gepubliceerd op 18 september 2009
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 september 1989 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van sommige personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de Pensioendienst voor de Overheidssector
10 SEPTEMBER 2009. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 september 1989 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van sommige personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de Pensioendienst voor de Overheidssector
De Minister van Financiën, De Minister van Begroting, De Minister van Pensioenen, De Staatssecretaris voor Begroting, Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen, toelagen en premies van alle aard toegekend aan het personeel van de federale overheidsdiensten, artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 22 november 2006;
Gelet op het ministerieel besluit van 14 september 1989 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van sommige personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de Pensioendienst voor de Overheidssector;
Overwegende de retroactiviteit van de datum van inschrijving voor de eerste gecertificeerde opleiding die wordt aangeboden in het niveau D en bijgevolg de omvang van het te recupereren bedrag van de vormingspremie bij het slagen in deze opleiding in vergelijking met het bedrag van de premie voor competentieontwikkeling;
Overwegende dat bijgevolg het niet alleen een sociale maatregel is om de uitbetaalde vormingspremie niet te recupereren tot de laatste dag van de maand waarin dit besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, maar eveneens een aanmoediging voor het ontwikkelen van de competenties van de personeelsleden van het niveau D, die als laatste toegang kregen tot de gecertificeerde opleidingen en de hieraan verbonden premie voor competentieontwikkeling;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën geaccrediteerd bij de Minister van Financiën, gegeven op 15 april 2008;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën geaccrediteerd bij de Minister van Pensioenen, gegeven op 13 mei 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 24 september 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 4 december 2008;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 17 april 2009 van het Sectorcomité II - Financiën;
Gelet op advies 46.774/2 van de Raad van State, gegeven op 23 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluiten :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 14 september 1989 tot instelling van een vormingspremie ten gunste van sommige personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Financiën en van de Pensioendienst voor de overheidssector wordt een artikel 3bis ingevoegd, luidende : «
Art. 3bis.De titularissen van de graad van technisch medewerker die uit hoofde van hun weddeschaal gerechtigd zijn op deelname aan een gecertificeerde opleiding, verliezen het recht op de premie met ingang van de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding waarvoor zij geslaagd zijn en uiterlijk met ingang van 1 januari 2010. »
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 3ter ingevoegd, luidende : «
Art. 3ter.De titularissen van de graad van administratief medewerker die uit hoofde van hun weddeschaal gerechtigd zijn op deelname aan een gecertificeerde opleiding, verliezen het recht op de premie met ingang van de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding waarvoor zij geslaagd zijn en uiterlijk met ingang van 1 januari 2010.
De titularissen van de graad van financieel medewerker die uit hoofde van hun weddeschaal gerechtigd zijn op deelname aan een gecertificeerde opleiding, verliezen het recht op de premie met ingang van de geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding waarvoor zij geslaagd zijn en uiterlijk met ingang van 1 januari 2010. »
Art. 3.In artikel 4bis, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 25 april 2007, worden de woorden « artikelen 2bis en 5bis » vervangen door de woorden « artikelen 2bis, 3bis en 5bis ».
Art. 4.In artikel 4bis, § 2, van hetzelfde besluit, vervangen bij het ministerieel besluit van 25 april 2007 en gewijzigd bij artikel 3 van dit besluit worden de woorden « artikelen 2bis, 3bis en 5bis » vervangen door de woorden « artikelen 2bis, 3bis, 3ter en 5bis. ».
Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit, vervangen door het ministerieel besluit van 28 februari 2005, worden de woorden « de Directeur-generaal van de Administratie der Pensioenen » vervangen door de woorden « de Administrateur-generaal van de Pensioendienst voor de Overheidssector ».
Art. 6.In afwijking van de artikelen 1 en 2 behouden de ambtenaren van niveau D die slagen of geslaagd zijn voor een gecertificeerde opleiding, de vormingspremie tot de laatste dag van de maand waarin dit besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005 met uitzondering van : 1° de artikelen 2 en 4 die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2006;3° artikel 5 dat uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2007. Brussel, 10 september 2009.
De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Begroting, G. VANHENGEL De Minister van Pensioenen, M. DAERDEN De Staatssecretaris voor Begroting, M. WATHELET