Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 mei 2005
gepubliceerd op 18 mei 2005

Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 22bis van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van het koninklijk besluit van 20 april 2005 tot bepaling van de toewijzingsmodaliteiten van de federale bijdrage ingesteld tot compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011230
pub.
18/05/2005
prom.
13/05/2005
ELI
eli/besluit/2005/05/13/2005011230/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MEI 2005. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 22bis van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en van het koninklijk besluit van 20 april 2005 tot bepaling van de toewijzingsmodaliteiten van de federale bijdrage ingesteld tot compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt


De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven en de Minister van Energie, Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 22bis ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 2005 tot bepaling van de toewijzingsmodaliteiten van de federale bijdrage ingesteld tot compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt;

Gelet op de beslissingen van het Directiecomité van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 28 april 2005, zoals bijgevoegd bij dit ministerieel besluit;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 12 mei 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 mei 2005, Besluiten :

Artikel 1.De definities vervat in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna "de wet" genoemd en de definities vervat in artikel 1, § 2 van het koninklijk besluit van 20 april 2005 tot bepaling van de toewijzingsmodaliteiten van de federale bijdrage ingesteld tot compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt, hierna "het koninklijk besluit van 20 april 2005" genoemd, zijn van toepassing op dit besluit.

Art. 2.De federale bijdrage, bedoeld in artikel 22bis van de wet wordt maandelijks door de distributienetbeheerders aangerekend aan de leveranciers als volgt : 1. voor maandelijks opgenomen klanten : T = 4,91 euro /MWh(T-1) T = maand waarin de heffing wordt gefactureerd T-1 = aanslagvoet heffing wordt toegepast op het verbruik van de maand voorafgaand aan de maand van facturatie van de federale bijdrage De eerste heffing zal gebeuren bij de facturatie in juli 2005 op basis van het KWh-verbuik in juni 2005.2. voor jaarlijks opgenomen klanten : De facturatie aan de leveranciers gebeurt zoals voor maandelijks opgenomen klanten met dien verstande dat de heffing op de voorschotten wordt toegepast vanaf de facturatiemaand juli 2005. Voor de klanten die in de maand juli 2005 afgerekend worden, wordt de heffing enkel toegepast op het verbruik toegerekend aan de maand juni 2005.

Voor de klanten die afgerekend worden in de periode vanaf 1 juli 2005 tot de eerstvolgende jaarafrekening, wordt de heffing enkel toegepast op het verbruik toegerekend aan de periode vanaf de maand juni 2005.

Deze toerekeningen gebeuren op basis van een extrapolatie van de laatste verbruiksgegevens.

Elke leverancier staat in voor de correcte aanrekening en inning van de federale bijdrage alsook voor de volledige doorstorting van de geïnde bedragen aan de distributienetbeheerders.

De leveranciers storten het volledige bedrag van de factuur overeenkomstig de bestaande betalingsmodaliteiten zoals voorzien in het toegangscontract met de distributienetbeheerder, zonder vermindering voor de jaarlijks opgenomen klanten die nog geen jaarafrekening hebben ontvangen en zonder rekening te houden met mogelijke oninbaarheid.

Art. 3.De federale bijdrage, bedoeld in artikel 22bis van de wet wordt maandelijks door de leveranciers aangerekend aan alle eindafnemers als volgt : 1. voor maandelijks opgenomen klanten : T = 4,91 euro /MWh(T-1) T = maand waarin de heffing wordt gefactureerd T-1 = aanslagvoet heffing wordt toegepast op het verbruik van de maand voorafgaand aan de maand van facturatie van de federale bijdrage De eerste heffing zal gebeuren bij de facturatie in juli 2005 op basis van het KWh-verbuik in juni 2005.2. voor jaarlijks opgenomen klanten : Vanaf de eerstvolgende jaarafrekening/slotfactuur na 1 juli 2005 worden de voorschotten herberekend met inbegrip van de federale bijdrage. De leveranciers die over meetgegevens beschikken aangaande verbruiken met betrekking tot de maand juni 2005 en die onmiddellijk wensen te factureren, zullen de federale bijdrage op het gedeelte van de consumptie van juni 2005 toepassen.

Voor de klanten die jaarlijks worden afgerekend wordt de federale bijdrage enkel geïnd vanaf 1 juli 2005 voor de verbruiken toegerekend aan de periode vanaf de maand juni 2005 tot en met de jaarafrekening/ slotfactuur.

Art. 4.§ 1. Elke leverancier kan maximum 0,75 % van de aan hem door de distributienetbeheerders aangerekende bedragen, recupereren als kosten uit het Fonds overeenkomstig de bepalingen van artikel 5 van het koninklijk besluit van 20 april 2005. § 2. Overeenkomstig artikel 5, § 4, van het koninklijk besluit van 20 april 2005 mag het bedrag van de kosten nooit de totale inkomsten van de federale bijdrage afkomstig van de distributienetbeheerders type B overschrijden. § 3. Elke leverancier is, met het oog op recuperatie van deze kosten, gehouden jaarlijks een factuur te richten aan de Commissie, vóór 1 juli van het daaropvolgende jaar, met vermelding van het exacte niet-geïnde bedrag en het exacte bedrag aan administratieve kosten en de berekening van het totale percentage en met bijvoeging van alle stukken tot staving van deze berekening en facturatie.

