Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 08 juni 2006
gepubliceerd op 21 juni 2006

Ministerieel besluit tot vaststelling van de modaliteiten van de aanvraag en de inhoud van de door de verzekeringsondernemingen voor te leggen documenten met het oog op de teruggave van de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, op de kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003279
pub.
21/06/2006
prom.
08/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/08/2006003279/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JUNI 2006. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de modaliteiten van de aanvraag en de inhoud van de door de verzekeringsondernemingen voor te leggen documenten met het oog op de teruggave van de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, op de kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen


De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Gelet op boek IIbis van het Wetboek der successierechten, inzonderheid op artikel 161bis, §§ 3 en 5, ingevoegd bij de wet van 22 juli 1993, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 november 1996 en bij de wet van 22 december 2003, en gewijzigd bij de programmawet van 9 juli 2004;

Gelet op de wet van 9 juli 2004, inzonderheid op artikel 30;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 april 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 24 mei 2006;

De procedure bij hoogdringendheid wordt verantwoord door de omstandigheid dat, ingevolge artikel 30 van de programmawet van 9 juli 2004, de terugbetaling door de verzekeringsondernemingen aangevraagd moet worden aan de gewestelijke directeur van de registratie Brussel binnen een termijn van twee jaar te rekenen vanaf de dag van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad. Dat deze wet op 15 juli 2004 in de tweede editie van het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt en de termijn voor indiening van de aangifte bijgevolg verstrijkt op 15 juli 2006.

Het ministerieel besluit beoogt de teruggave van de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, op de kredietinstellingen en op de verzekerings-ondernemingen, welke teruggave gegrond wordt op artikel 29 van de programmawet van 9 juli 2004.

Artikel 29 van de programmawet van 9 juli 2004 wijzigt artikel 161bis van het Wetboek der successierechten. Dit artikel stelt de belastbare basis inzake de jaarlijkse taks vast. Deze wijziging drong zich op omdat bij de toepassing van de bepalingen van de taks - op grond van de wijzigingen aangebracht door de programmawet van 22 december 2003 in werking getreden op 1 januari 2004 - bleek dat deze toepassing aanleiding gaf tot een aantal discriminaties. Door artikel 29 van de programmawet van 9 juli 2004 werden deze onvolkomenheden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2004 rechtgezet.

Het betreft enerzijds de toepassing van de zogenaamde "dakfonds" bepaling van artikel 161bis, § 3, van het Wetboek der successierechten op verzekeringsondernemingen. Onder de bepalingen van de programmawet van 22 december 2003 konden enkel de beleggingsinstellingen die inschreven op financiële instrumenten genieten van deze "dakfonds" bepaling. De sommen die door verzekeringsondernemingen werden belegd in beleggingsinstellingen werden aldus dubbel belast : enerzijds bij de verzekeringsonderneming zelf waar de technische provisies en de wiskundige balansprovisies aan de taks werden onderworpen en anderzijds bij de beleggingsinstelling waar de taks ook werd geheven op de in België netto uitstaande bedragen.

Anderzijds worden door de programmawet van 9 juli 2004 voortaan ook enkel de levensverzekeringscontracten van de tak 23 die individueel worden gesloten en die vrijgesteld zijn van inkomstenbelastingen of van de taks op het lange termijnsparen onderworpen aan de taks. Zo volgen ze hetzelfde taks regime als de tak 21 producten en de tak 23 producten met gewaarborgd rendement. Voorheen werden de aan de inkomstenbelastingen of aan de taks op het lange termijnsparen onderworpen tak 23 producten eveneens onderworpen aan de taks.

Artikel 30 van de programmawet van 9 juli 2004 kondigde de regeling tot teruggave aan, waarbij voorzien werd dat de Minister van Financiën de modaliteiten van de aanvraag en de inhoud van de door de verzekeringsonderneming voor te leggen documenten bepaalt. Dit artikel bepaalt tevens dat de teruggave van de taks moet gevraagd worden binnen een termijn van 2 jaar te rekenen vanaf de dag van de bekendmaking van de voormelde programmawet in het Belgisch Staatsblad (15 juli 2004). De vervaldag voor de teruggave is met andere woorden 15 juli 2006;

Gelet op het advies 40.304/2 van de Raad van State, gegeven op 27 april 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.De jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, op de kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen, die betaald werd op de wiskundige balansprovisies en technische reserves van 1 januari 2004, wordt terugbetaald in de mate en op voorwaarde dat : - de in de aangifte opgenomen wiskundige balansprovisies en technische reserves, geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op verzekeringsverrichtingen die verbonden zijn met beleggingsfondsen, en - het kapitaal of de afkoopwaarde van die verzekeringsverrichtingen geheel of gedeeltelijk onderworpen is aan de inkomstenbelastingen of aan de taks op het lange termijnsparen.

