gepubliceerd op 26 maart 2007
Ministerieel besluit tot toekenning van een afwijking van de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de bescherming van de wilde fauna en betreffende de jacht
9 JANUARI 2007. - Ministerieel besluit tot toekenning van een afwijking van de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de bescherming van de wilde fauna en betreffende de jacht
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Gelet op de ordonnantie van 29 augustus 1991 betreffende de bescherming van de wilde fauna en betreffende de jacht, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de Regering, inzonderheid op artikel 5;
Overwegende het verzoek d.d. 17 januari 2006 waarbij de heer D. Strubbe, vorser aan de Universiteit van Antwerpen, de toelating vraagt bepaalde manipulaties op nesten van wilde vogels uit te voeren met het oog op onderzoek en onderwijs;
Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu van 11 april 2006;
Gelet op het advies van de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud van 20 november 2006, Besluit :
Artikel 1.De gevraagde toelating wordt verleend aan de heer D. Strubbe tot 31 december 2007.
Deze toelating is persoonlijk.
Ze kan te allen tijde worden ingetrokken indien de voorwaarden vastgelegd in dit besluit niet worden nageleefd.
Art. 2.Volgende voorwaarden worden gesteld aan het afsluiten van nesten : 1. Enkel het afsluiten van parkietnesten is toegelaten;2. De plaatsen en de periodes van de expe-rimenten evenals de gebruikte technieken worden aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) medegedeeld.Het BIM zal vóór elke tussenkomst een instemming hieromtrent moeten geven; 3. Geen enkele schade mag aan de bomen of aan de habitats worden toegebracht;4. Tot slot van het experiment zullen de studiesites in hun oorspronkelijke staat worden hersteld;5. Dieren mogen niet gevangen worden, met uitsluiting van invasieve exotische soorten (parkieten);6. Het storen van inheemse wilde soorten wordt tot een minimum beperkt.
Art. 3.Alle per ongeluk gedode of dood gevonden vogels moeten aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen worden overgedragen.
Art. 4.De eensluidende kopie van dit besluit moet op verzoek van de politie-ambtenaren worden voorgelegd.
Art. 5.De boswachters van het Brussels Instituut voor Milieubeheer worden ertoe gemachtigd te controleren of dit besluit naar behoren wordt nagekomen.
Art. 6.Tegen eind 2007 wordt er een activiteitenverslag met de resultaten van het onderzoek aan het Brussels Instituut voor Milieubeheer en de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud overgemaakt.
Brussel, 9 januari 2007.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor Leefmilieu en Natuurbehoud, E. HUYTEBROECK