Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 13 mei 2004
gepubliceerd op 09 juni 2004

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en het ministerieel besluit van 15 mei 2003 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan de residentiële beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2004011240
pub.
09/06/2004
prom.
13/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/13/2004011240/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MEI 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit en het ministerieel besluit van 15 mei 2003 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan de residentiële beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie


De Minister van Energie, Gelet op de wet van 22 januari 1945 op de economische reglementering en de prijzen, inzonderheid op artikel 2, § 1, gewijzigd bij de wet van 23 december 1969;

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 20, gewijzigd bij de wet van 20 maart 2003;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit;

Gelet op het ministerieel besluit van 15 mei 2003 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan de residentiële beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie;

Gelet op het advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op 22 januari 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 februari 2004;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 6 mei 2004;

Gelet op de overleg met de Gewesten, gehouden op 25 maart 2004 en 20 april 2004;

Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het behoort om vanaf 1 januari 2004, de toepassing mogelijk te maken van de tarifaire verminderingen voor de levering van elektriciteit, zoals zij werden voorgesteld op 22 januari 2004 door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas; dat dit besluit derhalve zo vlug mogelijk moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.Bijlage 1 "Tarieven laagspanning" van het ministerieel besluit van 12 december 2001 houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van elektriciteit wordt vervangen als volgt : « Bijlage 1 Tarieven laagspanning 1. NORMAAL TARIEF Dit tarief wordt toegepast op de afnemers in laagspanning, zonder beperking van het ter beschikking gesteld vermogen. Dit tarief omvat : - een vaste term van : 9,72 NE EUR/jaar; - voor de afnemers die beschikken over een vermogen van meer dan 10 kVA, een bijkomende vaste term van : 3,50 NE EUR/jaar per kVA hoger dan 10.

Voor de leveringspunten die bestonden voor 1 september 1999 wordt deze term niet toegepast op de kVA waarvoor een vergoeding voor aansluiting voor groot vermogen werd betaald. - een proportionele term van : (8,214 NE + 1,698 NC) c/kWh. 2. TWEE-URENTARIEF Dit tarief is, op aanvraag, van toepassing voor eender welk ter beschikking gesteld vermogen en omvat : - een vaste term van : (9,72 NE + 26,00 NE) EUR/jaar; met inbegrip van de vergoeding voor de klok of het op afstand bediende ontvangstrelais; - voor afnemers die beschikken over een vermogen van meer dan 10 kVA, een bijkomende vaste term van : 3,50 NE EUR/jaar per kVA hoger dan 10.

Voor leveringspunten die bestonden voor 1 september 1999 wordt deze term niet toegepast op de kVA waarvoor een vergoeding voor aansluiting voor groot vermogen werd betaald. - een proportionele term voor dagverbruik van : (8,214 NE + 1,698 NC) c/kWhd. - een proportionele term voor nachtverbruik van : (3,581 NE + 1,396 NC) c/kWhn.

De prijs voor nachtverbruik wordt enkel toegepast gedurende negen uren per nacht en de keuze van de uurregeling wordt aan de verdeler overgelaten. 3. TARIEVEN 30 kVA 3.1. Normaal tarief 30 kVA Het normaal tarief 30 kVA wordt toegepast op afnemers met ten minste 30 ter beschikking gestelde kVA en voorzover het normaal tarief, bedoeld in punt 1, niet voordeliger is. Dit tarief is eveneens van toepassing voor de klanten waarvan het ter beschikking gesteld of aan te rekenen vermogen kleiner is dan 30 kVA voorzover een minimum vermogen van 30 kVA wordt aangerekend.

