gepubliceerd op 27 oktober 2022
Ministerieel besluit betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed die worden gelijkgesteld aan de uitgaven onderworpen aan organieke regels
21 APRIL 2022. - Ministerieel besluit betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed die worden gelijkgesteld aan de uitgaven onderworpen aan organieke regels
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Begroting, Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, de artikelen 81, eerste lid, 82, derde lid en 83, eerste lid;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, de artikelen 50, § 2 en 76, § 3;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 februari 2021Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/02/2021 pub. 24/02/2021 numac 2021040519 bron brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit in toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed sluiten in toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed ;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 24 maart 2022;
Overwegende dat, voor de nieuw gecreëerde BA 03.006.32.01.5310 « Investeringspremies aan particulieren ter aanmoediging van de renovatie van privéwoningen en de woningsanering in het kader van het plan voor herstel en veerkracht (PHV - R-1.02) », de betalingen aan particulieren worden geregeld door en gespecifieerd in de artikels 162, § 1 en 163 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode (versie 2013), hierna de Huisvestingscode, en dat de regelgevende teksten met betrekking tot het geïntegreerd premiesysteem voor de renovatie, waarin de energiepremies, de premies voor de renovatie van het woonmilieu en de premies voor gevelverfraaiing volledig worden samengevoegd, in de loop van het eerste trimester van 2022 zullen worden goedgekeurd;
Overwegende dat, voor de BA 33.003.27.01.4322 « Subsidies aan de gemeenten voor de werkingskosten van de gemeentelijke overlegcommissies », de betalingen aan de gemeenten worden geregeld door en gespecifieerd in de artikels 9 en 10 van het Brussels Wetboek van 9 april 2004 van Ruimtelijke Ordening, hierna het BWRO, en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 mei 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 12/05/2011 pub. 27/05/2011 numac 2011031269 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de bedragen en de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, toegekend aan de gemeenten voor de werkingskosten van de gemeentelijke overlegcommissies sluiten tot vaststelling van de bedragen en de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, toegekend aan de gemeenten voor de werkingskosten van de gemeentelijke overlegcommissies;
Overwegende dat, voor de BA 33.003.27.02.4322 « Doorstortingen aan de gemeenten van 85% van de administratieve boetes en dadingen geïnd in de loop van het jaar N-1 in het kader van overtredingen van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening en toe te wijzen aan het fonds voor de opsporing, de vaststellingen en de vervolging van de stedenbouwkundige overtredingen (BFB 24) », de betalingen aan de gemeenten worden geregeld door en gespecifieerd in het artikel 2, 20° van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen;
Overwegende dat, voor de BA's 33.003.28.01.6321 « Investeringssubsidies aan de gemeenten met betrekking tot het gebruik van de stedenbouwkundige lasten toegekend voor de financiering van de handelingen en werken voor de verwezenlijking, de verbouwing of de renovatie van wegen, groene ruimten, openbare gebouwen, nutsvoorzieningen of woningen », 33.003.35.01.5210 « Investeringssubsidies aan privéverenigingen met betrekking tot het gebruik van de stedenbouwkundige lasten toegekend ... » et 33.003.43.01.6540 « Investeringssubsidies aan Beliris met betrekking tot het gebruik van de stedenbouwkundige lasten toegekend ... », de betalingen aan de begunstigden worden geregeld door en gespecifieerd in de artikels 100 en 112 van het BWRO en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2013 betreffende de stedenbouwkundige lasten die opgelegd worden bij de uitreiking van stedenbouwkundige vergunningen;
Overwegende dat, voor de BA 33.004.32.01.5310 « Investeringspremies aan particulieren voor gevelreiniging », de betalingen aan particulieren worden geregeld door en gespecifieerd in het artikel 163 van de Huisvestingscode, en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 2002 betreffende de toekenning van premies voor de verfraaiing van gevels;
Overwegende dat, voor de BA's 33.004.32.02.5310 « Investeringspremies aan particulieren ter aanmoediging van de renovatie van privéwoningen en de woningsanering » et 33.004.32.03.5310 « Investeringspremies aan particulieren ter aanmoediging van de renovatie van privéwoningen en de woningsanering in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19 », de betalingen aan particulieren worden geregeld door en gespecifieerd in het artikel 162, § 1van de Huisvestingscode, en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 oktober 2007 betreffende de toekenning van premies voor de renovatie van het woonmilieu;
