Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 12 juli 2005
gepubliceerd op 20 september 2005

Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de examencommissie voor de afgifte van de brevetten van beroepsbekwaamheid voor het leidend en onderwijzend personeel van de erkende rijscholen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2005014141
pub.
20/09/2005
prom.
12/07/2005
ELI
eli/besluit/2005/07/12/2005014141/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JULI 2005. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de examencommissie voor de afgifte van de brevetten van beroepsbekwaamheid voor het leidend en onderwijzend personeel van de erkende rijscholen


De Minister van Mobiliteit, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 5 augustus 2003, en op artikel 23, § 3 ingevoegd bij artikel 3, 3° van de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen, in het bijzonder artikel 36;

Besluit :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde huishoudelijk reglement van de examencommissie voor de afgifte van de brevetten van beroepsbekwaamheid voor het leidend en onderwijzend personeel van de erkende rijscholen, vastgesteld in gemeenschappelijk overleg door de drie kamers van de examencommissie, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Brussel, 12 juli 2005.

R. LANDUYT

Bijlage bij het ministerieel besluit van 12 juli 2005 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de examencommissie voor de afgifte van de brevetten van beroepsbekwaamheid voor het leidend en onderwijzend personeel van de erkende rijscholen Huishoudelijk reglement van de examencommissie voor de afgifte van de brevetten van beroepsbekwaamheid voor het leidend en onderwijzend personeel van de erkende rijscholen HOOFDSTUK I. - Algemeenheden

Artikel 1.Het secretariaat wordt waargenomen door de sectie « Rijscholen » van de Dienst Rijbewijs.

Het secretariaat roept de kandidaten ten minste tien dagen vóór de datum van de proeven op, bij brief waarin plaats, dag en uur van de examens vermeld staan.

Artikel 2.Elke examenzitting wordt voorgezeten door de voorzitter van de commissie, de kamervoorzitter, een ondervoorzitter, een vertegenwoordiger van de Minister, met een graad van niveau A, of, in geval van overmacht, indien een voldoende aantal leden aanwezig is, door het lid van de commissie die het meeste aantal dienstjaren heeft.

De examenzitting is slechts geldig, wanneer bij de schriftelijke proef ten minste één commissielid aanwezig is. Voor de andere proeven is de examenzitting slechts geldig, wanneer ten minste twee leden aanwezig zijn.

De leden van de commissie worden ten minste tien dagen vóór de zitting uitgenodigd. Als ze verhinderd zijn, verwittigen ze zo spoedig mogelijk het secretariaat, dat voor hun vervanging zorgt.

Artikel 3.Een commissielid mag niet ondervragen, indien het examen gedaan wordt door een bloed- of aanverwant tot en met de 4de graad, noch wanneer de kandidaat uit zijn school of opleidingscentrum komt.

De voorzitter van de zitting kan een lid vragen zich te onthouden. Een lid mag zich om persoonlijke redenen onthouden.

Elke vraag van een kandidaat tot wraking van een commissielid wordt door de voorzitter van de zitting onderzocht, die, na de partijen gehoord te hebben, zonder mogelijkheid tot verhaal, beslist.

Artikel 4.De voorzitter van de zitting zorgt, samen met de secretaris, voor het regelmatige verloop van de examens. HOOFDSTUK II. - Schriftelijke proef

Artikel 5.De kamervoorzitter of zijn plaatsvervanger organiseert het opstellen van de vragen voor de schriftelijke proef.

De kamervoorzitter of plaatsvervanger duidt de commissieleden aan die belast worden met de verbetering van de schriftelijke proeven.

Het geheim van de examenwerken wordt gevrijwaard : de identiteit van elke kandidaat moet na nazicht onder gesloten omslag bewaard worden tot na de verbetering van het examenwerk of een eventuele deliberatie.

