16 NOVEMBER 2006. - Ministerieel besluit houdende regeling van de postvergoedingen van de ambtenaren van de FOD Justitie die toegevoegd worden aan een diplomatieke post of die een missie van lange duur in het buitenland vervullen

De Minister van Justitie, Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 1967, 2 maart 1989, 20 juli 2000, 5 september 2002 en 3 augustus 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, inzonderheid op artikel 108, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit 4 augustus 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 juli 2005;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 29 augustus 2006;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 18 september 2006;

Gelet op het protocol nr. 314 van 6 november 2006 van het Sectorcomité III Justitie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het gegeven dat de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de postvergoedingen van de ambtenaren die niet tot deze FOD behoren, niet meer voor zijn rekening kan nemen, zodat elke minister deze materie zelf moet regelen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toevoeging aan een diplomatieke post

Artikel 1.§ 1. Aan de ambtenaren van de FOD Justitie die toegevoegd zijn aan een diplomatieke zending in de zin van artikel 17 van het koninklijk besluit van 3 juni 1999 houdende het organiek reglement van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking, wordt een postvergoeding toegekend. § 2. De postvergoeding is een vergoeding die wordt toegekend aan de ambtenaren op post ter compensatie van de kosten die het gevolg zijn van het uitoefenen van een bepaalde functie op post, met inbegrip van het representatief karakter van deze functie, en dit voorzover deze kosten niet vergoed worden door een andere vergoeding. § 3. De postvergoeding is samengesteld uit : a) forfaitaire gedeelte, niet te rechtvaardigen, met als elementen : Mobiliteitsvergoeding; Standplaatsvergoeding;

Passieve representatievergoeding;

Verwijderingsvergoeding;

Hardshipvergoeding. b) voorschotten op de kosten voor actieve representatie met als elementen : ontvangsten (voor elkeen), huispersoneel en ambtswagen (voor posthoofden). § 4. Bij de berekening van de verschillende vergoedingen die samen de postvergoeding uitmaken, wordt een huwelijks of samenwoningcoëfficiënt toegepast voor de ambtenaren op post die gehuwd zijn of wettelijk samenwonen in de zin van de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek op voorwaarde dat de partner ten minste acht maanden per kalenderjaar met de ambtenaar op post verblijft en zelf geen postvergoeding verkrijgt van een Federale Overheidsdienst. § 5 Voor de berekening van de postvergoeding worden de kinderen voor wie uit hoofde van de tewerkstelling van de ambtenaar die de postvergoeding krijgt, kinderbijslag wordt betaald in aanmerking genomen.

Art. 2.§ 1. De postvergoeding wordt afgestemd op deze die de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking effectief gebruikt voor zijn ambtenaren.

Dit systeem wordt in een intern reglement voor de FOD Justitie vertaald. § 2. Voor de berekening van de postvergoeding worden de ambtenaren die recht hebben op een postvergoeding, ingedeeld in zes categorieën : * Categorie 1 : - de statutaire ambtenaren van klasse A5, op post in het buitenland. * Categorie 2 : - de statutaire ambtenaren van klasse A5, op post in België. * Categorie 3 : - de statutaire ambtenaren van klasse A4; - de statutaire ambtenaren A3 op post in het buitenland. * Categorie 4 : - de statutaire ambtenaren van klasse A2 en A1 in het buitenland; - de statutaire ambtenaren van klasse A3 in België. * Categorie 5 : - de statutaire ambtenaren van klasse A2 en A1 in België - de statutaire ambtenaren van niveau B in het buitenland. * Categorie 6 : - de statutaire ambtenaren van niveau B in België - de statutaire ambtenaren van niveau C.

Art. 3.§ 1. De levensduurtecoëfficiënt is de mathematische uitdrukking van het verschil in levensduurte ten opzichte van België en tussen de posten onderling.

De levensduurtecoëfficiënt voor de posten in België is vastgesteld op 1. § 2. De verwijderingsvergoeding vergoedt de kosten van de verwijdering die niet of niet volledig gedekt zijn door de andere forfaitaire vergoedingen, en dit in verhouding tot de afstand tot en de bereikbaarheid van de post, de reisduur en -mogelijkheden en de kostprijs van de verplaatsing.

Om de verwijderingvergoeding te berekenen, worden alle posten ingedeeld in vijf rangen van verwijdering. § 3. Om de hardshipvergoeding te berekenen, worden alle posten ingedeeld in zes rangen van hardship waarbij rang 1 de rang is met de laagste hardship en rang 6 de rang met de hoogste hardship. § 4. De levensduurtecoëfficiënt en de rangen van hardship en verwijdering van de posten waarbij ambtenaren van de FOD Justitie gedetacheerd worden, worden vastgesteld overeenkomstig de ter zake geldende reglementering bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. § 5. De mobiliteitsvergoeding wordt toegekend aan alle agenten op post omdat zij geroepen zijn te verhuizen van de administratie en vice versa. § 6. De standplaatsvergoeding wordt toegekend aan alle agenten op post omdat zij geroepen zijn zich in het buitenland te vestigen om er bepaalde functies uit te oefenen. § 7. De passieve representatievergoeding wordt toegekend aan alle agenten om hen toe te laten op post een representatiefunctie te kunnen uitoefenen. Die vergoeding omvat de kosten die niet vallen onder de verplichtingen van de representatie gedekt door de actieve representatievergoeding. § 8. De actieve representatie omvat de voorschotten voor ontvangsten bedoeld om de kosten te dekken van de ontvangsten die de ambtenaar en/of haar/zijn partner organiseert of waaraan de ambtenaar en/of haar/zijn partner deelneemt uit hoofde van de functie die de ambtenaar uitoefent. § 9. De basisbedragen van de vergoedingen onder § 4 tot § 8 worden vastgesteld overeenkomstig de ter zake geldende reglementering bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-samenwerking.

