gepubliceerd op 10 oktober 2001
Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid voor de toepassing van artikel 4, § 1, § 2 en § 5, van artikel 5, § 1, § 3 en § 5, van artikel 6 en van artikel 9 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van consumenten
10 AUGUSTUS 2001. - Ministerieel besluit houdende delegatie van bevoegdheid voor de toepassing van artikel 4, § 1, § 2 en § 5, van artikel 5, § 1, § 3 en § 5, van artikel 6 en van artikel 9 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van consumenten
De Minister van Consumentenzaken, Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten, inzonderheid op artikelen 4, 5, 6 en 9, gewijzigd door de wet van 4 april 2001, Besluit :
Artikel 1.De bekleders van de hierna bepaalde functies worden bevoegd verklaard in het kader de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten : 1° Voor de toepassing van artikel 4, § 1, § 2 en § 5 : de Directeur-generaal van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken en, bij diens afwezigheid, de Adviseur-generaal van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid, afdeling Veiligheid.2° Voor de toepassing van artikel 5, § 1e, § 3 en § 5 en van artikel 6 : - de Directeur-generaal van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken en, bij diens afwezigheid, de Adviseur-generaal van het Bestuur kwaliteit en Veiligheid, afdeling Veiligheid; - de Directeur-generaal van het Bestuur Economische Inspectie en, bij diens afwezigheid, de Adviseur-generaal van hetzelfde bestuur. 3° Voor de toepassing van artikel 9, de coördinator bedoelde in artikel 12 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van consumenten.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de dag van de inwerkingtreding van de wet van 4 april 2001 tot wijziging van bepaalde bepalingen betreffende de veiligheid en de gezondheid van de consumenten.
Brussel, 10 augustus 2001.
Mevr. AELVOET