Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 april 2005
gepubliceerd op 17 mei 2005

Koninklijk besluit tot bepaling van de toewijzingsmodaliteiten van de federale bijdrage ingesteld tot compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011211
pub.
17/05/2005
prom.
20/04/2005
ELI
eli/besluit/2005/04/20/2005011211/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 APRIL 2005. - Koninklijk besluit tot bepaling van de toewijzingsmodaliteiten van de federale bijdrage ingesteld tot compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 22bis ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 maart 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 24 maart 2005;

Gelet op het eensluidend advies van de Regering van het Vlaamse Gewest, gegeven op 18 februari 2005, zoals aangevuld op 25 februari 2005;

Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door de omstandigheid dat de gemeenten inkomsten derven door de liberalisering van de elektriciteitsmarkt; dat dit koninklijk besluit beoogt om een mechanisme tot verdeling van de federale bijdrage ter financiering van het inkomstenverlies van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt onder de gemeenten in te stellen; dat de gelden van de compensatieregeling die bij de CREG beschikbaar zijn en volgens artikel 22bis § 9 vierde lid, van de federale elektriciteitswet vóór 15 februari 2005 aan de gemeenten zouden worden uitgekeerd, zo spoedig mogelijk aan de gemeenten moeten worden doorgestort teneinde de financiële toestand van de Vlaamse gemeenten niet te bezwaren, dat de CREG, de distributienetbeheerders, en de Vlaamse gemeenten zelf zo snel mogelijk op de hoogte moeten worden gebracht van de modaliteiten van deze regeling, dat iedere vertraging bij het uitvaardigen van het vereiste koninklijk besluit zorgt voor een verdere bezwaring van de Vlaamse gemeentelijke financiën, dat het ontwerp van koninklijk besluit dat ter advies wordt voorgelegd de nodige rechtszekerheid garandeert aan de gemeenten voor wat betreft de grootte van de opbrengst die hen wordt toegekend, dat de omzendbrief BA-2003/10 van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 waarin aan gemeenten aanvullende instructies werden gegeven voor het opstellen van de gemeentebegroting 2004 en het financieel meerjarenplan reeds voorzag in de opname in de begroting 2004 en het financieel meerjarenplan voor de jaren 2005 en volgende van het te verwachten aandeel in de opbrengst voor iedere Vlaamse gemeente van de federale bijdrage, dat deze instructies werden bevestigd bij omzendbrief BA-2004/05 van de Vlaamse Regering van 27 augustus 2004 houdende de instructies voor het opstellen van de begrotingen, budgetten en meerjarenplannen voor 2005 van de gemeenten van het Vlaamse Gewest, dat iedere vertraging bij het nemen van het vereiste koninklijk besluit de beoogde periodiciteit van de stortingen en inningen van de compensaties in het gedrang brengt, dat het artikel 22bis § 6 van de federale elektriciteitswet bepaalt dat de distributienetbeheerders op 15 april opnieuw een voorschot dienen te betalen ten belope van 1/4 van het geraamde bedrag van de heffing, dat dit koninklijk besluit derhalve zo spoedig mogelijk dient genomen te worden;

Gelet op het advies 38.276/1, van de Raad van State, gegeven op 29 maart 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Energie, en op advies van onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De definities vervat in artikel 2 van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna « de wet » genoemd, zijn van toepassing op dit besluit. § 2. Voor de toepassing van dit koninklijk besluit moet worden verstaan onder : 1° « gemeente » : elke gemeente gelegen op het grondgebied van het betrokken Gewest;2° « distributienetbeheerder type A » : elke distributienetbeheerder waarvan het distributienet geheel of gedeeltelijk gelegen is op het grondgebied van het betrokken Gewest en met rechtstreeks gemeentelijk aandeelhouderschap van gemeenten gelegen op het grondgebied van het betrokken Gewest;3° « distributienetbeheerder type B » : elke distributienetbeheerder waarvan het distributienet geheel of gedeeltelijk gelegen is op het grondgebied van het betrokken Gewest en zonder rechtstreeks gemeentelijk aandeelhouderschap van gemeenten gelegen op het grondgebied van het betrokken Gewest;4° « kosten » : de kosten op jaarbasis voor het innen en verdelen van de federale bijdrage tot compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt;5° « netto-inkomsten » : de inkomsten verminderd met de kosten verbonden aan de inning van de federale bijdrage ingesteld tot compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt Art.2. De totale inkomsten van het fonds bestemd voor de financiering van de compensatie van de inkomstenderving van de gemeenten ingevolge de liberalisering van de elektriciteitsmarkt, voorzien in artikel 22bis, § 5, van de wet, hiernagenoemd de « federale bijdrage ter compensatie van de gemeenten », worden berekend als volgt : FBt* (VTtot,t - (V25tot,t - A25 tot,t*25000)) Waarbij FBt : 4,91 euro/MWh tot 1 juli 2007 2,50 euro/MWh tot 1 juli 2010 0 euro/MWh vanaf 1 juli 2010 VTtot,t : het totale aantal MWh dat afgenomen is van de distributienetten gelegen in het betrokken Gewest tijdens het jaar t V25tot,t : het totale aantal MWh dat afgenomen is van de distributienetten gelegen in het betrokken Gewest tijdens het jaar t door eindafnemers aangesloten op het distributienet met een jaarlijks verbruik per afnamepunt dat hoger is dan 25 GWh.

A25tot,t : het totaal aantal eindafnemers tijdens het jaar t, met een jaarlijks verbruik per afnamepunt op het distributienet gelegen op het grondgebied van het betrokken Gewest, dat hoger is dan 25 GWh.