Art. 4.§ 1 Het basisbedrag van de mobiliteitsvergoeding wordt vermenigvuldigd met de levensduurtecoëfficiënt van de post en vermeerderd met 25 % voor de gehuwde of samenwonende ambtenaren in de zin van artikel 1, § 4, van dit besluit. § 2. Het basisbedrag van de standplaatsvergoeding, die alleen wordt toegekend aan ambtenaren op post en vermeerderd met 25 % voor de gehuwde of samenwonende ambtenaren in de zin van artikel 1, § 4, van dit besluit. § 3. De basisbedragen van de passieve representatievergoeding worden vermenigvuldigd met de levensduurtecoëfficiënt van de post en vermeerderd met 25 % voor de gehuwde of samenwonende, ambtenaren in de zin van artikel 1, § 4, van dit besluit. § 4. Voor de gehuwde of samenwonende ambtenaren in de zin van artikel 1, § 4, van dit besluit wordt het basisbedrag van de hardshipvergoeding vermeerderd met 50 % en met 25 % per kind ten laste in de zin van artikel 1, § 5, van dit besluit.

Voor alleenstaande ambtenaren bedraagt de vermeerdering voor kinderen ten laste in de zin van artikel 1, § 5, van dit besluit, 50 % voor het eerste kind en 25 % voor elk van de volgende kinderen § 5. Voor de gehuwde of samenwonende ambtenaren in de zin van artikel 1, § 4, van dit besluit, wordt het basisbedrag van de verwijderingsvergoeding vermeerderd met 100 % en met 50 % per kind ten laste in de zin van artikel 1, § 5, van dit besluit.

Voor alleenstaande ambtenaren bedraagt de vermeerdering voor kinderen ten laste in de zin van artikel 1, § 5, van dit besluit, 100 % voor het eerste kind en 50 % voor elk van de volgende kinderen.

Art. 5.De basisbedragen van toepassing in verband met de postvergoeding worden ieder jaar met ingang van februari aangepast aan de stijging van de levensduurte in België.

Art. 6.De basisbedragen van de verschillende vergoedingen die de postvergoeding vormen, zijn maandelijkse bedragen.

De mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het personeel van de federale overheidsdiensten, geldt eveneens voor deze basisbedragen.

Art. 7.De postvergoeding wordt maandelijks, samen met de wedde, betaald.

Art. 8.Het forfaitair gedeelte van de postvergoeding wordt ten belope van 8 % aan het belastbaar inkomen toegevoegd. Het is als dusdanig aan de geldende bedrijfsvoorheffing onderworpen die maandelijks aan de bron wordt afgehouden.

Zij is eveneens ten belope van 8 % onderworpen aan de bijdrage voor het stelsel van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit (sector gezondheidszorgen) en aan de bijzondere bijdrage voor de financiering van het stelstel van de sociale zekerheid, maar niet aan de inhouding bestemd voor de financiering van het wettelijk pensioen.

Art. 9.Buiten deze postvergoeding kunnen aan de ambtenaren ook de uitzonderlijke kosten terugbetaald worden die voortvloeien uit de ontvangsten waaraan zij en/of hun partner moeten deelnemen in het kader van hun functie.

Hiertoe moeten zij voor elke ontvangst een afzonderlijke aanvraag tot terugbetaling indienen met een verantwoording van de gedane uitgaven.

Art. 10.De logementkosten in het buitenland worden volledig terugbetaald. De ambtenaren toegevoegd aan een diplomatieke post in België ontvangen geen terugbetaling.

Art. 11.De reïnstallatievergoeding bij de terugkeer naar België wordt vastgelegd overeenkomstig de ter zake geldende reglementering bij de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De ambtenaren van de FOD Justitie hebben geen recht op andere vergoedingen bij hun terugkeer naar België. HOOFDSTUK II. - Het vervullen van een missie van lange duur

Art. 12.Een missie van lange duur is een missie in het buitenland van twee of meer maanden.

Een missie van lange duur geeft aanleiding tot een missievergoeding.

Art. 13.De missievergoeding bedraagt 1/30e van de maandelijkse postvergoeding overeenkomstig de reglementering in hoofdstuk 1, artikelen 1 tot 7 van dit besluit.

Art. 14.De ambtenaar op missie van lange duur ontvangt een voorschot van 100 % van de missievergoeding voor de twee eerste maanden. De missievergoeding voor de volgende maanden wordt nadien maandelijks op zijn financiële rekening gestort. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2004.

Brussel, 16 november 2006.

Mevr. L. ONKELINX