Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 november 2009
gepubliceerd op 23 november 2009

Ministerieel besluit tot vaststelling van het niveau van specificatie van de basisfactuur betreffende elektronische communicatie

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2009011492
pub.
23/11/2009
prom.
12/11/2009
ELI
eli/besluit/2009/11/12/2009011492/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 NOVEMBER 2009. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het niveau van specificatie van de basisfactuur betreffende elektronische communicatie


De Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen, Gelet op de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, artikel 110, gewijzigd door de wet van 18 mei 2009;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 april 2007 tot vaststelling van het niveau van specificatie van de gespecificeerde basisfactuur;

Gelet op het advies van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie van 31 juli 2009;

Gelet op advies 47.082/2/V van de Raad van State, gegeven op 17 augustus 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat dit besluit tot doel heeft om het niveau van specificatie vast te leggen van de standaardfactuur van alle operatoren die actief zijn in België en die aan abonnees factureren;

Overwegende dat het voor het bevorderen van de transparantie gepast voorkomt dat een basisfactuur bestaat uit twee delen : in de eerste plaats een samenvatting waarop minimaal het totaalbedrag en de betreffende facturatieperiode vermeld worden en vervolgens een overzicht, waarin die vermeldingen nogmaals gespecificeerd worden tezamen met het volledige bedrag dat voor iedere categorie van deelprestatie (gedefinieerd in artikel 1) verschuldigd is;

Overwegende dat artikel 2 de structuur van de basisfactuur vastlegt en eveneens volledige elektronische facturatie toelaat;

Overwegende dat artikel 3 aangeeft welke vermeldingen dienen te worden opgenomen in het tweede deel, het overzicht van de basisfactuur;

Overwegende dat het voor de consument nuttig is om geregeld te worden ingelicht over de vervaldatum van zijn contract, indien dit voor een bepaalde duur is gesloten, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « categorie van deelprestatie » : prestatie of geheel van prestaties die op gebundelde wijze worden aangeboden zonder aparte aanrekening, waarvoor een afzonderlijk eenheidstarief wordt aangerekend binnen de referentieperiode van de factuur overeenkomstig de bepalingen overeengekomen tussen de operator en de abonnee;2° « referentieperiode van de factuur » : de periode waarop de factuur betrekking heeft.

Art. 2.De basisfactuur, die een papieren of elektronische vorm kan aannemen, bestaat uit ten minste twee delen : de samenvatting en het overzicht.

De samenvatting vermeldt ten minste het totaalbedrag dat de abonnee dient te betalen.

Art. 3.De operator neemt de volgende vermeldingen op de volgende wijze op in het overzicht : 1° per categorie van deelprestatie : een korte en correcte omschrijving van de categorie van deelprestatie die binnen de referteperiode van de factuur geleverd werd of waarvoor een vooruitbetaling gevraagd wordt;2° per categorie van deelprestatie : het aantal keren dat het eenheidstarief binnen de betrokken referteperiode werd toegepast, uitgedrukt in de eenheden die voor de berekening van het volledige bedrag van de categorie van deelprestatie gebruikt worden;3° per categorie van deelprestatie : het totale bedrag dat aangerekend wordt;4° eenmalig, vóór het vermelden van het totaalbedrag, bedoeld in 5° : alle eventuele kortingen of promotionele voorwaarden die van toepassing zijn;5° eenmalig, op het einde van het overzicht : het te betalen totaalbedrag van de factuur.

Art. 4.Voor elk voor een bepaalde duur gesloten contract vermeldt de basisfactuur de vervaldatum van dit contract, en dit goed leesbaar.

Art. 5.Het ministerieel besluit van 27 april 2007 tot vaststelling van het niveau van specificatie van de gespecificeerde basisfactuur wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de negende maand na die waarin ze is bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad..

Brussel, 12 november 2009.