De proeven worden verbeterd door twee commissieleden. Het toegekende aantal punten is het gemiddelde van de beoordelingen die door beide verbeteraars werden toegekend. De beoordeling gebeurt op een afzonderlijk blad. Zo nodig neemt het secretariaat contact op met de verbeteraars.

Na mededeling van de toegekende punten mag de kandidaat binnen de drie maand vragen om zijn examenwerk in te kijken. Hij mag zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een advocaat. Het secretariaat staat in voor de organisatie van de inzage.

De examenwerken worden gedurende drie jaar na de datum van de proef bewaard. HOOFDSTUK III. - Mondelinge proef

Artikel 6.Elke mondelinge proef wordt afgenomen door ten minste twee commissieleden, die door de voorzitter van de zitting aangeduid worden, waarvan ten minste één deskundig is in de examenstof.

De mondelinge ondervraging mag, wat ook de stof is, in principe niet langer dan 30 minuten duren, deliberatie inbegrepen.

Na afloop van de proef deelt de secretaris de uitslag aan de kandidaat mee. HOOFDSTUK IV. - Modelles theorie

Artikel 7.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 mei 2004, wordt de modelles theorie afgenomen na welslagen voor de schriftelijke en mondelinge proeven en nadat aan de in artikel 33 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 bepaalde stage voldaan is.

De modelles theorie wordt in gewone lesomstandigheden gegeven. Helpers spelen de rol van rijbewijskandidaten.

Elke modelles theorie wordt voor ten minste twee commissieleden gegeven, waarvan ten minste één deskundig is in de examenstof.

Het lesonderwerp wordt door de kandidaat uit een reeks van ten minste acht onderwerpen geloot. De kandidaat beschikt over anderhalf uur om zijn les schriftelijk voor te bereiden.

De modelles theorie mag maximaal vijfenveertig minuten duren, deliberatie inbegrepen.

Het examen wordt beoordeeld door al de commissieleden die de modelles bijwoonden, aan de hand van een in artikel 31, § 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 bepaald examenprotocol.

Na afloop van het examen deelt de secretaris de uitslag aan de kandidaat mee. HOOFDSTUK V. - Modelles praktijk voor de kandidaten voor brevet II en V

Artikel 8.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 mei 2004, wordt de modelles praktijk afgelegd na welslagen voor de schriftelijke en mondelinge proeven en nadat voldaan is aan de in artikel 33 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 bepaalde stage.

Het onderwerp van de les wordt door de kandidaat uit een reeks van ten minste acht onderwerpen geloot. De kandidaat beschikt over anderhalf uur om zijn les schriftelijk voor te bereiden.

Het lesvoertuig voor het examen moet beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 29 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004.

Ten minste twee commissieleden nemen plaats in het voertuig. Degene die de rol van leerling speelt moet houder zijn van een brevet I. Het examen wordt beoordeeld door al de commissieleden die de modelles bijwoonden, aan de hand van het in artikel 31, § 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 bepaalde examenprotocol.

Overeenkomstig bijlage 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004, duurt de modelles maximum vijfenveertig minuten, deliberatie inbegrepen.

Na afloop van het examen deelt de secretaris de uitslag aan de kandidaat mee. HOOFDSTUK VI. - Modelles praktijk voor de kandidaten voor brevet IV

Artikel 9.Overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 mei 2004, wordt de modelles praktijk afgelegd na welslagen voor de schriftelijke en mondelinge proeven en nadat voldaan is aan de in artikel 33 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 bepaalde stage.

De kandidaat legt de behendigheidsproef af met een voertuig dat beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 29 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004. Hij moet een uitrusting voor motorfietser dragen.

De kandidaat die geslaagd is voor de behendigheidsproef, loot een lesonderwerp uit een reeks van acht onderwerpen. Hij beschikt over anderhalf uur om ter plaatse de les schriftelijk voor te bereiden.