Voor de verzekeringsverrichtingen, andere dan groepsverzekeringen, die verbonden zijn met beleggingsfondsen, wordt het bewijs geleverd door een staat die de volgende gegevens vermeldt : - het bedrag van de wiskundige balansprovisies en de technische reserves die geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op verzekeringsverrichtingen, andere dan groepsverzekeringen, die verbonden zijn met beleggingsfondsen; - het contractnummer van de onderliggende verzekeringsovereenkomsten; - de betaalde taks; - de datum van betaling van de taks.

Deze staat wordt bij de aanvraag tot teruggave gevoegd.

Voor groepsverzekeringen die verbonden zijn met beleggingsfondsen, stemt het terug te vorderen bedrag overeen met de betaalde taks op het bedrag van de technische voorzieningen die door de verzekeringsonderneming wordt aangelegd bij het begin van het boekjaar, in uitvoering van artikel 11bis van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en in overeenstemming met Mededeling D. 159 van de Commissie voor Bank-, Financie- en Assurantiewezen, welk bedrag vermeld wordt in de "Statistieken Leven : Collectie Rentabiliteit (1)" onder de post "3.1.A. Begin boekjaar - kolom tak 23 groep Hoofd".

Art. 2.De jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, op de kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen, die betaald werd op de wiskundige balansprovisies en technische reserves van 1 januari 2004, wordt terugbetaald op voorwaarde dat : - de verzekeringsonderneming rechtstreeks of onrechtstreeks rechten van deelneming heeft in een beleggingsinstelling; - deze beleggingsinstelling of haar beheervennootschap de taks heeft betaald op het totaal van de op 31 december 2003 in België netto uitstaande bedragen, en - de door de verzekeringsonderneming betaalde taks betrekking heeft op de bedragen die in de belastbare grondslag voor de heffing van de taks werden opgenomen bij de beleggingsinstelling.

De wiskundige balansprovisies en technische reserves die deel uitmaken van de berekeningsbasis voor de terugbetaling van de taks op grond van artikel 1 van dit besluit, worden uit de berekeningsbasis gesloten voor de toepassing van dit artikel.

De verzekeringsonderneming bewijst als volgt dat zij op 1 januari 2004 rechten van deelneming had die aanleiding kunnen geven tot de in het eerste lid bedoelde terugbetaling : 1. indien de taks werd betaald door of voor rekening van beleggingsinstellingen waarvan de verzekeringsonderneming rechtstreeks rechten van deelneming had op 1 januari 2004, levert zij het bewijs van haar rechtstreekse deelneming aan de hand van de gegevens uit haar boekhouding.Zij vermeldt het rubrieknummer waaronder de betreffende deelnemingen geboekt zijn; 2. indien de taks op het onderliggende niveau betaald werd door of voor rekening van beleggingsinstellingen waarvan de verzekerings-onderneming onrechtstreeks rechten van deelneming aanhield op 1 januari 2004, dan levert zij het bewijs van haar onrechtstreekse deelneming aan de hand van de voormelde boekhoudkundige gegevens voor wat betreft haar rechtstreekse deelneming en aan de hand van financiële verslagen van de onderliggende beleggingsinstellingen voor wat betreft de onrechtstreekse deelnemingen. De verzekeringsonderneming maakt een overzicht van de in het vorige lid bedoelde rechten van deelneming. Voor elke beleggingsinstelling die in dit overzicht wordt opgenomen vermeldt de verzekeringsonderneming het percentage van het op 31 december 2003 beheerde vermogen dat in de belastbare grondslag van de taks is opgenomen bij de beleggingsinstelling. Dit percentage wordt vastgesteld op basis van een verklaring die uitgaat van of die gedaan wordt in naam van de betrokken beleggingsinstelling.

De verzekeringsonderneming maakt, op basis van de in het overzicht vermelde gegevens, een berekening van het bedrag per beleggings-instelling en vervolgens van het totale bedrag dat in mindering kan gebracht worden van haar eigen belastbare grondslag. Het tarief van de taks dat van toepassing was op 1 januari 2004 is van toepassing bij de berekening van het bedrag van de terugbetaling.

Art. 3.De aanvraag tot teruggave moet ingediend worden in twee exemplaren, door middel van een formulier waarvan het model is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 8 juni 2006.

D. REYNDERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 8 juni 2006 tot vaststelling van de modaliteiten van de aanvraag en de inhoud van de door de verzekeringsondernemingen voor te leggen documenten met het oog op de teruggave van de jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen, op de kredietinstellingen en op de verzekeringsondernemingen.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^