VLAAMSE OVERHEID

Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

8 APRIL 2019. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 48/10 van bijlage XII bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 17/12/2009 numac 2009036117 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers sluiten betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers betreffende de opleiding voor coördinerend en raadgevend artsen

DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN, Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, artikel 52/1, ingevoegd bij het decreet van 18 mei 2018;

Gelet op bijlage XII, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 17/12/2009 numac 2009036117 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers sluiten betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, artikel 48/10, § 1, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 november 2018;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 31 oktober 2018;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 27 februari 2019;

Gelet op advies 65.196/3 van de Raad van State, gegeven op 13 februari 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemeen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° administrateur-generaal: de administrateur-generaal van het agentschap;2° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035841 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap « Zorg en Gezondheid » sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Zorg en Gezondheid";3° vertegenwoordiger van de opleiding: de persoon of personen die een opleidingsinstantie vertegenwoordigen en juridisch kunnen binden;4° besluit van 24 juni 2009: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 17/12/2009 numac 2009036117 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers sluiten betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers;5° evaluatie: de evaluatie, vermeld in artikel 48/10, § 1, vijfde lid, van bijlage XII bij het besluit van 24 juli 2009;6° opleiding: de opleidingscyclus, vermeld in artikel 48/10, § 1, van bijlage XII bij het besluit van 24 juli 2009;7° opleidingsinstantie: een organisatie die een opleidingscyclus van ten minste 24 uur, die door het agentschap is erkend, aanbiedt of wil aanbieden. HOOFDSTUK 2. - Erkenning Afdeling 1. - Erkenningsprocedure

Art. 2.Een opleiding kan worden erkend als de vertegenwoordiger van de opleiding bij het agentschap met een formulier dat het agentschap ter beschikking stelt, een aanvraag tot erkenning indient die de volgende documenten bevat: 1° een ingevuld aanvraagformulier dat de volgende gegevens bevat: a) de naam en het adres van de opleidingsinstantie;b) de naam en de contactgegevens van de vertegenwoordiger van de opleiding;c) de regio en het werkgebied van de opleidingsinstantie;d) de activiteiten en de doelstellingen van de opleidingscyclus;2° een toelichting waaruit blijkt dat de opleiding minstens de onderdelen, vermeld in artikel 48/10, § 1, vierde lid, van bijlage XII bij het besluit van 24 juni 2009, omvat;3° als de opleidingsinstantie een rechtspersoon is, met uitzondering van openbare besturen: de statuten van de opleidingsinstantie en de eventuele wijzigingen ervan;4° een kopie van de beslissing van de vertegenwoordiger van de opleiding om de erkenning aan te vragen;5° een organogram met de bevoegdheden van de verantwoordelijken binnen de opleidingsinstantie;6° een lijst van alle medewerkers, met vermelding van hun wekelijkse arbeidsduur en kwalificatie, geordend per functie;7° een afschrift van de samenwerkingsovereenkomst van het samenwerkingsverband, vermeld in artikel 48/10, § 1, derde lid, van bijlage XII bij het besluit van 24 juni 2009. De documenten worden elektronisch aan het agentschap bezorgd. Als dat niet mogelijk is, worden ze met de post verstuurd.

Het agentschap bewaart de gegevens, vermeld in het eerste lid, 1°, b), gedurende een termijn van minimaal twee jaar en maximaal vijftig jaar. Afdeling 2. - Erkenning

Art. 3.Een opleiding die voldoet aan alle erkenningsvoorwaarden en de bijkomende kwaliteitscriteria, vermeld in artikel 48/10, § 1, van bijlage XII bij het besluit van 24 juli 2009, wordt erkend voor onbepaalde duur.

De lijst van erkende opleidingen wordt op de website van het agentschap geplaatst.

Art. 4.De beslissing van de administrateur-generaal waarin de erkenning wordt verleend aan de opleiding, wordt aan de vertegenwoordiger van de opleiding bezorgd binnen vier maanden na de dag waarop het agentschap de ontvankelijke aanvraag heeft ontvangen.

