Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 21 februari 2001
gepubliceerd op 28 februari 2001

Ministerieel besluit tot vaststelling van de presentiegelden en de verplaatsingsvergoedingen van de leden van de algemene raad van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas

bron
ministerie van economische zaken
numac
2001011099
pub.
28/02/2001
prom.
21/02/2001
ELI
eli/besluit/2001/02/21/2001011099/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2001. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de presentiegelden en de verplaatsingsvergoedingen van de leden van de algemene raad van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas


De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en de Staatssecretaris voor Energie, Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 24, § 3, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de samenstelling en de werking van de algemene raad van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 oktober 2000, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 januari 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat voornoemde wetten van 29 april 1999 de omzetting in Belgisch recht beogen van de bepalingen van richtlijnen 96/92/EG en 98/30/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 19 december 1996 en van 22 juni 1998 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor elektriciteit en dat de oprichting van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas een onmisbare schakel is voor de inwerkingstelling van de bepalingen van voornoemde wetten van 29 april 1999; dat de algemene raad een van beide organen van die Commissie is en dat genoemde algemene raad onmiddellijk dient te worden opgericht; dat overeenkomstig artikel 4 van hoger genoemd koninklijk besluit van 3 mei 1999, de presentiegelden en de verplaatsingsvergoedingen moeten vastgesteld worden alvorens de leden van genoemde algemene raad samenkomen; dat rekening houdend met de omvang van het werk dat door genoemde algemene raad moet worden verricht met het oog op de uitvoering van de hervormingen van de gas- en elektriciteitsmarkten voorzien door voornoemde wetten van 29 april 1999, dit besluit zo spoedig mogelijk dient genomen te worden;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 31.253/1, gegeven op 8 februari 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluiten :

Artikel 1.§ 1. Onverminderd artikel 1, § 2, wordt aan de effectieve en plaatsvervangende leden van de algemene raad van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, hierna "de raad" genoemd, een presentiegeld toegekend van vijfduizend frank of 123,95 euro per zitting. De voorzitter van de raad krijgt een presentiegeld van zevenduizend frank of 173,53 euro per zitting.

Een zitting die onderbroken is en in de loop van dezelfde dag wordt voortgezet, wordt beschouwd als een enkele zitting. § 2. De afgevaardigden van het Controlecomité van de elektriciteit en het gas en van het directiecomité van de CREG die de vergaderingen van de algemene raad bijwonen, ontvangen noch presentiegeld, noch verplaatsingsvergoedingen. § 3. De presentiegelden worden door het secretariaat van de raad elk kwartaal gestort.

Art. 2.De bepalingen van artikel 1 zijn ook van toepassing op de deelneming aan de zittingen van de commissies en werkgroepen die door de raad zijn opgericht.

Art. 3.De bedragen van de presentiegelden bedoeld in artikel 1, § 1, zijn gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regels voorgeschreven door de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Deze bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex 124,36.

Art. 4.De verplaatsingsvergoedingen van de leden die deelnemen aan een zitting van de raad, van de commissies of de werkgroepen worden door het secretariaat van de raad berekend overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. Het gebruik van een fiets geeft recht op de vergoeding bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 20 april 1999 houdende toekenning van een vergoeding voor het gebruik van de fiets aan de personeelsleden van sommige federale overheidsdiensten.

Art. 5.De kosten van het afgelopen jaar inzake de betaling van presentiegelden en verplaatsingsvergoedingen worden elk jaar tijdens de eerste zitting ter goedkeuring voorgelegd aan de raad. Zij maken het voorwerp uit van een mededeling in het raam van het jaarverslag dat door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas wordt voorgesteld.

Brussel, 21 februari 2001.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en vervoer Mevr. I. DURANT De Staatssecretaris voor Energie O. DELEUZE

^