Art. 3.§ 1. Uit het fonds zoals bedoeld in artikel 2, stort de Commissie aan elke gemeente gelegen op het grondgebied van het betrokken Gewest overeenkomstig artikel 22bis van de wet, de bedragen die worden berekend op basis van de, voor de distributienetbeheerder « type A » waarbij de betreffende gemeente aangesloten is, geldende statutaire winstverdelingscriteria die betrekking hebben op de distributienetactiviteit elektriciteit. De geldende winstverdelingscriteria zijn die van het jaar waarop de federale bijdrage ter compensatie van de gemeenten betrekking heeft. Voor de berekening van de voorschotten zoals bepaald in artikel 22bis § 9, van de wet, hanteert de Commissie de aan haar meest recent overgemaakte winstverdelingscriteria. § 2. Iedere distributienetbeheerder type A maakt jaarlijks, vóór 1 juli van het jaar t+1, de onder § 1 bedoelde winstverdelingscriteria, over aan de Commissie.

Om de Commissie toe te laten de voorschotten te storten voor het jaar 2004, zoals bepaald in artikel 22bis, § 9 laatste lid, van de wet, maakt iedere distributienetbeheerder type A, de onder § 1 bedoelde winstverdelingscriteria, zoals opgenomen in haar statuten per 01 januari 2005, over aan de Commissie binnen de 15 dagen na publicatie van het onderhavige koninklijk besluit in het Belgisch Staatsblad. § 3. De Commissie gaat de conformiteit van de door de distributienetbeheerder type A overgemaakte winstverdelingscriteria, met voormelde § 1 na.

Art. 4.§ 1. De opbrengst van de federale bijdrage ter compensatie van de gemeenten ten belope van het bedrag van de totale inkomsten van de bijdrage afkomstig van de distributienetbeheerders type A, wordt, om te verdelen overeenkomstig artikel 3, § 1, aan de gemeenten aangesloten bij eenzelfde distributienetbeheerder type A, als volgt toegekend : ((0,5* X)+(0,5*Y))*Z waarbij : X : het procentuele aandeel dat de verhouding weergeeft tussen het door een distributienetbeheerder type A in het fonds gestorte bedrag voor het jaar t tot het totale bedrag dat door alle distributienetbeheerders type A voor hetzelfde jaar t in het fonds werd gestort Y : het procentuele aandeel dat de verhouding weergeeft tussen de nettodividenden van een distributienetbeheerder type A tot het totaal van de nettodividenden, voortvloeiend uit de activiteit elektriciteit voor de periode 2000 tot en met 2002, die aan gemeenten gelegen op het grondgebied van het betrokken Gewest, werden toegekend door alle distributienetbeheerders type A Z : het totale bedrag van de federale bijdrage ter compensatie van de gemeenten dat door alle distributienetbeheerders type A voor het jaar t in het fonds werd gestort § 2. Voor de distributienetbeheerders type A gelegen op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, wordt het percentage Y zoals vermeld in § 1, als volgt vastgesteld : WVEM : 5,12 % PBE : 2,60 % INTERELECTRA : 13,91 % AGEM : 0,28 % IVEG : 3,21 % EV/GHA : 0,05 % GASELWEST : 13,11 % IMEA : 9,09 % IMEWO : 14,28 % INTERGEM : 8,38 % IVEKA : 13,62 % IVERLEK : 14,46 % INTERMOSANE : 0,02 % SIBELGAS-NOORD : 1,87 %

Art. 5.§ 1. Voor de distributienetbeheerders type A gelegen in het betrokken Gewest die, op basis van de berekeningswijze zoals vermeld onder artikel 4, § 1, een verlies lijden ten aanzien van de opbrengst van de aan hun eindafnemers aangerekende federale bijdrage ter compensatie van de gemeenten, wordt aan de gemeenten aangesloten bij eenzelfde distributienetbeheerder type A een aanvullend bedrag toegekend, beperkt tot een maximum dat gelijk is aan het bedrag van het geleden verlies, en dit ten belope van het bedrag van de totale inkomsten van de bijdrage afkomstig van de distributienetbeheerders type B verminderd met een bedrag voor de kosten van 2 miljoen euro op jaarbasis. § 2. Indien het bedrag van de kosten hoger is dan 2 miljoen euro op jaarbasis, dan wordt het verschil proportioneel in mindering gebracht van het bedrag dat aan de gemeenten aangesloten bij eenzelfde distributienetbeheerder type A wordt toegekend, conform de verdeelsleutel vermeld in art. 4, § 1. § 3. Indien het bedrag van de kosten lager is dan 2 miljoen euro, dan wordt het verschil bijkomend toegekend aan de gemeenten aangesloten bij eenzelfde distributienetbeheerder type A die verlies lijden, evenredig met het geleden verlies, voor zover nog niet gecompenseerd overeenkomstig § 1. § 4. Het bedrag van de kosten zoals vermeld onder § 1 tot § 3 van dit artikel, mag de totale inkomsten van de federale bijdrage ter compensatie van de gemeenten afkomstig van de distributienetbeheerders type B, niet overschrijden. § 5. Indien het bedrag van de opbrengst van de federale bijdrage ter compensatie van de gemeenten gestort door de distributienetbeheerders type B, verminderd met de kosten zoals vermeld onder § 1 tot § 4, groter is dan het geleden verlies bedoeld onder § 1, wordt het verschil aan de gemeenten aangesloten bij eenzelfde distributienetbeheerder type A toegekend, conform de verdeelsleutel vermeld in artikel 4, § 1.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2004.

Art. 7.Onze Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 april 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Energie, M. VERWILGHEN

^