Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 11 juni 2002
gepubliceerd op 03 augustus 2002

Ministerieel besluit tot oprichting van een commissie belast met het uitbrengen van een advies betreffende de opdrachten en operaties die in aanmerking komen voor de toekenning van de herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2002007173
pub.
03/08/2002
prom.
11/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/11/2002007173/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JUNI 2002. - Ministerieel besluit tot oprichting van een commissie belast met het uitbrengen van een advies betreffende de opdrachten en operaties die in aanmerking komen voor de toekenning van de herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties


De Minister van Landsverdediging, Gelet op het koninklijk besluit van 13 april 1993 tot instelling van een herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 november 1994 en van 5 juni 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 31 december 1997 tot oprichting van een intermachtencommissie belast met het onderzoeken van de opdrachten en operaties die in aanmerking komen voor de toekenning van de herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties;

Gelet op het advies nr. 33.277/4 van de Raad van State, gegeven op 17 april 2002, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een commissie opgericht belast met het uitbrengen van een advies betreffende de opdrachten en operaties die in aanmerking komen voor de toekenning van de herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties.

Art. 2.De commissie is samengesteld uit : 1° een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, hoofdofficieren van de sectie beleidsreglementering, voorgedragen door de directeur-generaal human resources;2° een afgevaardigde en een plaatsvervangend afgevaardigde, hoofdofficieren van de staf van het stafdepartement operaties en training, voorgedragen door de onderstafchef operaties en training;3° een afgevaardigde en een plaatsvervangend afgevaardigde van elke component van de interventiemacht van het stafdepartement operaties en training, voorgedragen door de commandant van elke component;4° een afgevaardigde en een plaatsvervangend afgevaardigde van de ondersectie notariaat, voorgedragen door de directeur-generaal human resources. In geval van verhindering worden de leden, bedoeld in het eerste lid, 1° tot 4°, vervangen door plaatsvervangende leden die op dezelfde wijze worden aangewezen. Een lager officier, behorende tot de ondersectie notariaat, voorgedragen door de directeur-generaal human resources, vervult het ambt van secretaris.

De voorgedragen leden worden door de minister van Landsverdediging aangewezen.

Art. 3.§ 1. De commissie komt bijeen op initiatief van haar voorzitter. Om geldig te vergaderen is de aanwezigheid vereist van de meerderheid van de leden. § 2. De agenda wordt opgesteld door de voorzitter, op voorstel van de secretaris of op verzoek van de commandant van een component van de interventiemacht.

De leden die een punt op de agenda wensen te plaatsen moeten daarvoor een schriftelijke aanvraag richten aan de secretaris.

Enkel de punten die voorkomen op de agenda worden tijdens de vergadering onderzocht. Bij beslissing van de meerderheid van de aanwezige leden kunnen evenwel dringende vragen ter zitting aan de dagorde worden toegevoegd. § 3. Op het einde van de vergadering van de commissie stelt de secretaris de notulen op. Ze worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en voor goedkeuring aan alle leden toegestuurd.

De goedgekeurde notulen worden aan de minister van Landsverdediging toegezonden als bijlage van elk ontwerp van ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit tot vaststelling van opdrachten en operaties die in aanmerking komen voor de toekenning van de herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties.

Art. 4.Het ministerieel besluit van 31 december 1997 tot oprichting van een intermachtencommissie belast met het onderzoeken van de opdrachten en operaties die in aanmerking komen voor de toekenning van de herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het koninklijk besluit van 5 juni 2002 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 april 1993 tot instelling van een herinneringsmedaille voor buitenlandse opdrachten of operaties in werking treedt.

Brussel, 11 juni 2002.

A. FLAHAUT

^