Dit tarief omvat : - een vaste term van : 39,99 NE EUR/jaar; - een bijkomende vaste term van : 20,33 NE EUR/jaar per kVA, met een minimum van 30 gefactureerde kVA. Voor leveringspunten die bestonden voor 1 september 1999 wordt deze term niet toegepast op de kVA waarvoor een vergoeding voor krachtige aansluiting voor groot vermogen werd betaald. - een proportionele term van : (5,532 NE + 1,698 NC) c/kWh. 3.2. Het twee-urentarief 30 kVA Het twee-urentarief 30 kVA wordt, op aanvraag, toegepast op afnemers waarvan het ter beschikking gesteld vermogen ten minste gelijk is aan 30 kVA en voor zover het twee-urentarief, bedoeld in punt 2, niet voordeliger is. Dit tarief is eveneens van toepassing voor de klanten waarvan het ter beschikking gesteld of aan te rekenen vermogen kleiner is dan 30 kVA voorzover een minimum vermogen van 30 kVA wordt aangerekend.

Dit tarief omvat : - een vaste term van : (39,99 NE + 26,00 NE) EUR/jaar; met inbegrip van de vergoeding voor de klok of het op afstand bediende ontvangstrelais; - een bijkomende vaste term van : 20,33 NE EUR/jaar per kVA, met een minimum van 30 gefactureerde kVA. Voor leveringspunten die bestonden voor 1 september 1999 wordt deze term niet toegepast op de kVA waarvoor een vergoeding voor krachtige aansluiting voor groot vermogen werd betaald. - een proportionele term voor dagverbruik van : (5,532 NE + 1,698 NC) c/kWhd. - een proportionele term voor nachtverbruik van : (3,581 NE + 1,396 NC) c/kWhn.

De prijs voor nachtverbruik wordt enkel toegepast gedurende negen uren per nacht en de keuze van de uurregeling wordt aan de verdeler overgelaten. 4. TARIEF VOOR UITSLUITEND NACHTAANWENDINGEN Dit tarief omvat : - een vergoeding voor bijzondere meetapparatuur van : 26,00 NE EUR/jaar, wanneer het bij de afnemer geassocieerd is met het normaal tarief of het normaal tarief 30 kVA; 12,39 NE EUR/jaar, wanneer het bij de afnemer geassocieerd is met het twee-urentarief of met het twee-urentarief 30 kVA; - een proportionele term van : (2,577 NE + 1,396 NC) c/kWh.

Dit tarief is voorbehouden aan toestellen die uitsluitend tijdens de nacht worden gebruikt.

Dit tarief wordt toegepast gedurende negen uren per nacht waarbij de keuze van de uurregeling aan de verdeler wordt overgelaten; het kan, op aanvraag van de afnemer, worden toegepast gedurende 15 uren overdag op zondag waarbij de verdeler evenwel over de mogelijkheid beschikt de bevoorrading te onderbreken gedurende de meer belaste uren. 5. BUITEN SPITS TARIEF Dit tarief omvat : - een vergoeding voor bijzondere meet-apparatuur van : 26,00 NE EUR/jaar; - een proportionele term van : (3,246 NE + 1,698 NC) c/kWh.

De toestellen, met een verbruik dat geniet van dit tarief, moeten vast en afzonderlijk worden aangesloten en het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke telling. De leveringen mogen door de verdeler zonder verwittiging worden onderbroken. De onderbreking zal per dag maximum 15 uren bedragen en zich normaal situeren in de loop van de periode van november tot februari. De duur van de gecumuleerde onderbrekingen zal maximaal 500 u./jaar zijn. 6. TOEPASSINGSMODALITEITEN 6.1. Gemeenschappelijke gedeelten van residentiële appartementsgebouwen.

Men onderscheidt twee categorieën gebouwen : 6.1.1. Gebouwen zonder lift.

De laagspanningstarieven bedoeld bij de punten 1, 2 en 3 zijn van toepassing op het laagspanningsverbruik van de gemeenschappelijke gedeelten zonder lift wanneer dat verbruik bepaald wordt door meting op afzonderlijke stroomkring of door een aansluiting op de installatie van een bewoner of van de conciërge. 6.1.2. Gebouwen met lift.

