Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 10 juli 2012
gepubliceerd op 25 juli 2012

Ministerieel besluit houdende beschermende maatregelen voor pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, alsook hun producten, bij het uitbreken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2012018309
pub.
25/07/2012
prom.
10/07/2012
ELI
eli/besluit/2012/07/10/2012018309/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JULI 2012. - Ministerieel besluit houdende beschermende maatregelen voor pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, alsook hun producten, bij het uitbreken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels


De Minister van Landbouw, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, artikel 8, punt 1, en artikel 9, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003;

Gelet op de wet van 4 februari 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2000 pub. 18/02/2000 numac 2000022108 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, gewijzigd bij de wetten van 13 juli 2001, 31 december 2003, 9 juli 2004 en 20 juli 2005, en artikel 5, tweede lid, vervangen bij de wet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza, artikel 40;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/04/2006 pub. 05/04/2006 numac 2006022305 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza sluiten houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza;

Overwegende Beschikking 2006/563/EG van de Commissie van 11 augustus 2006 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels in de Gemeenschap en tot intrekking van Beschikking 2006/115/EG;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 20 december 2011;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale overheid van 8 december 2011;

Gelet op het advies 51.134/3 van de Raad van State, gegeven op 17 april 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit bevat bepaalde beschermende maatregelen die moeten worden toegepast wanneer bij wilde vogels hoogpathogene aviaire influenza veroorzaakt door een influenza A-virus van het subtype H5 wordt ontdekt waarvan vermoed wordt of bevestigd is dat het neuraminidasetype N1 is. Deze maatregelen zijn bedoeld om de verspreiding van aviaire influenza van wilde vogels naar pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels en besmetting van de producten van die dieren te voorkomen.

Dit besluit is van toepassing onverminderd andere beschermende maatregelen die van toepassing zijn bij een uitbraak van hoogpathogene aviaire influenza bij pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Broedeieren : eieren van pluimvee, bestemd om te worden bebroed;2° Vrij vederwild : voor menselijke consumptie bejaagde, niet-gedomesticeerde vogels en in vrijheid levend vederwild;3° Verzameling : het bijeenbrengen van vogels op een beurs, een markt, een tentoonstelling, een wedstrijd, alsook op elke publieke of particuliere plaats om ze tentoon te stellen, te verkopen, te vervoeren, over te dragen, te ruilen of af te staan;4° Andere in gevangenschap gehouden vogels : elke andere vogel dan pluimvee, die in gevangenschap wordt gehouden en die voor andere doeleinden bestemd is dan de productie van vlees of consumptieëieren, de productie van andere producten, het uitzetten in het wild of het kweken van deze soorten en categorieën vogels.Inbegrepen in deze definitie zijn vogels die gehouden worden met het oog op tentoonstellingen, wedstrijden, kweek en verkoop, maar niet : a) gezelschapsvogels als bedoeld in artikel 3, punt a), van Verordening (EG) nr.998/2003; b) vogels bestemd voor dierentuinen, circussen, pretparken en experimentele laboratoria, alsook verklikkervogels die door de bevoegde autoriteiten geplaatst zijn in het kader van monitoring en onderzoek;5° PCE : controle-eenheid van het Voedselagentschap;6° HPAI H5N1 : hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 waarvan vermoed wordt of bevestigd is dat het neuraminidasetype N1 is.

Art. 3.§ 1. Het Voedselagentschap bakent rond het gebied waar de aanwezigheid van HPAI H5N1 bij wilde vogels bevestigd is : 1° een controlegebied af met een straal van minimaal 3 km;2° een monitoringgebied met een straal van aanvankelijk 10 km, dat het controlegebied omvat. § 2. Het instellen van het controlegebied en het monitoringgebied is gebaseerd op een risicobeoordeling die rekening houdt met geografische, limnologische, administratieve, ecologische en epizoötische factoren betreffende de soorten wilde vogels, de eigenschappen van de aviaire influenzavirussen en de voorzieningen op het vlak van monitoring. § 3. De beschrijving van deze gebieden is ter beschikking op de website, kan op eenvoudige aanvraag bij het Voedselagentschap bekomen worden en wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.Indien in een beschermingsgebied of een toezichtsgebied, afgebakend naar aanleiding van een uitbraak met hoogpathogene aviaire influenza, wordt vermoed of bevestigd dat wilde vogels met HPAI H5N1 besmet zijn, dan zal het Voedselagentschap : 1° een controlegebied en een monitoringgebied instellen;2° een risicobeoordeling uitvoeren om na te gaan of de straal van het controlegebied en het monitoringgebied moet worden vergroot of verkleind zodat deze beide zones samenvallen met het beschermingsgebied en/of het toezichtsgebied.

Art. 5.In een controlegebied zijn de volgende maatregelen van kracht : 1° Het Voedselagentschap identificeert alle commerciële en niet-commerciële bedrijven en gaat over tot het tellen en inventariseren van alle pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels.2° Elke verantwoordelijke van pluimvee moet voetbaden met een toegelaten biocide plaatsen bij de ingangen en de uitgangen van elke pluimveestal en van een bedrijf.De voertuigen, die het bedrijf binnenkomen of verlaten, dienen ontsmet te worden. 3° Elke persoon die een pluimveestal of een broeierij betreedt, inbegrepen de terreinen waarop het pluimvee gehouden wordt, moet bedrijfseigen laarzen en kledij of overkledij aantrekken voordat hij binnengaat en moet alle nodige voorzorgen nemen om verspreiding van het aviaire influenzavirus te vermijden.4° Pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moeten worden opgehokt of op een zodanige wijze worden afgeschermd dat contact met wilde vogels vermeden wordt.5° Het voederen en het drenken van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels moet binnen gebeuren of op een zodanige wijze dat contact met wilde vogels onmogelijk is.6° Het is verboden om pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels te drenken met water dat afkomstig is van oppervlaktewatervoorraden of met regenwater waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water werd behandeld om eventueel aanwezige virussen te inactiveren.7° In gevangenschap gehouden eenden en ganzen moeten van het andere pluimvee gescheiden worden.8° Alle commerciële pluimveebedrijven worden op geregelde tijdstippen door het Voedselagentschap bezocht en deze bezoeken worden geregistreerd.Niet-commerciële pluimveebedrijven worden gericht bezocht, waarbij in de eerste plaats de bedrijven bezocht worden die geacht zijn het meeste risico te lopen. Bij deze bezoeken : a) worden het pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels klinisch onderzocht en worden er, zo nodig, monsters voor een laboratoriumonderzoek genomen overeenkomstig het diagnosehandboek.Het onderzoek is gericht op pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, in het bijzonder eenden en ganzen, die nog niet opgehokt waren vóór het afbakenen van het controlegebied. b) wordt het toepassen van de onder 2° tot 7° genoemde bioveiligheidsmaatregelen geëvalueerd.9° Het verplaatsen over de openbare weg van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, met uitzondering van de doorvoer doorheen het controlegebied over de weg of per spoor waarbij niet wordt gelost of halt gehouden, is verboden.10° Verzamelingen van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels zijn verboden.11° Het vervoer van broedeieren is verboden, met uitzondering van de doorvoer doorheen het controlegebied.12° Het vervoer van vers vlees, gehakt vlees, separatorvlees, vleesbereidingen, dierlijke bijproducten afkomstig van vogels, vleesproducten van pluimvee en vrij vederwild, is verboden, met uitzondering van de doorvoer doorheen het controlegebied.13° Het vervoer en het uitrijden van onverwerkte mest van bedrijven die pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels in het controlegebied houden, is verboden.14° Het vervoer van gebruikte bedding en van strooisel van pluimvee is verboden.15° Het in het wild vrijlaten van in gevangenschap levend vederwild is verboden. 16° Het Agentschap maakt het bestaan van de gereglementeerde gebied en de ermee verbonden maatregelen bekend aan de bevolking via een persbericht en op de website www.favv.be

Art. 6.In een monitoringgebied zijn de maatregelen opgesomd in de punten 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 6°, 7°, 10°, 15° en 16° van artikel 5 van toepassing. Daarenboven is het verplaatsen van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels vanuit het monitoringgebied verboden gedurende de eerste 15 dagen volgend op de datum waarop dat gebied is ingesteld.

