanderen.be. HOOFDSTUK 3. - Vergunningsprocedure

Art. 3.Op straffe van niet-ontvankelijkheid kunnen vergunningsaanvragen uiterlijk tot en met 1 juni 2014 worden ingediend.

Per aanvrager mogen maximaal vijf vergunningsaanvragen worden ingediend.

Art. 4.De vergunningsaanvraag bevat de volgende stukken en inlichtingen: 1° de identificatiegegevens van de aanvrager: de naam, het post- en mailadres en het ondernemingsnummer;2° de identificatiegegevens van de voertuigen voor het vervoer met langere en zwaardere slepen: de chassisnummers, de inschrijvingsnummers, de massa's, de afmetingen, de voertuigcombinaties en de beoogde maximale massa's in beladen toestand, zijnde meer of minder dan 44 ton;3° de identificatiegegevens van elke bestuurder van de langere en zwaardere slepen: de voor- en achternaam, het adres, de geboortedatum en het geslacht;4° de gegevens over het rijbewijs van elke bestuurder van de langere en zwaardere slepen: de overheid die het heeft uitgereikt, de datum en de plaats van afgifte, het nummer, de categorie of subcategorie waarvoor het is afgegeven, met de datum van afgifte en de uiterste geldigheidsdatum, de gegevens over de vakbekwaamheid, de bijkomende of beperkende vermeldingen en een verklaring op erewoord vanwege de bestuurder waarin hij bevestigt medisch en psychisch geschikt te zijn, geen verval van het recht tot sturen te hebben opgelopen gedurende drie jaar voor de vergunningsaanvraag en minimaal vijf jaar ervaring te hebben met het besturen van een vrachtwagencombinatie die een rijbewijs C+E vereist;5° een gedetailleerde beschrijving van de beoogde trajecten met langere en zwaardere slepen, zowel van de heenweg als van de terugweg als die niet identiek is;6° een gedetailleerde beschrijving van de goederen die vervoerd zullen worden: de aard, de verpakkingswijze, de omschrijving en de eventuele bijzondere kenmerken;7° een verklaring op erewoord vanwege een wettelijke vertegenwoordiger van de onderneming dat de te vervoeren goederen voordien niet via het spoor of de binnenvaart werden vervoerd. Als de aanvraag niet alle stukken of inlichtingen, vermeld in het eerste lid, bevat, deelt het Agentschap Wegen en Verkeer dat uiterlijk vijf werkdagen na de ontvangst van de aanvraag mee aan de aanvrager.

Als de vergunningsaanvraag niet bij het verstrijken van de termijn, vermeld in artikel 3, eerste lid, vervolledigd is met alle ontbrekende stukken en inlichtingen, verklaart het Agentschap Wegen en Verkeer de aanvraag onontvankelijk en brengt het de aanvrager daarvan op de hoogte.

Art. 5.Uiterlijk op 1 juli 2014 deelt het Agentschap Wegen en Verkeer de indieners van ontvankelijke vergunningsaanvragen de beslissing over de vergunningsaanvraag mee. HOOFDSTUK 4. - Vergunning

Art. 6.De vergunning vermeldt: 1° het nummer van de verleende vergunning;2° de identificatiegegevens van de vergunninghouder;3° de identificatiegegevens van de voertuigen die het vervoer met langere en zwaardere slepen zullen uitvoeren;4° de identificatiegegevens van de bestuurders van de langere en zwaardere slepen;5° een gedetailleerde beschrijving van de goederen die vervoerd zullen worden. Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, van het besluit van 20 december 2013 vermeldt de vergunning daarenboven: 1° de te volgen reisweg, inclusief de rijrichting;2° de duur van de vergunning;3° de maatregelen die genomen moeten worden om schade aan de verkeersinfrastructuur te voorkomen;4° de vergunde voertuigcombinaties;5° de gegevens die door de vergunninghouder verstrekt moeten worden, alsook de manier waarop ze meegedeeld moeten worden. HOOFDSTUK 5. - Wijziging van een vergunning

Art. 7.Het Agentschap Wegen en Verkeer kan op verzoek van de vergunninghouder de gegevens van de vergunning, vermeld in artikel 6, 2° tot en met 7°, wijzigen.De gegevens van de vergunning, vermeld in artikel 6, 6°, kunnen echter alleen gewijzigd worden in de gevallen, vermeld in artikel 10, eerste lid, van het besluit van 20 december 2013.

De aanvraag van de vergunninghouder bevat: 1° het nummer van de vergunning die het voorwerp uitmaakt van de wijzigingsaanvraag;2° de overeenkomstige stukken en inlichtingen, vermeld in artikel 4, eerste lid;3° als de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe bestuurder, een kopie van het bekwaamheidsattest, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het besluit van 20 december 2013;4° als de aanvraag betrekking heeft op een alternatief traject, stukken en inlichtingen tot staving van de gevallen, vermeld in artikel 10, eerste lid, van het besluit van 20 december 2013;5° de gegevens van de vergunning die geschrapt mogen worden. Als de wijzigingsaanvraag niet alle stukken of inlichtingen, vermeld in het tweede lid, bevat, deelt het Agentschap Wegen en Verkeer dat uiterlijk vijf werkdagen na de ontvangst van de aanvraag mee aan de aanvrager.