De laagspanningstarieven bedoeld in de punten 1, 2 en 3, zijn van toepassing voor de gemeenschappelijke gedeelten van residentiële gebouwen met lift; indien het ter beschikking gesteld vermogen zulks rechtvaardigt, kan het tweeledig tarief A hoogspanning worden toegepast wanneer voor het voeden van de gemeenschappelijke gedeelten een speciale transformatiecabine hoogspanninglaagspanning op kosten van de mede-eigenaars werd geïnstalleerd. 6.2. Ter beschikking gesteld vermogen.

Het ter beschikking gesteld vermogen dat in de tarieven een rol speelt, wordt bepaald op basis van het kaliber van de beveiliging dat, in samenspraak met de afnemer, aan diens behoeften is aangepast en wordt uitgedrukt in kVA met een decimaal. 7. FACTURERINGSMODALITEITEN De hierboven beschreven tarieven hebben betrekking op een jaarlijkse periode.Wanneer de verbruiksperiode kleiner is dan één jaar, worden de vaste termen en de bijzondere meetvergoedingen verminderd in evenredigheid met het aantal maanden, waarbij iedere begonnen maand als verschuldigd wordt beschouwd.

In geval van jaarlijkse meteropnamen, worden gedurende de periode van 12 maanden die verloopt tussen twee achtereenvolgende jaarfacturen met regelmatige tussentijden tussenliggende facturen aan de afnemers gezonden.

De voor het opmaken van de jaarfacturen gebruikte gemiddelde waarden van de tariferingsparamaters variëren maandelijks. Wanneer die facturen worden opgemaakt in de loop van de maand m, is de in aanmerking te nemen waarde van de parameters voor prijsaanpassing het rekenkundig gemiddelde van de twaalf opeenvolgende maandwaarden eindigend met de maandwaarde voor de maand (m - 1).

Wat de tussenstortingen betreft, deze worden berekend op basis van de volgende formule : Zo F het bedrag voorstelt van de factuur die betrekking heeft op het afgesloten dienstjaar (buiten de bijdrage op de energie opgericht bij de wet van 22 juli 1993 tot instelling van een bijdrage op de energie ter vrijwaring van het concurrentievermogen en de werkgelegenheid), E de elektriciteit (in kWh/jaar) verbruikt gedurende dit dienstjaar en n het aantal tussenstortingen, is het bedrag van een storting gelijk aan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarbij T vertegenwoordigt het bedrag van de vaste term(en) en de meetvergoedingen welke voorkomen in de factuur van het afgelopen jaar; xi is een factor welke rekening houdt met de voorziene evolutie van de prijzen van het lopend verbruiksjaar t.o.v. het afgelopen jaar; de coëfficient xi wordt berekend op basis van de drie maandelijkse prognoses van de parameters Ne en Nc vastgesteld door de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas; xc is een coëfficiënt die rekening houdt met de voorziene evolutie van het verbruik van het lopende verbruiksjaar t.o.v. het afgelopen jaar; a is de eenheidsprijs voor laagspanningselektriciteit (in c/kWh) van de bijdrage op de energie, zoals opgesteld door het artikel 2, C, van de voorgenoemde wet van 22 juli 1993; voor de rechthebbende op specifieke sociale tarieven is a gelijk aan 0. ».

Art. 2.In bijlage van het ministerieel besluit van 15 mei 2003 tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit aan de residentiële beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in rubriek « Bijzonder sociaal normaal tarief » wordt de coëfficiënt « 8,26 » vervangen door de coëfficiënt « 8,214 »;2° in rubriek « Bijzonder sociaal twee-uren tarief » worden de coëfficiënten « 8,26 » en « 3,627 » respectievelijk vervangen door de coëfficiënten « 8,214 » en « 3,581 ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.

Brussel, 13 mei 2004.

Mevr. F. MOERMAN

^