De modelles op privé-terrein en op de openbare weg wordt gegeven aan een lid van de examencommissie die een grote ervaring als motorrijder bezit en die de rol van leerling speelt. Daarvoor wordt een voertuig gebruikt dat beantwoordt aan de voorwaarden van artikel 29 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004.

De leerling moet een uitrusting voor motorfietser dragen Ten minste twee leden van de commissie die veel ervaring als motorrijder hebben, wonen het examen bij; de beoordeling gebeurt door alle deelnemende commissieleden, aan de hand van het in artikel 31, § 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 bepaalde examenprotocol.

Overeenkomstig bijlage 2 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004, wordt de oefening op de openbare weg gegeven met een leerling op de motorfiets, gevolgd door de kandidaat-lesgever in een persoonwagen, in aanwezigheid van de commissie. Via een radioverbinding geeft de lesgever rij-instructies aan de leerling op de motorfiets. Het examen duurt maximum vijfenveertig minuten, deliberatie inbegrepen.

Na afloop van het examen deelt de secretaris de uitslag aan de kandidaat mee. HOOFDSTUK VII. - Processen-verbaal van de zittingen

Artikel 10.Na afloop van elke examenzitting stelt de secretaris een proces-verbaal ervan op, dat door de voorzitter en door alle deelnemende commissieleden en ook door de secretaris ondertekend wordt. Dit proces-verbaal vermeldt onder meer het begin- en einduur van de zitting en, als het over een mondeling examen of een modelles gaat, de punten die per stof en in totaal aan elke kandidaat toegekend werden. HOOFDSTUK VIII. - Brevetten

Artikel 11.Het brevet wordt in de taal van het examen opgemaakt.

Het brevet wordt opgemaakt op datum van de modelles voor de brevetten II, III, IV en V en op datum van het mondeling examen voor het brevet I. Het brevet wordt door de voorzitter van de commissie of door de kamervoorzitter ondertekend. HOOFDSTUK IX. - Vrijstellingen van bepaalde examens

Artikel 12.Indien de kandidaat niet geslaagd is voor het schriftelijk en mondeling examen, wordt hem bij kennisgeving van de uitslag meegedeeld op welke vrijstellingen hij recht heeft.

De kandidaat deelt bij zijn inschrijving voor het schriftelijk en mondeling examen mee van welke vrijstellingen hij gebruik wenst te maken.

Artikel 13.Om een vrijstelling te kunnen bekomen, moet men aan de volgende voorwaarden voldoen : a) Vak « theoretische kennis van de verkeersveiligheid » : De kandidaat die voor eenzelfde brevet 70 % der punten haalde voor het schriftelijk en het mondeling examen samen, heeft recht op vrijstelling van het schriftelijk en van het mondeling examen.Deze vrijstelling geldt voor de drie eerstvolgende examenzittijden; b)Vak « mechaniek, techniek en elektriciteit » : De kandidaat die voor eenzelfde brevet 60 % der punten haalde voor het schriftelijk en het mondeling examen samen, heeft recht op vrijstelling van het schriftelijk en van het mondeling examen. Deze vrijstelling geldt voor de drie eerstvolgende examenzittijden; c) Vak « koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen en de ministeriële omzendbrieven in verband daarmee » : De kandidaat die 60 % der punten haalde voor het schriftelijk en het mondeling examen samen, heeft recht op vrijstelling van het schriftelijk en van het mondeling examen.Deze vrijstelling geldt voor de drie eerstvolgende examenzittijden; d) Vak « algemene kennis van het bedrijfsbeheer in verband met het beheer en de leiding van rijscholen » : De kandidaat die 60 % der punten haalde voor het schriftelijk en het mondeling examen samen, heeft recht op vrijstelling van het schriftelijk en van het mondeling examen.Deze vrijstelling geldt voor de drie eerstvolgende examenzittijden;

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 12 juli 2005 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de examencommissie voor de afgifte van de brevetten van beroepsbekwaamheid voor het leidend en onderwijzend personeel van de erkende rijscholen.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^