Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 04 november 1998
gepubliceerd op 20 november 1998

Ministerieel besluit houdende aanwijzing van de leden van de commissie van beroep en van de examencommissie tot uitvoering van de artikelen 428ter, § 9, eerste lid, en 428quater, § 5, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek

bron
ministerie van justitie
numac
1998009918
pub.
20/11/1998
prom.
04/11/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 NOVEMBER 1998. - Ministerieel besluit houdende aanwijzing van de leden van de commissie van beroep en van de examencommissie tot uitvoering van de artikelen 428ter, § 9, eerste lid, en 428quater, § 5, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek


De Minister van Justitie, Gelet op de Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de Richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992;

Gelet op de wet van 29 april 1994 tot uitvoering van de in toepassing van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap uitgevaardigde verordeningen, richtlijnen en beschikkingen inzake diploma's, getuigschriften en andere titels vereist voor het uitoefenen van een beroep of een beroepsactiviteit;

Gelet op de artikelen 428ter, § 9, eerste lid, en 428quater, § 5, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 1998;

Gelet op de wet van 15 mei 1998 houdende bekrachtiging van het koninklijk besluit van 2 mei 1996 tot omzetting van de Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de Richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft en van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 tot wijziging van de artikelen 428bis tot 428decies van het Gerechtelijk Wetboek ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996 tot omzetting van de Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, aangevuld bij de Richtlijn 92/51 van de Raad van 18 juni 1992 wat het beroep van advocaat betreft;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 maart 1997 houdende aanwijzing van de leden van de commissie van beroep en van de examencommissie bedoeld in de artikelen 428ter, §§ 7 en 9, en 428quater, §§ 3 en 4, van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 28 oktober 1997, Besluit :

Artikel 1.De leden van de commissie van beroep die de Minister van Justitie aanwijst zijn : A. Franstalige afdeling 1° Voorzitter : De heer J.SCHILS, Emeritus-Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : De heer J.-P. AERTS, Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : De heer A. LORENT, Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik 2° Leden : De heer A.BOURSEAUX, Voormalig stafhouder van de balie te Eupen Plaatsvervanger : De heer A. BRAUN, Voormalig stafhouder van de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer F. VAN MALLEGHEM, Voormalig stafhouder van de balie te Doornik De heer M. HANOTIAU, Hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles Plaatsvervanger : De heer Y. POULLET, Hoogleraar aan de Facultés universitaires Notre Dame de la Paix Plaatsvervanger : De heer P. GERARD, Hoogleraar aan de Facultés universitaires Saint-Louis B. Franstalige afdeling samengesteld om kennis te nemen van een in het Duits ingesteld beroep 1° Voorzitter : De heer J.SCHILS, Emeritus-Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : De heer J.-P. AERTS, Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik Plaatsvervanger : De heer A. LORENT, Raadsheer in het Hof van Beroep te Luik 2° Leden : De heer A.BOURSEAUX, Voormalig stafhouder van de balie te Eupen Plaatsvervanger : Mevr. M.-R. GRIMAR, Voormalig stafhouder van de balie te Eupen Plaatsvervanger : De heer M. LEBEAU, Voormalig stafhouder van de balie te Eupen De heer M. HANOTIAU, Hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles Plaatsvervanger : De heer Y. POULLET, Hoogleraar aan de Facultés universitaires Notre Dame de la Paix Plaatsvervanger : De heer P. GERARD, Hoogleraar aan de Facultés universitaires Saint-Louis C. Nederlandstalige afdeling 1° Voorzitter : De heer E.TEIRLINCK, Raadsheer in het Hof van Beroep te Gent Plaatsvervanger : Mevr. B. DECONINCK, Raadsheer in het Hof van Beroep te Gent Plaatsvervanger : De heer S. RAES, Raadsheer in het Hof van Beroep te Brussel 2° Leden : De heer J.STEVENS, Voormalig stafhouder van de balie te Antwerpen Plaatsvervanger : De heer A. DE RIDDER, Voormalig stafhouder van de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer J. D'HULST, Voormalig stafhouder van de balie te Kortrijk De heer O. VANACHTER, Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven Plaatsvervanger : De heer H. SWENNEN, Hoogleraar aan de Universiteit van Antwerpen Plaatsvervanger : De heer H. BOCKEN, Hoogleraar aan de Universiteit Gent

Art. 2.De leden van de examencommissie die de Minister van Justitie aanwijst zijn : A. Franstalige afdeling 1° Voorzitter : Mevr.B. MACQ, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Bergen Plaatsvervanger : Mevr. S. DESCHAMPS, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Bergen Plaatsvervanger : Mevr. F. PUTZEYS, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Bergen 2° Leden : Mevr.V. POULEAU, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer F. MOTULSKY, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer D. MATRAY, Advocaat bij de balie te Luik De heer S. SIMAR, Advocaat bij de balie te Luik Plaatsvervanger : De heer R. de BRIEY, Advocaat bij de balie te Nijvel Plaatsvervanger : De heer P. VAN DROOGHENBROECK, Advocaat bij de balie te Charleroi De heer G. de LEVAL, Hoogleraar aan de Université de Liège Plaatsvervanger : De heer J.-C. SCHOLSEM, Hoogleraar aan de Université de Liège Plaatsvervanger : Mevr. N. WATTE, Hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles B. Franstalige afdeling samengesteld om kennis te nemen van een Duitstalige bekwaamheidsproef 1° Voorzitter : De heer L.STANGHERLIN, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Eupen Plaatsvervanger : De heer J.-M. FRERES, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Eupen Plaatsvervanger : Mevr. T. KONSEK, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Eupen 2° Leden : De heer A.KITTEL, Advocaat bij de balie te Eupen Plaatsvervanger : De heer G. ZIANS, Advocaat bij de balie te Eupen Plaatsvervanger : De heer E. DUYSTER, Advocaat bij de balie te Eupen Mevr. V. POULEAU, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer F. MOTULSKY, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer D. MATRAY, Advocaat bij de balie te Luik De heer R. VIGNERON, Hoogleraar aan de Université de Liège Plaatsvervanger : De heer J.-C. SCHOLSEM, Hoogleraar aan de Université de Liège Plaatsvervanger : Mevr. N. WATTE, Hoogleraar aan de Université libre de Bruxelles C. Nederlandstalige afdeling 1° Voorzitter : De heer J.LANTSOGHT, Rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Brugge Plaatsvervanger : X, xxxxxxxxxx Plaatsvervanger : X, xxxxxxxxxx 2° Leden : De heer R.EUGENE, Advocaat bij de balie te Antwerpen Plaatsvervanger : De heer P. DEPUYDT, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer L. KOOLS, Advocaat bij de balie te Mechelen Mevr. G. LEYSEN, Advocaat bij de balie te Brussel Plaatsvervanger : De heer F. GILKENS, Advocaat bij de balie te Tongeren Plaatsvervanger : De heer G. GRYSOLLE, Advocaat bij de balie te Dendermonde De heer P. HUMBLET, Hoogleraar aan de Universiteit Gent Plaatsvervanger : Mevr. H. CASMAN, Hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Brussel Plaatsvervanger : De heer J. LANGENDONCK, Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Leuven

Art. 3.Het ministerieel besluit van 4 maart 1997 houdende aanwijzing van de leden van de commissie van beroep en van de examencommissie bedoeld in de artikelen 428ter, §§ 7 en 9, en 428quater, §§ 3 en 4, van het Gerechtelijk Wetboek, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 28 oktober 1997, wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 1998.

Brussel, 4 november 1998.

T. VAN PARYS

^