13 FEBRUARI 1998. Ministerieel besluit betreffende de beroepsopleiding van het personeel van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de bepalingen van afdeling 2;

Gelet op het advies van het beheerscomité;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 13 november 1996;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 13 november 1996;

Gelet op het protocol van 9 december 1997 waarin de conclusies zijn vervat van de onderhandelingen in het raam van het Sectorcomité XI;

Overwegende dat de beroepsopleiding van het personeel een onontbeerlijke voorwaarde is om het publiek een dienstverlening van betere kwaliteit te verstrekken en voor het realiseren van productiviteitswinst;

Overwegende dat de redelijke financiële voordelen toegekend aan de personeelsleden die vrijwillig bijdragen tot die opleiding van aard zijn om deze personeelsopleiding te bevorderen zonder enige nadelige weerslag op het begrotingsevenwicht van de instelling, Besluit :

Artikel 1.Ten einde de opleiding en de vervolmaking van de personeelsleden te verzekeren worden lessenreeksen georganiseerd binnen de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen, hierna "Kas" genoemd.

Deze lessen gaan over de materies die tot de activiteiten van de Kas behoren en over materies die daarmee nauw verband houden.

Art. 2.Een toelage van 175 frank per lesuur, eventueel vermeerderd met een aanvullende toelage van 125 frank voor de voorbereiding en het opmaken van een tekst, wordt toegekend aan de personeelsleden van de Kas die door de Directie worden be1ast met het geven van opleiding en vervolmaking.

Art. 3.De personeelsleden bedoeld bij artikel 2 genieten voorts een toelage van 50 frank per uur voor de verbetering van de werkzaamheden.

Art. 4.De toelagen bedoeld onder de artikelen 2 en 3 zijn gebonden aan de schommelingen van het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Zij zijn verbonden aan de spil-index 119,53.

Art. 5.De personeelsleden bedoeld bij de artikelen 2 en 3 trekken uitkeringen wegens verblijfskosten volgens de beschikkingen van het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de uitkeringen wegens verblijfskosten van de personeelsleden van de ministeries.

Zij krijgen verder de terugbetaling van de andere reiskosten overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemeen reglement op de reiskosten.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking per 1 januari 1997.

Brussel, 13 februari 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET