gepubliceerd op 19 februari 2003
Ministerieel besluit houdende aanwijzing van de leden van de commissie van beroep en van de examencommissie tot uitvoering van artikelen 428ter, § 9, eerste lid en 428quater, § 5, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek
10 FEBRUARI 2003. - Ministerieel besluit houdende aanwijzing van de leden van de commissie van beroep en van de examencommissie tot uitvoering van artikelen 428ter, § 9, eerste lid en 428quater, § 5, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek
De Minister van Justitie, Gelet op de Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de Richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992;
Gelet op de wet van 29 april 1994 tot uitvoering van de in toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap uitgevaardigde verordeningen, richtlijnen en beschikkingen inzake diploma's, getuigschriften en andere titels vereist voor het uitoefenen van een beroep of een beroepsactiviteit;
Gelet op de artikelen 428ter, § 9, eerste lid, en 428quater, § 5, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998 en de wet van 4 juli 2001;
Gelet op de wet van 15 mei 1998 houdende bekrachting van het koninklijk besluit van 2 mei 1996 tot omzetting van de richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft en van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 tot wijziging van de artikelen 428bis tot 428decies van het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996 tot omzetting van de richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hogeronderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft;
Gelet op het ministerieel besluit van 4 november 1998 houdende aanwijzing van de leden van de commissie van beroep en van de examencommissie, tot uitvoering van de artikelen 428ter, § 9, eerste lid, en 428quater, § 5, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 4 december 1998 en 16 oktober 2002, Besluit :
Artikel 1.De leden van de commissie van beroep die de Minister van Justitie aanwijst zijn: A. FRANSTALIGE AFDELING 1° Voorzitter : De heer J.SCHILS, Emeritus-Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : De heer J.-P. AERTS, Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : De heer A. LORENT, Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik 2° Leden : a) De heer A.BOURSEAUX, Voormalig stafhouder van de balie te Eupen Plaatsvervanger : De heer A. BRAUN, Voormalig stafhouder van de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer F. VAN MALLEGHEM, Voormalig stafhouder van de balie te Doornik b) De heer M.HANOTIAU, Hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles Plaatsvervanger : De heer Y. POULLET, Hoogleraar aan de Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix Plaatsvervanger : De heer P. GERARD, Hoogleraar aan de Facultés universitaires Saint-Louis B. FRANSTALIGE AFDELING SAMENGESTELD OM KENNIS TE NEMEN VAN EEN IN HET DUITS INGESTELD BEROEP 1° Voorzitter : De heer J.SCHILS, Emeritus-Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : De heer J.-P. AERTS, Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : De heer A. LORENT, Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik 2° Leden : a) De heer A.BOURSEAUX, Voormalig stafhouder van de balie te Eupen Plaatsvervanger : Mevr. M.-R. GRIMAR, Voormalig stafhouder van de balie te Eupen Plaatsvervanger : De heer M. LEBEAU, Voormalig stafhouder van de balie te Eupen b) De heer M.HANOTIAU, Hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles Plaatsvervanger : De heer Y. POULLET, Hoogleraar aan de Facultés universitaires Notre-Dame de la Paix Plaatsvervanger : De heer P. GERARD, Hoogleraar aan de Facultés universitaires Saint-Louis C. NEDERLANDSTALIGE AFDELING 1° Voorzitter : De heer E.TEIRLINCK, Raadsheer in het Hof van Beroep te Gent Plaatsvervanger : Mevr. B. DECONINCK, Raadsheer in het Hof van Beroep te Gent Plaatsvervanger : De heer S. RAES, Raadsheer in het Hof van Beroep te Brussel 2° Leden : a) De heer K.VAN ALSENOY, Voormalig stafhouder van de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer M. CALLANT, Voormalig stafhouder van de balie te Gent Plaatsvervanger : De heer G. ALOFS, Voormalig stafhouder van de balie te Tongeren b) De heer O.VANACHTER, Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven Plaatsvervanger : De heer H. SWENNEN, Hoogleraar aan de Universiteit van Antwerpen Plaatsvervanger : X, xxxxx
Art. 2.De leden van de examencommissie die de Minister van Justitie aanwijst zijn : A. FRANSTALIGE AFDELING 1° Voorzitter : Mevr.F. WEILL, Emeritus-rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Brussel Plaatsvervanger : De heer Ph. OLIVIER, Toegevoegd rechter voor het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : X, xxxxx 2° Leden : a) De heer R.MENSCHAERT, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer F. MOTULSKY, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer D. MATRAY, Advocaat bij de balie te Luik b) De heer S.SIMAR, Advocaat bij de balie te Luik Plaatsvervanger : De heer R. de BRIEY, Advocaat bij de balie te Nijvel Plaatsvervanger : X, xxxxx c) De heer G.de LEVAL, Hoogleraar aan de Université de Liège Plaatsvervanger : De heer J.-C. SCHOLSEM, Hoogleraar aan de Université de Liège Plaatsvervanger : Mevr. N. WATTE, Hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles B. FRANSTALIGE AFDELING SAMENGESTELD OM KENNIS TE NEMEN VAN EEN DUITSTALIGE BEKWAAMHEIDSPROEF 1° Voorzitter : De heer L.STANGHERLIN, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Eupen Plaatsvervanger : De heer J.-M. FRERES, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Eupen Plaatsvervanger : Mevr. T. KONSEK, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Eupen 2° Leden : a) De heer A.KITTEL, Advocaat bij de balie te Eupen Plaatsvervanger : De heer G. ZIANS, Advocaat bij de balie te Eupen Plaatsvervanger : De heer E. DUYSTER, Advocaat bij de balie te Eupen b) De heer R.MENSCHAERT, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer F. MOTULSKY, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer D. MATRAY, Advocaat bij de balie te Luik c) X, xxxxx Plaatsvervanger : De heer J.-C. SCHOLSEM, Hoogleraar aan de Université de Liège Plaatsvervanger : Mevr. N. WATTE, Hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles C. NEDERLANDSTALIGE AFDELING 1° Voorzitter : De heer J.LANTSOGHT, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Brugge Plaatsvervanger : X, xxxxxxx Plaatsvervanger : X, xxxxxxx 2° Leden : a) De heer R.EUGENE, Advocaat bij de balie te Antwerpen Plaatsvervanger : De heer Ph. JADOUL, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer J. JESPERS, Advocaat bij de balie te Antwerpen b) De heer Ph.NOELMANS, Advocaat bij de balie te Tongeren Plaatsvervanger : De heer P. MORTIER, Advocaat bij de balie te Sint-Niklaas Plaatsvervanger : De heer D. BORRE, Advocaat bij de balie te Brussel c) De heer P.HUMBLET, Hoogleraar aan de Universiteit Gent Plaatsvervanger : Mevr. H. CASMAN, Hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Brussel Plaatsvervanger : De heer J. LANGENDONCK, Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven
Art. 3.Het ministerieel besluit van 4 november 1998 houdende aanwijzing van de leden van de commissie van beroep en van de examencommissie, tot uitvoering van de artikelen 428ter, § 9, eerste lid, en 428quater, § 5, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 4 december 1998 en 16 oktober 2002, wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 10 februari 2003.
M. VERWILGHEN