Verbod tot het in de handel brengen van snoep genaamd « konjac-gelei » of « mini-gelei » De directeur-generaal van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken, Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 april 2001;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 augustus 2001 houdende delegatie van bevoegdheid voor de toepassing van artikel 4, § 1, § 2 en § 5, van artikel 5, § 1, § 3 en § 5, van artikel 6 en van artikel 9 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten;

Overwegende dat met name in Noord-Amerika ongelukken met dodelijke afloop door verstikking bij jonge kinderen werden vastgesteld nadat zij gegeleerd snoep hadden gegeten met als hoofdingrediënt konjac (eveneens E425 genaamd);

Overwegende dat het risico van verstikking te wijten is aan het « zuignapeffect » van het gegeleerd snoep, dat diep in de keel kan blijven plakken en dat door zijn omvang, vorm of consistentie moeilijk kan worden verwijderd;

Overwegende dat de op het etiket van die producten vermelde verwittigingen niet volstaan om het verstikkingsrisico te vermijden;

Overwegende dat dit gegeleerd snoep onder verschillende benamingen op de Belgische markt wordt gebracht;

Overwegende dat die producten een ernstig en onmiddellijk gevaar vormen voor de menselijke gezondheid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Besluit :

Artikel 1.De invoer, de uitvoer en het kosteloos of tegen betaling in de handel brengen van snoep dat konjac (eveneens E425 genaamd) bevat, onder de vorm van doorzichtige plastieken cups met ongeveer 15 gram product, gesloten met een dekseltje, is opgeschort voor een duur van één jaar vanaf 18 januari 2002.

Art. 2.Deze snoep zal uit de handel gehaald worden.

Art. 3.Deze beslissing treedt in werking op 18 januari 2002.

Brussel, 18 januari 2002. ir. L.B. Lathuy, wnd. directeur-generaal