gepubliceerd op 09 oktober 2002
Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om startbaanovereenkomsten te sluiten voor de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer vallen
10 SEPTEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot vrijstelling van de verplichting om startbaanovereenkomsten te sluiten voor de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer vallen (1)
De Minister van Werkgelegenheid, Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 42, gewijzigd bij de wet van 5 september 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 23, § 3, 32, tweede en derde lid, 33, § 2, derde lid, 34, 36, 37, § 1, 1°, 39, § 4, tweede lid, en § 5, tweede lid, 42, § 2, 44, § 4, derde lid, 46, eerste lid, 47, § 4, eerste en vierde lid, van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 januari 2002;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 2001 betreffende de risicogroepen in de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer;
Gelet op de aanvraag van het Paritair Comité voor het vervoer van 28 mei 2002 tot vrijstelling van de verplichting inzake startbaanovereenkomsten ten behoeve van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten;
Gelet op het voorstel van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gedaan op 18 juli 2002, Besluit :
Artikel 1.De ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en autocardiensten die voor hun werklieden onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer vallen worden vrijgesteld van de verplichting nieuwe werknemers in dienst te nemen met een startbaanovereenkomst voor de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2002.
De in het eerste lid bedoelde vrijstelling is niet van toepassing op diegene van de in het eerste lid bedoelde ondernemingen die in toepassing van artikel 41 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid een overeenkomst voor de tewerkstelling van jongeren hebben gesloten met de Minister van Werkgelegenheid en die uitdrukkelijk vragen om van die vrijstelling uitgesloten te worden.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.
Brussel, 10 september 2002.
Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000. Wet van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 15 september 2001.
Koninklijk besluit van 30 maart 2000, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2000.
Koninklijk besluit van 21 januari 2002, Belgisch Staatsblad van 7 februari 2002.