gepubliceerd op 14 juli 2008
Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
9 JULI 2008. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee
De Vlaamse minister van Institutionele hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;
Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001;
Gelet op de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 30, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, inzonderheid op artikel 19;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005, 19 mei 2006, 30 juni 2006, 1 september 2006, 28 juni 2007, 10 oktober 2007 en 14 november 2007;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 17 maart 2008 en 20 juni 2008;
Gelet op Verordening (EG) nr. 423/2004 van de Raad van 26 februari 2004 tot vaststelling van herstelmaatregelen voor bepaalde kabeljauwbestanden;
Gelet op Verordening (EG) nr. 40/2008 van de Raad van 16 januari 2008 tot vaststelling voor 2008, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Gemeenschap en, voor vaartuigen van de Gemeenschap, in andere wateren met vangstbeperkingen van toepassing zijn, en tot vaststelling van de bij de visserij in acht te nemen voorschriften, inzonderheid op de bijlagen IIa en IIc;
Gelet op Verordening (EG) nr. 388/2006 van de Raad van 23 februari 2006 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in de Golf van Biskaje;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds;
Gelet op Verordening (EG) nr. 509/2007 van de Raad van 7 mei 2007 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de duurzame exploitatie van het tongbestand in het westelijk Kanaal;
Gelet op Verordening (EG) nr. 676/2007 van de Raad van 11 juni 2007 tot vaststelling van een beheersplan voor de bevissing van de schol- en tongbestanden in de Noordzee;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voor het jaar 2008 vangstbeperkingen moeten worden vastgesteld om de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten worden getroffen om de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;
Overwegende dat beperkende maatregelen gedefinieerd moeten worden, die van toepassing zijn voor alle vaartuigen dan wel voor de vaartuigen die onder een collectief benuttingssysteem of een individuele quotatoewijzing vallen;
Overwegende dat bij de toewijzing in functie van het motorvermogen rekening moet gehouden worden met het ingeleverde motorvermogen en dat extra vangstrechten kunnen worden toegewezen die vaartuiggebonden zijn;
Overwegende dat de inruil van dagen voor de overschrijdingen van de vangstmogelijkheden voor kabeljauw dient verboden te worden teneinde te snelle opname van die vangstmogelijkheden af te remmen, Besluit :
Artikel 1.In het ministerieel besluit van 14 december 2007 houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee, worden een afdeling Ibis en een artikel 20bis ingevoegd in titel II, hoofdstuk I collectief benuttingsysteem na artikel 20, die als volgt luiden : " Afdeling Ibis - Toewijzing van extra vangstmogelijkheden volgens motorvermogen
Art. 20bis.Ingeval een vissersvaartuig in het kader van de Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006, inzake het Europees Visserijfonds, artikel 25 lid 3 onder b en c ten minste 20 % van het motorvermogen zoals gekend in het EG-visserijvlootregister heeft ingeleverd, worden de variabele vangstmogelijkheden van dit vissersvaartuig per kW, zoals bepaald in de artikelen 14 tot 20 met 25 % verhoogd. Dit extra kW-vangstrecht is van toepassing op alle kW's van het vissersvaartuig zoals vermeld op de visvergunning en dit eventueel na samenvoeging. Dit extra kW-vangstrecht is vaartuiggebonden en wordt niet mee overgedragen in het kader van samenvoeging van motorvermogens."
Art. 2.In het artikel 26 § 1 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "In afwijking met vorig lid vervalt vanaf 15 juli 2008 tot 31 december 2008 de flexibiliteit tot het korten van vaartdagen op verzoek van de reder of zijn vertegenwoordiger en dit bij overschrijding van de vangstmogelijkheden, zoals bepaald in afdeling II, artikel 23, §§ 1 en 2."
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 15 juli 2008 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2009.
Brussel, 9 juli 2008.
K. PEETERS