gepubliceerd op 09 september 2005
Ministerieel besluit tot bepaling van de betalingswijze van de in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalde retributies
20 JULI 2005. - Ministerieel besluit tot bepaling van de betalingswijze van de in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalde retributies
De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 5 augustus 2003, artikel 26, vervangen bij de wet van 9 juli 1976, artikel 27, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet 18 juli 1990 en artikel 47, vervangen bij de wet van 9 juli 1976;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, inzonderheid op artikel 61, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2005, artikel 62, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 en van 20 juli 2005 en artikel 71, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 december 2001 en van 20 juli 2005;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 maart 1998 tot bepaling van de modellen van de documenten bedoeld in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 maart 2005;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 februari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 15 juni 2005;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat, de Ministerraad van 13 mei 2005 heeft beslist dat de afschaffing van de fiscale zegels voor de rijbewijzen in werking treedt op 1 januari 2006.
Het is van het grootste belang voor de steden en de gemeenten - die belast zijn met de uitreiking en het beheer van de rijbewijzen - dat zij zo snel mogelijk maatregelen kunnen nemen noodzakelijk voor de toepassing van de nieuwe betalingsmodaliteiten binnen hun diensten.
Deze voorbereidingen kunnen enkel worden getroffen nadat de steden en de gemeenten kennis hebben genomen van de reglementering die de nieuwe betalingsmodaliteiten en procedure vastlegt;
Gelet op het advies nr. 38.665/4 van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2005, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.De aanvrager betaalt de in artikel 61, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, bepaalde retributies aan de in artikel 7 van hetzelfde besluit bepaalde overheid, in contanten, door middel van overschrijving of elektronische betaling. Dezelfde overheid beslist autonoom over de betalingswijze van de retributies.
De retributies betreffende de verzoekschriften aan de beroepscommissie worden echter betaald door middel van overschrijving op het rekeningnummer 679-2006010-50 van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, overeenkomstig de instructies van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Art. 2.De in artikel 7, tweede lid, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bedoelde overheid betaalt, in de loop van de maand januari en van de maand juli, de in artikel 1, lid 1, bedoelde retributies van de zes voorgaande maanden, na inhouding van de overeenkomstig artikel 62, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs haar toegekende sommen, door middel van overschrijving op het rekeningnummer 679-2003008-55 van de Federale Overheidsdienst Financiën, overeenkomstig de instructies van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
De in artikel 7, tweede lid, 3°, van hetzelfde besluit bedoelde overheid betaalt, in de loop van de maand januari en van de maand juli, de in artikel 1, lid 1, bedoelde retributies van de zes voorgaande maanden, door middel van overschrijving op het rekeningnummer 679-2003008-55 van de Federale Overheidsdienst Financiën, overeenkomstig de instructies van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
De in het eerste en tweede lid bedoelde overschrijving gebeurt een eerste maal vóór 31 juli 2006 voor de retributies ontvangen van 1 januari 2006 tot 30 juni 2006, een tweede maal vóór 31 januari 2007 voor de retributies ontvangen van 1 juli 2006 tot 31 december 2006.
Art. 3.Met dezelfde periodiciteit als deze voorzien voor de betalingen, vermeld in artikel 2, deelt de in artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bedoelde overheid aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer de inlichtingen mee bedoeld in artikel 62, §2 van hetzelfde besluit.
Art. 4.De kandidaat betaalt het in artikel 71, tweede lid, van het besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, bedoelde inschrijvingsrecht door middel van overschrijving op het rekeningnummer 679-2006010-50 van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, overeenkomstig de instructies van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Art. 5.In afwijking van de bepalingen van artikel 1, eerste lid, kunnen de retributies voorzien in artikel 61, eerste lid, van het koninklijk besluit van 23 maart betreffende het rijbewijs, binnen de maand te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, nog betaald worden door middel van plakzegels van het type dat voorgeschreven is voor de inning van zegelrechten.
Art. 6.De in artikel 1, van het ministerieel besluit van 27 maart 1998 tot bepaling van de modellen van de documenten bedoeld in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, bepaalde bijlagen 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9 en 11 worden vervangen door de bijlagen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 bij dit besluit.
Art. 7.Bij wijze van overgang wordt de, overeenkomstig artikel 62, §1, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs aan de gemeenten toegekende som voor de documenten waarvoor de retributies werden betaald in fiscale zegels overeenkomstig artikel 5, teruggestort door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Met het oog op de toepassing van het eerste lid, deelt de burgemeester of zijn gemachtigde, in de loop van de maand maart 2006, aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, het aantal voorlopige rijbewijzen, leervergunningen, rijbewijzen en duplicaten van deze documenten mee alsmede het aantal internationale rijbewijzen, die hij afgegeven heeft, met vermelding van de nummers van de vermelde documenten.
Aan die lijst voegt hij de stroken toe van de aanvraagformulieren waarop fiscale zegels gekleefd zijn en eventueel de onbruikbaar geworden rijbewijzen, internationale rijbewijzen, voorlopige rijbewijzen en leervergunningen.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.
Brussel, 20 juli 2005.
R. LANDUYT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld