Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 18 oktober 2012
gepubliceerd op 06 november 2012

Ministerieel besluit houdende de weigering van de erkenning van 79 YEARS FOR LIFE BVBA als uitzendbureau

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2012031756
pub.
06/11/2012
prom.
18/10/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


18 OKTOBER 2012. - Ministerieel besluit houdende de weigering van de erkenning van 79 YEARS FOR LIFE BVBA als uitzendbureau


De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, Gelet op de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 12/07/2012 pub. 01/10/2012 numac 2012031704 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de uitvoering van de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende de uitvoering van de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 16;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 18/07/2000 pub. 04/08/2000 numac 2000031263 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering sluiten tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, zoals tot op heden gewijzigd, artikel 5, 23° ;

Gelet op de hoorzitting door de adviescommissie inzake arbeidsbemiddeling op 27 juni 2012;

Gelet op het eensluidend ongunstige advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 20 september 2012;

Overwegende de aanvraag tot erkenning als privé-tewerkstellingsagentschap voor de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten, ingediend door 79 YEARS FOR LIFE op 6 maart 2012;

Overwegende dat het verrichten van activiteiten van terbeschikkingstelling van uitzendkrachten tot 30 september 2012 werd geregeld door de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat het verrichten van activiteiten van terbeschikkingstelling van uitzendkrachten sinds 1 oktober 2012 wordt geregeld door de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Overwegende dat, na onderzoek van het dossier van de vennootschap, de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot de slotsom komt dat de wettelijke voorwaarden voor een erkenning als uitzendbureau in de huidige stand van zaken niet vervuld zijn;

Overwegende inderdaad dat krachtens artikel 7, § 2, 4° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 houdende de uitvoering van de ordonnantie van 26 juni 2003 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de persoon die er de professionele verantwoordelijkheid draagt, of minstens een van zijn aangestelden of lasthebbers, dient te voldoen aan minstens een van de volgende voorwaarden inzake vakbekwaamheid : - beschikken over minstens vijf jaar professionele ervaring in een verantwoordelijke betrekking op het gebied van bemiddeling van uitzendkrachten; - houder zijn van een diploma of een getuigschrift van het hoger onderwijs bestaande uit minstens één cyclus en beschikken over minstens twee jaar professionele ervaring in een verantwoordelijke betrekking inzake de terbeschikkingstelling van uitzendkrachten;

Overwegende dat krachtens artikel 8, 2° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 12/07/2012 pub. 01/10/2012 numac 2012031704 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende de uitvoering van de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest sluiten houdende de uitvoering van de ordonnantie van 14 juli 2011 betreffende het gemengd beheer van de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de persoon die er de professionele verantwoordelijkheid draagt, of minstens een van zijn aangestelden of lasthebbers, dient te voldoen aan minstens een van de volgende voorwaarden inzake vakbekwaamheid : a) beschikken over minstens vijf jaar beroepservaring in een verantwoordelijke functie op het vlak van dienstverlening van uitzendarbeid;b) houder zijn van een masterdiploma of een daarmee gelijkgesteld diploma en beschikken over minstens twee jaar beroepservaring in een verantwoordelijke functie op het vlak van dienstverlening van uitzendarbeid of op het vlak van personeels- of bedrijfsbeheer; Overwegende dat het curriculum vitae van de aanvrager noch dat van enige reeds aangeworven persoon overeenkomstig het oordeel van de Raad voldeed aan de voorwaarden van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, § 2, 4° van het gezegde besluit van 15 april 2004;

Overwegende dat het curriculum vitae van de aanvrager noch dat van enige reeds aangeworven persoon voldoet aan de voorwaarden van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 8, 2° van het gezegde besluit van 12 juli 2012;

Overwegende dat de vennootschap, om erkend te worden als uitzendbureau, krachtens artikel 6, § 2, 6. van de gezegde ordonnantie van 26 juni 2003, de sociale en fiscale wetten moet naleven, alsook de collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot de bij deze ordonnantie bedoelde tewerkstellingsactiviteiten;

Overwegende dat de vennootschap, om erkend te worden als uitzendbureau, krachtens artikel 8, 8° van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011, het geldende arbeids-, socialezekerheids-, vennootschaps-, handels- en fiscale recht, en de van kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten moet eerbiedigen;

Overwegende dat het advies van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 20 september 2012 aantoont dat artikel 37 van het arbeidsreglement van de vennootschap bepalingen bevat die strijdig zijn met artikel 8, § 6quater van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, alsook met de algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 89 van 30 januari 2007 betreffende de diefstalpreventie en de uitgangscontroles van werknemers bij het verlaten van de onderneming of de werkplaats;

Overwegende bovendien dat uit het administratief dossier van de aanvraag is gebleken dat de vennootschap de kandidaat-werknemers selecteert op grond van een geneeskundig getuigschrift;

