20 DECEMBER 2007. - Ministerieel besluit tot bepaling van het aantal betaalde uren dat voor subsidie in aanmerking genomen wordt

De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, Gelet op de ordonnantie van 7 november 2002 betreffende de centra en de diensten voor Bijstand aan personen, inzonderheid op artikelen 15 en 16;

Gezien het besluit van het Verenigd College van 25 oktober 2007 betreffende de erkenning en de subsidiëringwijze van de diensten voor thuiszorg, inzonderheid op artikel 39, laatst lid;

Gelet op het advies van de afdeling instellingen en diensten voor het gezin en de sociale hulpverlening van de Adviesraad voor Gezondheids- en Welzijnszorg van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, gegeven op 13 december 2007 en bekrachtigd door het Bureau op 17 december 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de verschillende genomen maatregelen met het oog op de subsidiëring van de diensten voor thuiszorg uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2008, dat derhalve de betrokken diensten daarvan onverwijld in kennis dienen te worden gesteld, Besluiten :

Artikel 1.Onder bezoldigde uren die voor subsidiëring in aanmerking worden genomen, wordt verstaan : 1. de aan huis gepresteerde uren, zoals bepaald bij het ministerieel besluit van 20 december 2007 tot bepaling van de urenquota voor 2008 voor de gezins- of bejaardenhulpen en de huishoudelijke hulpen van de diensten voor thuiszorg;2. de uren van de vorming van het personeel, op basis van minimum twintig en maximum dertig uren, per gezinshulp, bejaardenhulp of poetshulp en per volledig jaar en in verhouding tot het arbeidsregime;3. de uren van teamvergaderingen, op basis van minimum achtenveertig uren en maximum twee en zeventig uren, per gezinshulp, bejaardenhulp of poetshulp, regelmatig verdeeld over het jaar;4. de uren van verplaatsingen van de gezinshulpen, behaardenhulpen of poetshulpen, op basis van maximum twee keer een kwartier per dag, per hulp.

Art. 2.Dit besluit treedt in erking op 1 januari 2008.

Art. 3.De Leidend Ambtenaar van de Diensten van het Verenigd College wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 december 2007.

Voor het Verenigd College : De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, P. SMET