Art. 7.§ 1. De afwijkingen bepaald in bijlage kunnen worden toegepast indien de resultaten van een risicobeoordeling, uitgevoerd door het Voedselagentschap, gunstig zijn, en indien alle nodige bioveiligheidsmaatregelen worden genomen om de verspreiding van aviaire influenza te voorkomen. § 2. Indien het verzenden, het verplaatsen of het vervoeren van de in paragraaf 1 bedoelde producten krachtens bijlage wordt toegestaan, dan moeten deze producten worden verkregen, gehanteerd, behandeld, opgeslagen en vervoerd zonder afbreuk te doen aan de diergezondheidsstatus van andere producten die voldoen aan alle veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer, het in de handel brengen of de uitvoer naar derde landen.

Art. 8.De afgebakende zones blijven gelden gedurende tenminste 21 dagen voor wat betreft het controlegebied en 30 dagen voor wat betreft het monitoringgebied, te tellen vanaf de datum van de monsterneming die aanleiding heeft gegeven tot de meest recente bevestiging van hoogpathogene aviaire influenza. Het Voedselagentschap heft de zones aan de hand van een risicobeoordeling op.

Art. 9.Onverminderd de beschikkingen van de Europese Commissie, kan het Voedselagentschap op basis van een risicobeoordeling sommige of alle maatregelen waarvan sprake in de artikels 5 en 6 opheffen, zelfs indien er nieuwe besmettingen bij wilde vogels worden ontdekt, op voorwaarde dat er minimaal 21 dagen zijn verlopen sinds het controlegebied en het monitoringgebied voor het eerst werden ingesteld en mits er in die gebieden geen uitbraak van HPAI H5N1 is geweest, noch een verdenking van aviaire influenza bij pluimvee of andere in gevangenschap gehouden vogels.

Art. 10.De artikels 11 en 12 van hoofdstuk IV van het ministerieel besluit van 3 april 2006Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/04/2006 pub. 05/04/2006 numac 2006022305 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Ministerieel besluit houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza sluiten houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza, worden opgeheven.

Brussel, 10 juli 2012.

