gepubliceerd op 03 maart 1999
Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen
13 JANUARI 1999. - Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op de wet van 24 december 1976 betreffende de budgettaire voorstellen 1976-1977, hoofstuk VI, afdeling 1, gewijzigd bij de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, hoofdstuk VII, afdeling 2;
Gelet op de organieke wet van 27 december 1990 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, gewijzigd bij de wet van 24 december 1993 tot oprichting van begrotingsfondsen en bij de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, hoofdstuk VII, afdeling 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 betreffende de organisatie, de samenstelling en de werkwijze van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen, inzonderheid op de artikelen 3 tot 6, Besluit :
Artikel 1.Worden aangewezen tot lid van de Raad van het Begrotingsfonds voor de grondstoffen : 1° De heer V.Thomas, directeur-generaal van het Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige sector (DG 4). 2° De heer R.Piscaglia, directeur-generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling (DG 6). 3° De heer G.Houins, adviseur-generaal van de Inspectie-generaal Grondstoffen en Verwerkte producten (DG 4). 4° De heer A.Vandersanden, ingenieur-directeur van de Dienst Kwaliteit van de Grondstoffen en Analyses (DG 4). 5° De heer F.Vancorenland, ingenieur-directeur van de Dienst Controle E.U.-interventies en -steun (DG 4). 6° Mevr.A. De Meester, ingenieur bij de Dienst Kwaliteit van de Grondstoffen en Analyses (DG 4). 7° De heer M.De Baeremaeker, adviseur-generaal bij de Inspectie-generaal Ontwikkeling (DG 6). 8° De heer R.Van Havere, gezondheidsinspecteur-directeur bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. 9° Mevr.M. Van den Brande, adjunct-adviseur van het Leefmilieu bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. 10° De heer F.Schenk, adviseur-generaal van Financiën, afgevaardigde van de Minister van Begroting. 11° De heer Y.Dejaegher, vertegenwoordiger van de vzw BEMEFA. 12° Mevr.S. Dekeukelier, vertegenwoordigster van de vzw FRANA. 13° Mevr.L. Ancion, vertegenwoordigster van de vzw SYNAGRA. 14° Mevr.G. Detiège, vertegenwoordigster van de vzw FYTOFAR. 15° De heer K.Defloor, vertegenwoordiger van de vzw FYTOFAR. 16° De heer H.Decraecke, vertegenwoordiger van de vzw FYTOFAR. 17° Mevr.K. Gabriël, vertegenwoordigster van de vzw FEDICHEM.
Art. 2.Worden aangewezen tot plaatsvervangers van de leden bedoeld bij artikel 1, 4 tot 17 van dit besluit, respectievelijk : 1° Mevr.H. Vanhaecke, ingenieur bij de Inspectie-generaal Grondstoffen en Verwerkte producten (DG 4). 2° De heer L.Meskens, ingenieur van de Dienst Controle EU-interventies en -steun (DG 4). 3° De heer H.Fontier, ingenieur bij de Dienst Kwaliteit van de Grondstoffen en Analyses (DG 4). 4° Mevr.A. Demeyere, ingenieur bij de Inspectie-generaal Ontwikkeling (DG 6). 5° Mevr.C. Vinkx, gezondheidsinspecteur bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. 6° De heer R.Huysman, inspecteur bij het leefmilieu van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. 7° De heer L.Waterschoot, directeur, afgevaardigde van de Minister van Begroting. 8° De heer H.Vandeputte, vertegenwoordiger van de vzw BEMEFA. 9° Mevr.H. Van Dijck, vertegenwoordigster van de vzw FRANA. 10° De heer J.Bosmans, vertegenwoordiger van de vzw SYNAGRA. 11° De heer D.Lepiece, vertegenwoordiger van de vzw FYTOFAR. 12° Mevr.H. Van Dijck, vertegenwoordigster van de vzw FYTOFAR. 13° De heer C.Versmissen, vertegenwoordiger van de vzw FYTOFAR. 14° De heer F.Gersdorff, vertegenwoordiger van de vzw FEDICHEM.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 13 januari 1999.
K. PINXTEN