14 APRIL 2004. - Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de maïswortelboorder, Diabrotica virgifera Le Conte

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Gelet op de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1994 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen;

Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid : Overwegende dat het noodzakelijk is zich onverwijld te schikken naar Beschikking 2003/766/EG van de Commissie van 24 oktober 2003 tot vaststelling van noodmaatregelen om de verspreiding in de Gemeenschap van Diabrotica virgifera Le Conte te voorkomen;

Overwegende dat het noodzakelijk is de landbouwers in de betrokken zones in te lichten van de nieuwe maatregelen voor de inzaai van maïs, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° het organisme : de maïswortelboorder, Diabrotica virgifera Le Conte 3° besmet perceel : perceel waar de aanwezigheid van het organisme werd vastgesteld; 4° maïs : planten en levende delen van Zea mais L., met inbegrip van zaden; 5° focuszone : gebied met een straal van minimum één kilometer vanaf de rand van een besmet perceel;6° veiligheidszone : gebied met een straal van minimum vijf kilometer vanaf de rand van de focuszone;

Art. 2.Het Agentschap : - bakent de focuszones en de veiligheidszones af; - stelt een lijst op van passende insecticiden voor de bestrijding van adulten van het organisme en in voorkomend geval voor de bestrijding van larven van het organisme. HOOFDSTUK II. - Maatregelen in een focuszone

Art. 3.§ 1 Zodra het organisme wordt vastgesteld, zijn in een focuszone de volgende maatregelen van toepassing : 1. verbod op het oogsten van maïs voor 1 oktober;2. verbod op transport van maïs uit de focuszone vanaf 1 juni tot en met 30 september;3. verbod op transport van grond van maïsvelden naar buiten de focuszone;4. verplichte reiniging van de landbouwmachines alvorens ze de percelen met maïs in de focuszone verlaten;5. onmiddellijke behandeling van de besmette percelen met een passend insecticide tegen adulten van het organisme en herhaling van deze behandeling na twee weken.Indien na deze behandeling nogmaals het organisme wordt aangetroffen in de focuszone, dient men alle maïsvelden van deze focuszone opnieuw te behandelen; 6. verplichte bestrijding van maïsopslagplanten in niet-maïsvelden. § 2. De volgende maatregelen zijn, in het jaar of de jaren volgend op het laatste jaar van vaststelling van het organisme, van toepassing in de focuszone : 1. verplichte bestrijding van maïsopslagplanten in niet-maïsvelden in de twee jaren volgend op het laatste jaar van vaststelling van het organisme.2. verbod op transport van grond van maïsvelden uit de focuszone in de twee jaren volgend op het laatste jaar van de vaststelling van het organisme;3. verplichte reiniging van de landbouwmachines alvorens ze de percelen met maïs in de focuszone verlaten in de twee jaren volgend op het laatste jaar van vaststelling van het organisme;4. gewasrotatie op alle maïsvelden waarbij in een periode van drie opeenvolgende jaren slechts éénmaal maïs geteeld wordt.Het jaar van de aanwezigheid van het organisme wordt als het eerste jaar van de rotatie beschouwd; 5. behandeling met een passend insecticide tegen de adulten van het organisme op percelen met maïs volgens de instructies van het Agentschap in het jaar volgend op het laatste jaar van vaststelling van het organisme.

Art. 4.Met betrekking tot de behandeling van percelen met maïs met een passend insecticide tegen adulten van het organisme, moet de betrokkene ofwel het Agentschap inlichten 24 uur voor hij de behandeling uitvoert ofwel, indien hij beroep doet op een loonwerker, een bewijs van behandeling ter beschikking stellen van het Agentschap. HOOFDSTUK III. - Maatregelen in een veiligheidszone

Art. 5.§ 1. Voor 2004 is één van volgende maatregelen van toepassing in de veiligheidszone : 1. behandeling met een passend insecticide tegen het organisme op percelen waar voor het tweede jaar op rij maïs geteeld wordt, volgens de instructies van het Agentschap;2. gewasrotatie op alle maïsvelden waarbij in een periode van twee opeenvolgende jaren slechts éénmaal maïs geteeld wordt.Het jaar van de aanwezigheid van het organisme wordt als het eerste jaar van de rotatie beschouwd. § 2. Vanaf 2005 wordt ambtshalve een gewasrotatie op alle maïsvelden in elke veiligheidszone opgelegd waarbij in een periode van twee opeenvolgende jaren slechts éénmaal maïs geteeld wordt. Hierbij houdt men rekening met de teelt op het betrokken veld in het voorgaande jaar. HOOFDSTUK IV. - Herinfectie

Art. 6.Indien in het jaar na de initiële vaststelling in een focuszone opnieuw het organisme wordt vastgesteld in dezelfde focuszone, dan gelden opnieuw de maatregelen van het eerste jaar. HOOFDSTUK V. - Inwinnen van gegevens

Art. 7.§ 1. Om de in dit besluit opgenomen maatregelen uit te voeren, houdt het Agentschap rekening met de jaarlijkse oppervlakteaangifte welke ingediend wordt in het kader van de toepassing van Verordening (EEG)/3508/92 van de Raad van 27 november 1992 tot instelling van een geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen. § 2. Elke persoon die maïs gaat telen in één of meerdere van de in de jaren ervoor afgebakende zones moet hiervan een oprechte en volledige aangifte doen door middel van een aangifteformulier, dat ter beschikking gesteld wordt door het Agentschap.

Die aangifte moet elk jaar tegen 1 mei (van het jaar van de teelt) worden medegedeeld aan het Agentschap. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 8.Het ministerieel besluit van 5 september 2003 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de maïswortelboorder, Diabrotica virgifera Le Conte, wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 14 april 2004.

R. DEMOTTE