gepubliceerd op 05 januari 2002
Ministerieel besluit tot bepaling van de tarieven voor uitzonderlijke opdrachten van bestuurlijke politie in het kader van het beveiligd waardevervoer
19 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit tot bepaling van de tarieven voor uitzonderlijke opdrachten van bestuurlijke politie in het kader van het beveiligd waardevervoer
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, gewijzigd bij de wet van 2 april 2001, inzonderheid op artikel 115, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 2001 houdende regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardevervoer, inzonderheid op artikel 19, § 2;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 september 2001;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 november 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels betreffende het aanvragen en de betaling van door de federale politie uitgevoerde uitzonderlijke taken van bestuurlijke politie, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Dat het toenemend aantal drieste overvallen op waardetransporten, uitgevoerd op het grondgebied van de nationale luchthaven, heeft geleid tot grote sociale onrust; dat de sociale onrust van die aard is dat diverse luchtvaartmaatschappijen een embargo op de waardetransporten hebben afgekondigd; dat de Ministerraad op 19 juli 2001 beslist heeft dat er dringend bijkomende veiligheidsmaatregelen moeten genomen worden teneinde de veiligheid te waarborgen en de sociale rust te herstellen;
Dat de belangrijkste bijkomende veiligheidsmaatregel berust op artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 21 juni 2001 houdende regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardevervoer, dat verwijst naar artikel 115, § 2 van de wet 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (bijzondere politiebescherming);
Dat het koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regels betreffende het aanvragen en de betaling van door de federale politie uitgevoerde uitzonderlijke taken van bestuurlijke politie nadere uitvoering behoeft;
Dat een beroep op het voornoemd artikel 115, § 2, immers slechts mogelijk is nadat de Minister van Binnenlandse Zaken de tarieven die per personeelslid en voor het gebruik van specifieke middelen dienen aangerekend te worden, bepaald heeft;
Dat dit ministerieel besluit dan ook eveneens bij uiterste hoogdringendheid dient genomen te worden, Besluit :
Artikel 1.De tarieven, zoals bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 3 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels betreffende het aanvragen en de betaling van door de federale politie uitgevoerde uitzonderlijke taken van bestuurlijke politie zijn, voor wat betreft het toezicht bij en de begeleiding van waardetransporten, zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 21 juni 2001 houdende regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardevervoer, de volgende zijn : 1° de eenheidsprijs per ingezette politieambtenaar bedraagt 31,54 EUR per uur;2° de eenheidsprijs per ingezet voertuig bedraagt 22,93 EUR per uur. Deze bedragen worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01.
De op de rittenbladen ingeschreven uren van begin en einde van de politieprestaties vermeerderd met anderhalf uur, zijn bepalend voor de aanrekening van de prestaties. Wanneer het aantal uren weekprestaties een uurgedeelte gelijk aan of meer dan dertig minuten omvat, wordt dit gedeelte naar het volgende uur afgerond; in het tegenovergestelde geval wordt er geen rekening mee gehouden.
Art. 2.Artikel 1, laatste alinea, is niet van toepassing voor de prestaties van de federale politie uitgevoerd op het grondgebied van de luchthavens.
In dit geval bedraagt de aangerekende duurtijd van de prestaties van de federale politie minstens één uur.
Art. 3.Voor de periode van de dag van inwerkingtreding van dit ministerieel besluit tot 31 december 2001, gelden in de plaats van de bedragen van 31,54 EUR en 22,93 EUR, vermeld in artikel 1, de bedragen van 1 273 en 925 Belgische frank.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2002, met uitzondering van de opdrachten die op het grondgebied van de luchthavens worden uitgevoerd, waarvoor het uitwerking heeft vanaf 1 september 2001.
Brussel, 19 december 2001.
A. DUQUESNE