gepubliceerd op 05 september 2016
Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen
20 JULI 2016. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen
De Minister van Justitie, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 259bis-9, § 3, ingevoegd bij de
wet van 22 december 1998Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
22/12/1998
pub.
02/02/1999
numac
1999009006
bron
ministerie van justitie
Wet tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem
sluiten en gewijzigd bij de wet van 31 januari 2007;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 mei 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 04/05/2006 pub. 12/05/2006 numac 2006009331 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen sluiten houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen;
Gelet op het besluit van de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie van 11 mei 2016 waarbij het programma voor het mondelinge evaluatie-examen wordt goedgekeurd, Besluit :
Artikel 1.Het programma van het mondelinge evaluatie-examen bedoeld in artikel 259bis-9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie samengekomen op 19 april 2016 en goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 11 mei 2016, gevoegd als bijlage bij dit besluit, wordt bekrachtigd.
Art. 2.Het ministerieel besluit van 4 mei 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 04/05/2006 pub. 12/05/2006 numac 2006009331 bron federale overheidsdienst justitie Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen sluiten houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 20 juli 2016.
K. GEENS
Bijlage HOGE RAAD VOOR DE JUSTITIE Programma van het mondelinge evaluatie-examen Voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie in haar vergadering van 19 april 2016 Goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 11 mei 2016
Artikel 1.Het mondelinge evaluatie-examen omvat een gesprek met twee verhoorgroepen samengesteld binnen de bevoegde benoemings- en aanwijzingscommissie.
De eerste verhoorgroep wordt belast met het toetsen van de juridische kennis van de kandidaat alsook zijn analyse- en redeneervermogen.
Voor het gesprek met deze groep heeft de kandidaat de keuze uit vier materies : - burgerlijk recht, met inbegrip van gerechtelijk recht; - economisch en handelsrecht, met inbegrip van gerechtelijk recht; - strafrecht, met inbegrip van strafprocesrecht; - sociaal recht, met inbegrip van gerechtelijk recht.
De kandidaat vermeldt zijn keuze in zijn aanvraag tot deelname aan het examen.
Tijdens het gesprek mag hij zijn wetboeken meebrengen.
Een tweede groep wordt belast met het toetsen van de motivatie van de kandidaat, van de wijze waarop hij zijn toekomstige beroepsloopbaan ziet en van zijn vaardigheden om de functie van magistraat uit te oefenen (onder meer integriteit, besluitvaardigheid en zin voor synthese, collegialiteit en teamgeest, empathisch vermogen en sociale vaardigheid, zelfbeheersing, openheid van geest, engagement, uitdrukkingsvaardigheid, aanpassingsvermogen, zin voor organisatie ...).
Art. 2.Voorafgaand aan het mondelinge evaluatie-examen kan de kandidaat aan psychologische tests worden onderworpen.
Deze tests, die worden toevertrouwd aan externe deskundigen, omvatten een cognitief-analytische test en/of een persoonlijkheidstest.
De resultaten van de tests zullen worden gevalideerd in het kader van een gesprek met de kandidaat. Zij worden nadien in een verslag verwerkt dat als bron dient van bijkomende informatie voor de verhoorgroepen.
Art. 3.Na de gesprekken beraadslaagt de benoemings- en aanwijzingscommissie op basis van de verslagen van de twee verhoorgroepen, het advies van de vertegenwoordiger van de balie die is aangewezen door de Orde van advocaten van het arrondissement waar de kandidaat advocaat is of was, en eventueel het advies van de korpschef van het rechtscollege waar de kandidaat plaatsvervangend rechter of plaatsvervangend raadsheer is.
Art. 4.Bekomen het evaluatiegetuigschrift voor de uitoefening van een gerechtelijke functie als bedoeld in artikelen 187, 190 en 194 van het Gerechtelijk Wetboek, de kandidaten van wie de benoemings- en aanwijzingscommissie meent, met een meerderheid van drie vierde van de stemmen, dat ze geslaagd zijn voor het mondelinge evaluatie-examen.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 20 juli 2016 houdende de bekrachtiging van het programma van het mondelinge evaluatie-examen.
De Minister van Justitie, K. GEENS