Elke leverancier zal tevens trimesterieel aan de Commissie een raming overmaken van het bedrag van de niet-geïnde bijdragen en de administratieve kosten van het voorbije trimester om haar toe te laten deze kosten op te volgen. § 4. De Commissie kan alle stukken tot staving van de facturatie van de kosten door de leveranciers onderzoeken alvorens tot betaling over te gaan. § 5. De Commissie zal, alvorens tot de betaling van de facturen aan de leveranciers over te gaan, waken over de niet-overschrijding van het maximum bedrag aan kosten bedoeld in § 2 van dit artikel.

Indien het maximum bedrag aan kosten overschreden wordt, zal overgegaan worden tot een proportionele verdeling over de leveranciers. § 6. Zes maanden na de invoering van deze regeling, zal een evaluatie plaatsvinden en zal, indien vereist, een herziening gebeuren van het voorziene percentage.

Art. 5.In het kader van de regeling voor klanten wiens leveringscontract door de leverancier werd opgezegd en indien de distributienetbeheerders bijkomende kosten hebben in het kader van hun rol als sociale leverancier, zal het bedrag van de kosten in verband met de federale bijdrage mee opgenomen worden in de tariefvoorstellen van de distributienetbeheerders, in overeenstemming met de bepalingen van de elektriciteitswet die de distributienetbeheerders de terugbetaling van hun redelijke kosten garanderen en zullen zij op dezelfde manier behandeld worden als andere kosten. In het kader van de Data Envelopment Analysis-oefening zullen deze kosten op dezelfde manier behandeld worden als andere opgelegde uitgaven.

Art. 6.De recuperatie van de, door de distributienetbeheerders voorgefinancierde bijdragen voor het Fonds voor de periode 1 mei 2004 tot en met 31 mei 2005 zal geschieden met ingang vanaf 1 juli 2007 overeenkomstig artikel 22bis, § 3, van de wet.

Om deze voorschotten te recupereren zal de aanslagvoet, zoals voorzien in artikel 22bis § 2, van de wet behouden worden op 4,91 euro /MWh gedurende de periode vereist tot recuperatie van het voorgefinancierde kapitaal.

Na regularisatie van het verschil tussen het totaal bedrag aan voorschotten in verhouding tot het reële verbruik, zal de aanslagvoet van 2,5 euro /MWh aangewend worden voor de compensatie ten gunste van de Vlaamse Gemeenten en de resterende aanslagvoet van 2,41 euro /MWh zal aangewend worden voor de recuperatie van het voorgefinancierde kapitaal.

De periode van verlenging van de toepassing van de aanslagvoet van 4,91 euro /MWh zal lopen tot en met 31 augustus 2009.

Indien de schommelingen in het KWh-verbruik zouden leiden tot het niet volledig recupereren van het kapitaal, zal deze termijn verlengd worden tot volledige recuperatie is verzekerd.

In de eerste daaropvolgende maand zal de verlaagde aanslagvoet van 2,5 euro /MWh worden toegepast zoals voorzien in artikel 22bis § 2, van de wet.

Art. 7.De Commissie voert een exacte verrekening uit waarbij het aan de aanslagvoet van 4,91 euro /MWh teveel geïnde bedrag, ten goede zal komen van het Fonds.

De Commissie bepaalt jaarlijks voor elke distributienetbeheerder het bedrag dat hij van de opbrengst van de 2,41 euro /MWh mag afhouden opdat de recuperatie van het kapitaal op een gelijk tempo zou geschieden voor alle distributienetbeheerders.

De exacte modaliteiten worden opgesteld wanneer het precieze gefinancierde bedrag gekend is.

De recuperatie van de kosten voor de voorfinanciering door de distributietarieven en de evaluatie van de invloed van deze regeling op de efficiëntievergelijking en op de jaarrekening, zullen gebeuren conform de beslissingen van het Directiecomité van de Commissie van 28 april 2005.

De verrekening van de voorfinancieringskosten neemt voor alle distributienetbeheerders een aanvang in het kader van de tarieven voor 2006.

Art. 8.De leveranciers factureren de federale bijdrage aan de jaarlijks opgenomen klanten in de eerste maand volgend op de eerstkomende jaarafrekening/slotfactuur, tenzij door omstandigheden, andere dan de federale bijdrage, een tussentijdse factuur noodzakelijk of opportuun zou blijken.