Overwegende dat, voor de BA's met betrekking tot de investeringssubsidies voor werken tot het behoud van een beschermd goed en/of van het klein erfgoed, met name 33.005.20.01.5111 (overheidsbedrijven), 33.005.28.01.6321 (gemeenten), 33.005.28.02.6352 (OCMW's), 33.005.32.01.5310 (particulieren), 33.005.35.01.5210 (privéverenigingen), 33.005.39.01.5112 (privébedrijven), 33.005.54.01.6359 (gemeentelijke onderwijsinstellingen), 33.005.54.02.6524 (onderwijsinstellingen van de Franse Gemeenschap) en 33.005.54.03.6525 (onderwijsinstellingen van de Vlaamse Gemeenschap), de betalingen aan de begunstigden worden geregeld door en gespecifieerd in het artikel 240, §§ 1 en 2 van het BWRO, het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23 mei 2014 tot vaststelling van de voorwaarden voor het toekennen van een subsidie voor werken tot behoud van een beschermd goed en het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 juni 2010 tot vaststelling van de voorwaarden voor het toekennen van een subsidie voor werken tot behoud van het klein erfgoed;
Overwegende dat de bepalingen met betrekking tot de subsidies die in het huidige besluit worden bedoeld, hen een gereglementeerd karakter geven en dat hun juridisch kader een goed risicobeheer verzekert;
Overwegende dat deze gereglementeerde subsidies worden toegekend binnen de grenzen van de jaarlijkse begrotingskredieten;
Overwegende dat de tussenkomst van de controleorganen voor deze gereglementeerde subsidies geen grote meerwaarde betekent aangezien dit niet verenigbaar is met de realiteit en met de functionele behoeften met betrekking tot het beheer van de betreffende subsidies, en dat zij de controleorganen zou overbelasten ;
Overwegende dat, in toepassing van het artikel 4, § 4 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, de beginselen van doeltreffendheid, doelmatigheid en zuinigheid aanbevelen dat de betreffende subsidies zouden worden beheerd volgens de procedure die van toepassing is op de organieke subsidies of volgens de afwijkende procedure;
Overwegende dat deze afwijking gepaard gaat met een risicobeheersing die wordt verzekerd en aangetoond door de beherende administratieve diensten, Besluit :
Artikel 1.In toepassing van het artikel 50, § 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, hierna het besluit, is het advies van de Inspectie van Financiën niet vereist voor de uitgaven, gelijkgesteld aan de organieke uitgaven, die aangerekend worden op de volgende basisallocaties uit de begroting van de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed: 03.006.32.01.5310; 33.003.27.01.4322; 33.003.27.02.4322; 33.003.28.01.6321; 33.003.35.01.5210; 33.003.43.01.6540; 33.004.32.01.5310; 33.004.32.02.5310; 33.004.32.03.5310; 33.005.20.01.5111; 33.005.28.01.6321; 33.005.28.02.6352; 33.005.32.01.5310; 33.005.35.01.5210; 33.005.39.01.5112; 33.005.54.01.6359; 33.005.54.02.6524; 33.005.54.03.6525.
Art. 2.In toepassing van het artikel 63, 1ste lid, 1° van het besluit, zijn de aangelegenheden die niet voor voorafgaandelijk advies aan de Inspectie van Financiën moeten worden voorgelegd, ook vrijgesteld van het akkoord van de Minister van Begroting.
Art. 3.Teneinde een doeltreffende en efficiënte opvolging te verzekeren van de uitgaven die aangerekend worden op de basisallocaties hernomen in artikel 1 van dit besluit, ten behoeve van de bevoegde Minister en van de Minister van Begroting, zijn volgende begeleidende maatregelen noodzakelijk: 1° de onverwijlde overmaking aan de Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting van een trimestriële lijst van de vastleggingen die specifiek is voor ieder uitgaventype en die alle elementen bevat die bijdragen tot de vaststelling van de rechten van de begunstigden door de ordonnateur;2° de regelmatige overmaking aan de lnspectie van Financiën van een steekproef van dossiers voor een a posteriori controle in de gevallen die de lnspectie van Financiën motiveert. De GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed wordt belast met de onverwijlde uitvoering van bovenvermelde begeleidende maatregelen. De Inspectie van Financiën, de cel Begrotingscontrole van de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de GOB, de bevoegde Minister en de Minister van Begroting worden hierover onverwijld ingelicht.
Art. 4.De Directeur-generaal van Brussel Financiën en Begroting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel wordt ermee belast een afschrift van dit besluit te bezorgen aan de bevoegde Minister, het bevoegde Bestuur, het Rekenhof, het Parlement, de Inspectie van Financiën, de Controleurs van de vastleggingen en vereffeningen, de directie Boekhouding en de dienst Begroting, Begrotingscontrole en Beheerscontrole van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
Art. 5.Het ministerieel besluit van 1 februari 2021Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 01/02/2021 pub. 24/02/2021 numac 2021040519 bron brussels hoofdstedelijk gewest Ministerieel besluit in toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed sluiten in toepassing van het artikel 39, 2de lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 juli 2006 betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, betreffende bepaalde subsidies die worden beheerd door de GOB Brussel Stedenbouw en Erfgoed wordt opgeheven.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking vanaf de datum van de ondertekening door de Minister van Begroting.
Brussel, 21 april 2022.
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Begroting, S. GATZ