V. VAN QUICKENBORNE

ADVIES 47.082/2/V VAN 17 AUGUSTUS 2009 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede vakantiekamer, op 24 juli 2009 door de Minister voor Ondernemen en Vereenvoudigen verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van ministerieel besluit « tot vaststelling van het niveau van specificatie van de basisfactuur betreffende elektronische communicatie », heeft het volgende advies gegeven : Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Aanhef 1. Het eerste lid dient als volgt te worden gesteld : « Gelet op de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, artikel 110, gewijzigd bij de wet van 18 mei 2009 » (1).2. Er behoort een nieuw tweede lid te worden ingevoegd waarin melding moet worden gemaakt van het ministerieel besluit van 27 april 2007 tot vaststelling van het niveau van specificatie van de gespecificeerde basisfactuur, dat opgeheven wordt bij artikel 7 van het ontwerp (2). Dispositief Artikelen 2 en 6 De rechtsgrond van het ontworpen besluit is te vinden in artikel 110, § 1, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, welke bepaling als volgt luidt : « De operatoren verstrekken de abonnees met een maximum van vijf nummers gratis een gespecificeerde basisfactuur waarvan het niveau van specificatie door de minister wordt vastgesteld na advies van het Instituut. » (1) Zie Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, 2008, tab « Wetgevingstechniek », aanbeveling nr.27 en formule F 3-2-2, www.raadvst-consetat.be (17.08.2009). (2) Ibidem, aanbevelingen nummers 29 en 30. De minister wordt er aldus toe gemachtigd het niveau van specificatie vast te stellen van de basisfactuur die door de operatoren aan sommige van hun abonnees moet worden verstrekt.

De artikelen 2 en 6 van het ontwerp zijn niet in overeenstemming met die machtiging.

In artikel 2 wordt aangegeven dat het ontworpen besluit van toepassing is op facturen bedoeld in artikel 110, § 1, van de wet van 13 juni 2005 « waarmee afzonderlijk of in een gebundeld aanbod, het verbruik van een elektronische communicatiedienst wordt aangerekend ». Het oogmerk van deze bepaling is de werkingssfeer van het ontworpen besluit nader af te bakenen. Artikel 110, § 1, van de wet van 13 juni 2005 bepaalt evenwel reeds zelf zijn toepassingsgebied zonder de minister ertoe te machtigen dat nader aan te geven. Als het evenwel niet de bedoeling van de steller van het ontwerp is om het toepassingsgebied te wijzigen, maar alleen om het nader aan te geven - er is reden toe om dat aan te nemen -, mag in een besluit geen wetsbepaling worden overgenomen of geparafraseerd, aangezien de steller van het ontwerp door de inhoud van die bepaling - zelfs getrouw - over te nemen, handelt alsof hij bevoegd was om de overgenomen hogere regeling vast te stellen, en dus ook te wijzigen.

In artikel 6 wordt bepaald dat de abonnees op zijn minst om de zes maanden een gespecificeerde basisfactuur moeten ontvangen wanneer de referentieperiode langer is dan zes maanden. Aldus wordt bij dat artikel aan de operatoren een verplichting opgelegd die geen verband houdt met de machtiging die bij artikel 110, § 1, van de wet van 13 juni 2005 aan de minister is opgelegd om het niveau van specificatie van de basisfactuur vast te stellen.

Bijgevolg dienen de artikelen 2 en 6 van het ontwerp te vervallen.

Artikel 3 Het derde lid behoort te vervallen, aangezien het doubleert met artikel 4, 3°.

Artikel 4 In artikel 4, 4°, dienen de woorden « in artikel 3, 5° » te worden vervangen door de woorden « in onderdeel 5° ».

De kamer was samengesteld uit : De heren : R. Andersen, eerste voorzitter van de Raad van State;

P. Lewalle en P. Vandernoot, staatsraden;

Mevr. C. Gigot, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door Mevr. L. Vancrayebeck, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Vandernoot.

De griffier, C. Gigot.

De eerste voorzitter, R. Andersen.

^