Art. 9.§ 1. De leveranciers dienen gedurende de periode augustus 2005 tot en met 31 juli 2006 een bepaald bedrag voor te financieren aangezien zij het volledige, door de distributienetbeheerders, gefactureerde bedrag dienen te betalen. § 2. In vergoeding van deze voorfinanciering aan een redelijke en reële intrestvoet, kan elke leverancier op 31 juli 2006 een factuur richten aan de Commissie, met bijhorende stavingstukken, voor de effectieve kosten verbonden aan deze voorfinanciering. § 3. Na controle en goedkeuring door de Commissie bekomen de leveranciers een terugbetaling van de lasten verbonden met de voorfinanciering via de intresten op het kapitaal van het Fonds.

Art. 10.Voor de berekening van de federale bijdrage die van toepassing is op de elektriciteitsafname van de N.M.B.S., wordt de volledige elektriciteitsafname, dus zowel voor tractie als voor de andere activiteiten, verondersteld te zijn afgenomen op één afnamepunt.

De federale bijdrage zal in de praktijk aangerekend worden op het verbruik van het tractie-onderstation Berchem, dat ruimschoots het plafond van 25 000 MWh overtreft. Het verbruik op de andere afnamepunten van de N.M.B.S. wordt bijgevolg vrijgesteld.

De netbeheerder Elia stort de federale bijdrage op de eerste 25 000 MWh door aan de Commissie en factureert vervolgens aan de toegangshouder aangeduid voor het afnamepunt Berchem, die het op zijn beurt doorfactureert aan de N.M.B.S. De distributienetbeheerders sluiten alle activiteiten van de spoorweg uit voor de berekening van de federale bijdrage. De N.M.B.S. coördineert de regeling voor de verschillende EAN-nummers samen met de leveranciers, de distributienetbeheerders en de netbeheerder Elia.

Art. 11.Tenminste 1 keer per jaar organiseert de Commissie een evaluatieoverleg met alle betrokken partijen.

De Commissie brengt hiervan verslag uit aan de Minister.

Brussel, 13 mei 2005.

De Vice- Eerste Minister en Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Energie, M. VERWILGHEN

Beleidslijnen (1) van het directiecomite van de CREG van 28 april 2005 betreffende de toepassing van de federale bijdrage die strekt tot de compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt Het directiecomité van de CREG heeft in zijn vergadering van 28 april 2005 kennis genomen van het voorstel inzake de praktische modaliteiten betreffende de federale bijdrage die strekt tot de compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt (hierna : de bijdrage), dat op 21 april 2005 door het kabinet van Minister Verwilghen werd meegedeeld. Het directiecomité heeft hieromtrent de volgende beleidslijnen genomen : 1. Het directiecomité bevestigt in het kader van dit nieuwe voorstel haar beslissing van 13 januari 2005, waarbij het principieel akkoord gaat om de financieringskosten, ontstaan in het kader van de inning van de bijdrage, ten gevolge van de overbrugging van de periode tussen de betaling door de distributienetbeheerders van de voorschotten aan het Fonds, en de doorstorting door de leveranciers van de door hen bij de eindafnemers geïnde heffingen, in de volgende tariefoefeningen en bij de bonus/malusbeslissingen in aanmerking te nemen op dezelfde basis als de andere uitgaven van de distributienetbeheerders, voorzover aan de normale criteria van realiteit en redelijkheid is voldaan.2. Het directiecomité herhaalt dat de bedragen die in de tariefbeslissingen werden vermeld als langetermijnbesparingsdoelstellingen niet definitief zijn en elk jaar opnieuw, ten tijde van de tariefoefening, herbekeken zullen worden, rekening houdend met objectieve elementen met betrekking tot wijzigingen in omvang, klantenbestand, opgelegde verplichtingen en dergelijke meer, die de efficiëntie van de distributienetbeheerder kunnen beïnvloeden en die door de distributienetbeheerder voldoende sterk worden onderbouwd.Het directiecomité bevestigt dat de prefinancieringskosten die het gevolg zijn van de beslissingen met betrekking tot het niet onmiddellijk invorderen van de bijdrage voor 2004, door haar beschouwd zullen worden als nieuwe verplichtingen die dan ook buiten de efficiëntievergelijking zullen worden gehouden. 3. Het directiecomité zal er bij de volgende tariefoefeningen ook op toezien dat de prefinancieringskosten met betrekking tot de bijdrage enkel worden doorgerekend aan de in Vlaanderen gevestigde klanten.4. Het directiecomité zal alle elementen van de jaarrekening, die verband houden met de opgelegde prefinanciering, zowel wat vorderingen betreft als wat schulden betreft, buiten beschouwing laten bij de berekeningen van de elementen die een invloed hebben op de aan de distributienetbeheerder toe te kennen billijke vergoeding. Namens het Directiecomité van de CREG, Bernard LACROSSE Administratief Directeur Christine VANDERVEEREN Voorzitter van het directiecomité (1) Deze beleidslijnen doen geen afbreuk aan de beoordelingsbevoegdheid van de CREG geval per geval;dit betekent dat de CREG bij de beoordeling van de concrete dossiers ingediend door de distributienetbeheerders kan afwijken van deze beleidslijnen indien deze dossiers daartoe noodzaken.

^