Mevr. S. LARUELLE

Bijlage 1. Afwijkingen voor levende vogels en eendagskuikens 1.1. In afwijking van de artikels 5 en 6 is het vervoer toegestaan van : a) pluimvee naar bedrijven onder officiële bewaking die gelegen zijn in een controlegebied of een monitoringgebied;b) legrijpe hennen en mestkalkoenen naar bedrijven onder officiële bewaking die gelegen zijn op het grondgebied en waar dat pluimvee gedurende ten minste 21 dagen na aankomst moet blijven. 1.2. In afwijking van de artikels 5 en 6 is het vervoer toegestaan van : a) pluimvee dat bestemd is om onmiddellijk te worden geslacht in een slachthuis dat in het controlegebied of het monitoringgebied gelegen is of, als dat niet mogelijk is, in een ander door het FAVV aangeduid slachthuis.b) pluimvee uit het monitoringgebied naar bedrijven onder officiële bewaking.c) eendagskuikens, afkomstig van eieren die verzameld zijn in het controlegebied, naar een op het grondgebied, maar bij voorkeur buiten het controlegebied, gelegen bedrijf, onder de volgende voorwaarden : i.tijdens het vervoer en in het bedrijf van bestemming worden adequate bioveiligheidmaatregelen toegepast; ii. het bedrijf van bestemming wordt na de aankomst van de eendagskuikens onder officiële bewaking geplaatst; iii. indien dat bedrijf buiten het controlegebied of het monitoringgebied gelegen is, blijft het pluimvee gedurende ten minste 21 dagen na aankomst op dat bedrijf. d) eendagskuikens, afkomstig van eieren die verzameld zijn in het monitoringgebied, naar een bedrijf onder officiële bewaking en gelegen op het grondgebied.e) eendagskuikens, afkomstig van eieren die verzameld zijn buiten het controlegebied of het monitoringgebied, naar om het even welk bedrijf, mits de broederij van verzending kan aantonen dat door middel van haar werkvoorschriften op het vlak van logistiek en bioveiligheid alle contact werd vermeden tussen deze eieren en andere broedeieren of eendagskuikens afkomstig uit die gebieden en die bijgevolg een andere gezondheidsstatus hebben. 2. Afwijkingen voor broedeieren 2.1. In afwijking van de artikels 5 en 6 is het toegestaan dat broedeieren, die verzameld zijn in het controlegebied, worden vervoerd : a) naar een door het FAVV aangeduide broederij.b) naar om het even welke broederij, mits : i.bij het pluimvee op het bedrijf met negatief resultaat een serologisch onderzoek naar HPAI H5N1 is uitgevoerd waarmee de ziekte bij een prevalentie van 5 % met een betrouwbaarheid van ten minste 95 % kan worden aangetoond, en ii. aan de voorwaarden van paragraaf 1, punt 2°, 3° en 4° van artikel 27 van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza wordt voldaan. c) naar een inrichting voor de vervaardiging van eiproducten zoals vastgesteld in bijlage III, sectie X, hoofdstuk II, bij Verordening (EG) nr.853/2004, om te worden gehanteerd en behandeld overeenkomstig hoofdstuk XI van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad. d) om te worden verwijderd. 2.2. In afwijking van de artikels 5 en 6 kan het Voedselagentschap toestaan dat broedeieren of SPF-eieren, die verzameld zijn in het controlegebied, voor wetenschappelijke, diagnostische of farmaceutische doeleinden worden vervoerd naar een aangewezen laboratorium, instituut of vaccinproducent. 2.3. Op de diergezondheidscertificaten die de in punt 2.1, onder b), en in punt 2.2 bedoelde zendingen broedeieren naar andere lidstaten vergezellen, wordt het volgende vermeld : « Deze zending voldoet aan de veterinairrechtelijke voorschriften van Beschikking 2006/563/EG van de Commissie". 3. Afwijkingen voor vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten 3.1. In afwijking van de artikels 5 en 6, is het vervoer van het volgende vlees afkomstig uit het controlegebied toegestaan voor het in de handel brengen of de uitvoer naar derde landen : a) vers vlees van pluimvee, met inbegrip van vlees van gekweekt vederwild, dat : i.is geproduceerd overeenkomstig bijlage II en de secties II en III van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004, en ii. is gecontroleerd overeenkomstig de secties I, II en III en hoofdstuk V, deel A, punt 1, en hoofdstuk VII van sectie IV van bijlage I bij verordening (EG) nr. 854/2004. b) gehakt vlees, vleesbereidingen, separatorvlees en vleesproducten met vlees als bedoeld onder a), en geproduceerd overeenkomstig de secties V en VI van bijlage III bij verordening (EG) nr.853/2004. c) vleesproducten die de behandeling hebben ondergaan, als aangegeven voor aviaire influenza in tabel 1, a), b) of c) van bijlage III bij Richtlijn 2002/99/EG.d) vers vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, gekweekt vederwild en vrij vederwild dat vóór de instelling van het controlegebied in dat gebied aan de natuur onttrokken is, en vleesbereidingen en vleesproducten die dergelijk vlees bevatten, geproduceerd in inrichtingen in het controlegebied. 