Overwegende nochtans dat overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 15 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/2010 pub. 28/12/2010 numac 2010202967 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten sluiten tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten, de voorafgaandelijke gezondheidsbeoordeling van uitzendkrachten afhankelijk dient te worden gemaakt van de werkpostfiche die daartoe door de gebruiker moet worden opgesteld en overgemaakt aan het uitzendbureau;

Overwegende dat de Raad van oordeel is dat de bedoelde praktijk indruist tegen artikel 6, § 2, 6. van de gezegde ordonnantie van 26 juni 2003;

Overwegende dat de bedoelde praktijk indruist tegen artikel 8, 8° van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011;

Overwegende dat de uitzendbureaus bij het verrichten van hun activiteiten krachtens artikel 4, 4. van de gezegde ordonnantie van 26 juni 2003, ertoe gehouden zijn zich aan te passen aan de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het verwerken van de persoonsgegevens en zich bij de gegevensverzameling te beperken tot vragen over de beroepskwalificatie en -ervaring van de betrokken werkzoekenden en over alle andere onmiddellijk relevante gegevens;

Overwegende dat de uitzendbureaus bij het verrichten van hun activiteiten krachtens artikel 6, 4° van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011, ertoe gehouden zijn de bepalingen na te leven van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluiten, en zich bij de verwerking van persoonsgegevens van de werkzoekende te beperken tot vragen over zijn beroepskwalificatie en -ervaring en over andere rechtstreeks relevante gegevens;

Overwegende dat de Raad van oordeel is dat de voormelde praktijk indruist tegen artikel 4, 4. van de gezegde ordonnantie van 26 juni 2003;

Overwegende dat de voormelde praktijk indruist tegen artikel 6, 4° van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011;

Overwegende andermaal dat uit het administratief dossier van de aanvraag is gebleken dat de vennootschap kandidaat-werknemers selecteert op grond van een geneeskundig getuigschrift;

Overwegende dat de uitzendbureaus bij het verrichten van hun activiteiten krachtens artikel 4, 2. van de gezegde ordonnantie van 26 juni 2003, ertoe gehouden zijn de bepalingen na te leven van de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling;

Overwegende dat de uitzendbureaus bij het verrichten van hun activiteiten krachtens artikel 6, 2° van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011, ertoe gehouden zijn de bepalingen na te leven van de ordonnantie van 4 september 2008 betreffende de strijd tegen discriminatie en de gelijke behandeling op het vlak van de tewerkstelling;

Overwegende dat elke rechtstreekse of onrechtstreekse discriminatie van een werkzoekende op grond van zijn huidige of toekomstige gezondheidstoestand krachtens artikel 7, § 1 van de gezegde ordonnantie van 4 september 2008 verboden is voor elke private organisatie of elke persoon die activiteiten aanbiedt op het vlak van arbeidsbemiddeling;

Overwegende dat de Raad van oordeel is dat de voormelde praktijk indruist tegen artikel 4, 2. van de gezegde ordonnantie van 26 juni 2003;

Overwegende dat de voormelde praktijk indruist tegen artikel 6, 2° van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011;

Overwegende ten laatste male dat uit het administratief dossier van de aanvraag is gebleken dat de vennootschap kandidaat-werknemers selecteert op grond van een geneeskundig getuigschrift;

Overwegende dat de uitzendbureaus bij het verrichten van hun activiteiten krachtens artikel 6, 15° van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011, ertoe gehouden zijn sinds 1 oktober 2012 geen medische gegevens van de werkzoekende in te winnen, die niet overeenstemmen met een vereiste verbonden aan de functie in de werkaanbieding;

Overwegende dat de voormelde praktijk indruist tegen artikel 6, 15° van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011;

Overwegende daarenboven dat uit het administratief dossier van de aanvraag is gebleken dat de vennootschap zich al sinds de maand september 2012 voorstelt als uitzendbureau, niettegenstaande tijdens de hoorzitting van 27 juni 2012 door de Raad was gewezen op de onwettigheid van haar bedrijvigheid;

Overwegende inderdaad dat krachtens artikel 6, § 1 van de gezegde ordonnantie van 26 juni 2003 geen enkel uitzendbureau tewerkstellingsactiviteiten mag uitoefenen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zonder te zijn erkend;

Overwegende inderdaad dat krachtens artikel 7 van de gezegde ordonnantie van 14 juli 2011, alleen het daartoe vooraf erkende uitzendbureau diensten van uitzendarbeid mag verstrekken;

Overwegende dat de aanvraag de voorwaarden tot erkenning als uitzendbureau niet vervult;

Overwegende dat de aanvrager bijgevolg niet aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, Besluit : Enig artikel. 79 YEARS FOR LIFE BVBA, Louizalaan 191, te 1050 Brussel, wordt niet erkend als uitzendbureau voor de uitoefening van de activiteit van terbeschikkingstelling van uitzendkrachten.

Brussel, 18 oktober 2012.

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek, B. CEREXHE

^