Uiterlijk tien werkdagen na de ontvangst van een ontvankelijke wijzigingsaanvraag verleent het Agentschap Wegen en Verkeer een aangepaste vergunning of deelt het de vergunninghouder de redenen mee waarom geen aangepaste vergunning kan worden verleend. Die termijn wordt verlengd tot vijftien werkdagen als de aanvraag betrekking heeft op de gegevens van de vergunning, vermeld in artikel 6, 6°. HOOFDSTUK 6. - Verplichtingen van de vergunninghouder

Art. 8.De vergunninghouder verbindt zich ertoe om tijdens de vergunningsperiode: 1° voor het vervoer met langere en zwaardere slepen uitsluitend een beroep te doen op bestuurders die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het besluit van 20 december 2013.Een kopie van het bekwaamheidsattest, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het voormelde besluit, moet in ieder geval voor de aanvang van het proefproject aan het Agentschap Wegen en Verkeer meegedeeld worden; 2° de in te zetten voertuigen in het kader van de evaluatie van het proefproject kosteloos ter beschikking te stellen, met toestemming om op kosten van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken alle nodige handelingen uit te voeren voor de plaatsing, de herstelling, de gegevensverwerking en de verwijdering van een datalogger en drie camera's die gericht zijn op de omgeving van de trekker;3° de voertuigen die uitgerust zijn met de datalogger en de camera's bij voorrang in te zetten om de dataverzamelingsperiode te beperken;4° maandelijks en uiterlijk tijdens de eerste week die volgt op het einde van de maand, alle gegevens mee te delen over de ingezette voertuigen en de voertuigcombinaties, de uitgevoerde ritten, met inbegrip van de datum, de plaats en het tijdstip van vertrek en aankomst, de vervoerde ladingen, met inbegrip van het brutogewicht en de aard van de belading, alle mogelijke incidenten, het brandstofverbruik en de naam van de bestuurder;5° de tachograafgegevens van de langere en zwaardere slepen mee te delen;6° twintig enkele ritten, heen of terug, met een langere en zwaardere sleep uit te voeren, alsook twintig enkele ritten, heen of terug, met een standaardvoertuigcombinatie op hetzelfde traject.De ritten met een standaardvoertuigcombinatie moeten uitgevoerd worden door een bestuurder die in het bezit is van het bekwaamheidsattest, vermeld in artikel 4, eerste lid, van het voormelde besluit van 20 december 2013; 7° onmiddellijk elk ongeval met letselschade waarbij een langere en zwaardere sleep betrokken is, te melden en op eenvoudig verzoek alle gevraagde gegevens daarover mee te delen;8° de betrokken bestuurders, alsook een operationeel verantwoordelijke, gedurende een halve dag kosteloos ter beschikking te stellen om input en medewerking te verlenen in focusgroepen;9° elke langere en zwaardere sleep uit te rusten met een kopie van de vergunning. HOOFDSTUK 7. - Evaluatiecommissie

Art. 9.De evaluatiecommissie wordt samengesteld uit twee vertegenwoordigers van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en twee vertegenwoordigers van het Agentschap Wegen en Verkeer.

De diensten, vermeld in artikel 15, tweede lid, van het besluit van 20 december 2013, alsook het Kennisplatform Binnenvaart Vlaanderen en de FOD Mobiliteit en Vervoer worden uitgenodigd om elk een vertegenwoordiger af te vaardigen in de evaluatiecommissie.

Voor de diensten, vermeld in artikel 15, tweede lid, 5° en 6°, van het voormelde besluit, mag de federale politie, de lokale politie evenals elke representatieve en erkende beroeps- en werknemersorganisatie van de transportsector een vertegenwoordiger afvaardigen.

Voor elke vertegenwoordiger wordt een plaatsvervanger aangewezen.

Art. 10.Op initiatief van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken vindt de eerste vergadering van de evaluatiecommissie plaats voorafgaand aan de aanvang van het proefproject, vermeld in artikel 15.

Tijdens die bijeenkomst stelt de evaluatiecommissie een reglement van interne werking op, waarin onder meer wordt bepaald: 1° de aanwijzing van een voorzitter;2° de wijze van bijeenroeping van de commissie;3° de wijze van beraadslaging;4° de wijze waarop het evaluatieverslag zal worden opgesteld;5° de wijze waarop de evaluatiecommissie een beroep kan doen op externe deskundigen.

Art. 11.De evaluatiecommissie vergadert ten minste om de zes maanden en telkens als een van de leden van de commissie daarom verzoekt.

Het secretariaat van de evaluatiecommissie wordt waargenomen door een personeelslid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

Art. 12.Tijdens de maand juni 2016 stelt de evaluatiecommissie een eindrapport op aan de hand van de parameters, vermeld in artikel 17 van het besluit van 20 december 2013. HOOFDSTUK 8. - Verlenging van het proefproject

Art. 13.In geval van verlenging van het proefproject worden de vergunninghouders daarvan onmiddellijk op de hoogte gebracht. Ze kunnen het Agentschap Wegen en Verkeer binnen een termijn van vijf werkdagen vanaf die kennisgeving verzoeken om hun vergunning te verlengen tot het einde van het proefproject.

Het Agentschap Wegen en Verkeer geeft binnen een termijn van vijf werkdagen vanaf de ontvangst van dat verzoek kennis van zijn beslissing tot verlenging of stopzetting van de vergunning. Deze beslissing gebeurt op basis van de beoordeling van de evaluatiecommissie.

In geval van verlenging past het Agentschap Wegen en Verkeer de geldigheidsduur van de vergunning aan.

Art. 14.In geval van verlenging van het proefproject zet de evaluatiecommissie zijn werkzaamheden voort zoals tijdens de eerste proefperiode.

Tijdens de maand juli 2018 stelt de evaluatiecommissie een eindrapport op aan de hand van de parameters, vermeld in artikel 17 van het besluit van 20 december 2013. HOOFDSTUK 9. - Slotbepaling

Art. 15.Het proefproject vangt aan op 1 juli 2014.

Brussel, 21 maart 2014.

De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, H. CREVITS