14 DECEMBER 2023. - Ministerieel besluit houdende samenstelling van de commissie die uitspraak doet over het beroep met betrekking tot de toekenning van het onbeperkt uitstel van de invordering

De minister van Financiën, Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 84octies, § 2, opgeheven bij de wet van 13 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041000 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten, uitgezonderd voor de gevallen bedoeld in artikel 138 van die wet;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 413quinquies, § 2, opgeheven bij de wet van 13 april 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019041000 bron federale overheidsdienst financien Wet tot invoering van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen sluiten, uitgezonderd voor de gevallen bedoeld in artikel 138 van die wet;

Gelet op het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen, artikel 66, § 2;

Gelet op het ministerieel besluit van 16 juli 2019Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 16/07/2019 pub. 02/08/2019 numac 2019013677 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanduiding van de ambtenaren die in de functie van adviseur-generaal zitting hebben in de beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 66, § 2 van het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en dat aan die beroepscommissie de machtiging geeft om op te treden als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 84octies, § 2, van het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 413quinquies, § 2, van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 sluiten tot aanduiding van de ambtenaren die in de functie van adviseur-generaal zitting hebben in de beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 66, § 2 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en dat aan die beroepscommissie de machtiging geeft om op te treden als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 84octies, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 413quinquies, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 3 februari 2021;

Overwegende dat noch het advies van de Inspecteur van Financiën noch het akkoord van de Staatsecretaris voor Begroting vereist is daar dit ministerieel besluit geen invloed zal hebben op de inkomsten of tot nieuwe uitgaven zal leiden;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 4 december 2023 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.024/3;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 4 december 2023 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat naar aanleiding van verschillende interne wijzigingen binnen de beroepscommissie die hebben plaatsgevonden, zoals pensioneringen, bijkomende benoemingen en overplaatsingen naar andere diensten, het ministerieel besluit van 16 juli 2019Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 16/07/2019 pub. 02/08/2019 numac 2019013677 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanduiding van de ambtenaren die in de functie van adviseur-generaal zitting hebben in de beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 66, § 2 van het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en dat aan die beroepscommissie de machtiging geeft om op te treden als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 84octies, § 2, van het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 413quinquies, § 2, van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 sluiten tot aanduiding van de ambtenaren die in de functie van adviseur-generaal zitting hebben in de beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 66, § 2 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en dat aan die beroepscommissie de machtiging geeft om op te treden als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 84octies, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 413quinquies, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, vervangen moet worden om tegemoet te komen aan de actuele situatie;

Besluit :

Artikel 1.Elke ambtenaar met de functie van adviseur-generaal, aangewezen bij de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering van de Federale Overheidsdienst Financiën, belast met de leiding van een regionaal invorderingscentrum of het bijzonder invorderingscentrum, kan zitting hebben, in de commissie zoals bedoeld in artikel 84octies, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, in artikel 413quinquies, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, en in artikel 66, § 2, van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen.

Art. 2.De administrateur-generaal van de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering van de Federale Overheidsdienst Financiën is bevoegd om onder de adviseurs-generaal, aangewezen bij de Algemene Administratie van de Inning en de Invordering van de Federale Overheidsdienst Financiën, een of meerdere plaatsvervangende voorzitters aan te duiden.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 16 juli 2019Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 16/07/2019 pub. 02/08/2019 numac 2019013677 bron federale overheidsdienst financien Ministerieel besluit tot aanduiding van de ambtenaren die in de functie van adviseur-generaal zitting hebben in de beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 66, § 2 van het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en dat aan die beroepscommissie de machtiging geeft om op te treden als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 84octies, § 2, van het wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 413quinquies, § 2, van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 sluiten tot aanduiding van de ambtenaren die in de functie van adviseur-generaal zitting hebben in de beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 66, § 2 van het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en dat aan die beroepscommissie de machtiging geeft om op te treden als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 84octies, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en als beroepscommissie zoals bedoeld in artikel 413quinquies, § 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 3 februari 2021, wordt opgeheven.

Brussel, 14 december 2023.

V. VAN PETEGHEM