3.2. In afwijking van de artikels 5 en 6 is het vervoer uit het controlegebied naar de binnenlandse markt toegestaan van vers vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee of gekweekt vederwild afkomstig uit het controlegebied, en van vleesbereidingen en vleesproducten die dergelijk vlees bevatten, mits dat vlees aan de volgende voorwaarden voldoet : a) het is voorzien van een identificatiemerk in overeenstemming met paragraaf 1, punt 7°, van artikel 24 van het koninklijk besluit van 5 mei 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/05/2008 pub. 09/05/2008 numac 2008024199 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van aviaire influenza sluiten betreffende de bestrijding van aviaire influenza, en b) het is, gescheiden van ander vlees van pluimvee of gekweekt vederwild verkregen, uitgesneden, opgeslagen en vervoerd en het is niet gebruikt in vleesbereidingen of vleesproducten die zijn bestemd voor verzending naar andere lidstaten of voor uitvoer naar derde landen. 4. Afwijkingen voor dierlijke bijproducten 4.1. In afwijking van de artikels 5 en 6 is het volgende toegestaan : a) de verzending uit het controlegebied van dierlijke bijproducten van vogels die : i.voldoen aan de voorwaarden van de volgende bijlagen of delen daarvan bij Verordening (EG) nr. 142/2011 : - bijlage IV, - bijlage X, hoofdstuk II, sectie 1, onder B, sectie 2, onder B, sectie 3, onder B, sectie 5, onder B en C, sectie 6, onder B, sectie 7, onder B, sectie 8, onder B, sectie 9, onder B, - bijlage XI, hoofdstuk I, sectie II, bijlage XIII, hoofdstuk II, hoofdstuk VI, onder C, punt 1, onder a); ii. onder toepassing van bioveiligheidsmaatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het aviaire influenzavirus worden vervoerd naar aangewezen installaties die overeenkomstig de artikels 23, 24, 27 en 41 van Verordening (EG) nr. 1069/2009 zijn erkend, om daar te worden verwijderd of zodanig verder te worden verwerkt of te worden gebruikt dat ten minste de inactivering van dat virus gewaarborgd is, iii. onder toepassing van bioveiligheidsmaatregelen ter voorkoming van de verspreiding van het aviaire influenzavirus worden vervoerd naar overeenkomstig artikel 18 van verordening (EG) nr. 1069/2009 gemachtigde en geregistreerde gebruikers of verzamelcentra om aan dieren te worden vervoederd na een behandeling overeenkomstig bijlage VI, hoofdstuk II, sectie 1, punt 4, onder b) en c), van Verordening (EG) nr. 142/2011 om ten minste de inactivering van dat virus te waarborgen. b) de verzending uit het controlegebied van onbewerkte veren of delen van veren overeenkomstig bijlage XIII, hoofdstuk VII, onder A, punt 1, bij Verordening (EG) nr.142/2011, afkomstig van pluimvee of gekweekt vederwild. c) de verzending uit het controlegebied van veren en delen van veren, verkregen van pluimvee of vrij vederwild, die zijn behandeld met stoom of op een andere wijze zodat alle ziekteverwekkers worden geëlimineerd. 4.2. De in punt 4.1, onder b) en c), van dit artikel bedoelde producten moeten vergezeld gaan van een handelsdocument overeenkomstig bijlage VIII, hoofdstuk III, bij Verordening (EG) nr. 142/2011, waarin voor producten als bedoeld in punt 4.1, onder c), in punt I.31, wordt verklaard dat de producten zijn behandeld met stoom of op een andere wijze zodat alle ziekteverwekkers worden geëlimineerd. Een dergelijk handelsdocument is echter niet vereist voor bewerkte sierveren, bewerkte veren die door reizigers voor eigen gebruik worden vervoerd en zendingen van bewerkte veren die voor niet-industriële doeleinden aan privé-personen worden gestuurd. 4.3. In afwijking van de artikels 5 en 6 kan het Voedselagentschap het vervoer en het uitrijden toestaan van onverwerkte mest van pluimveebedrijven in het controlegebied op voorwaarde dat deze mest afkomstig is uit stallen of hokken : a) waaruit het pluimvee is weggebracht overeenkomstig punt 1.1, a) en b) of 1.2, punt a), of b) waarin pluimvee en gekweekt vederwild zijn gehouden voor de productie van vers vlees overeenkomstig punt 3 van deze bijlage. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 10 juli 2012 houdende beschermende maatregelen voor pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels, alsook hun producten, bij het uitbreken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5N1 bij wilde vogels.

Mevr. S. LARUELLE

^