De erkenningsbeslissing bevat de volgende gegevens: 1° de naam en het adres van de opleidingsinstantie;2° de naam en de contactgegevens van de vertegenwoordiger van de opleiding;3° het erkenningsnummer;4° de ingangsdatum van de erkenning;5° de vermelding dat het de beslissing van de erkenning van de opleidingscyclus, vermeld in artikel 48/10, § 1, eerste lid, van bijlage XII bij het besluit van 24 juni 2009, betreft;6° de regio en het werkgebied van de opleidingsinstantie.

Art. 5.De vertegenwoordiger van de opleiding wordt binnen vier maanden na de dag waarop het agentschap de ontvankelijke aanvraag heeft ontvangen, aangetekend met kennisgeving van ontvangst op de hoogte gebracht van het voornemen tot weigering van een erkenning van de administrateur-generaal.

De aangetekende zending, vermeld in het eerste lid, bevat naast het voornemen ook de uitleg over de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap.

Art. 6.§ 1. Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de vertegenwoordiger van het opleidingscentrum tot uiterlijk een maand na ontvangst van het voornemen van de administrateur-generaal, vermeld in artikel 5, per aangetekende zending een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het agentschap. Het kan daarin uitdrukkelijk vragen om te worden gehoord.

Dat bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers. § 2. Als de vertegenwoordiger van de opleiding geen bezwaarschrift indient binnen een maand na de dag waarop hij de aangetekende zending, vermeld in artikel 5, heeft ontvangen, wordt, nadat die termijn verstreken is, door de administrateur-generaal een weigeringsbeslissing genomen. Het agentschap brengt de vertegenwoordiger van de opleiding daarvan aangetekend met kennisgeving van ontvangst op de hoogte binnen één maand nadat die termijn verstreken is. Afdeling 3. - Procedure voor de wijziging van de erkenning op verzoek

van de vertegenwoordiger van de opleiding

Art. 7.De vertegenwoordiger van de opleiding dient bij het agentschap een aanvraag tot wijziging in als het de volgende gegevens wil wijzigen: 1° de naam of het adres van de opleidingsinstantie;2° de naam of de contactgegevens van de vertegenwoordiger van de opleiding;3° de regio en het werkgebied van de opleidingsinstantie. Een aanvraag tot wijziging van de erkenning is alleen ontvankelijk als ze een kopie bevat van de desbetreffende beslissing van de vertegenwoordiger van de opleiding.

De aanvraag, vermeld in het eerste lid, wordt elektronisch aan het agentschap bezorgd. Als dat niet mogelijk is, worden ze met de post verstuurd.

Over de aanvraag tot wijziging van de erkenning wordt beslist op de wijze, vermeld in artikel 4 tot en met 6.

Het agentschap bewaart de gegevens, vermeld in het eerste lid, 2°, gedurende een termijn van minimaal twee jaar en maximaal vijftig jaar. Afdeling 4. - Procedure voor de intrekking of wijziging van de

erkenning

Art. 8.De administrateur-generaal kan de erkenning wijzigen of de erkenning intrekken als de erkende opleiding niet voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in dit besluit en in artikel 48/10, § 1, van bijlage XII bij het besluit van 24 juli 2009.

De administrateur-generaal kan een voornemen tot intrekking of wijziging van de erkenning alleen nemen nadat: 1° de vertegenwoordiger van de opleiding aangetekend met kennisgeving van ontvangst een aanmaning van het agentschap heeft ontvangen om zich te schikken naar de erkenningsvoorwaarden, vermeld in de aanmaning;2° de vertegenwoordiger van de opleiding in kwestie niet aantoont dat de opleiding voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in dit besluit en artikel 48/10, § 1, van bijlage XII bij het besluit van 24 juli 2009, binnen de termijn die het agentschap in de aanmaning heeft bepaald.

Art. 9.Het agentschap brengt de vertegenwoordiger van de opleiding aangetekend met kennisgeving van ontvangst op de hoogte van het gemotiveerde voornemen van de administrateur-generaal tot wijziging of intrekking van een erkenning.

De aangetekende zending, vermeld in het eerste lid, bevat naast het voornemen ook uitleg over de mogelijkheid, de voorwaarden en de procedure om een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen bij het agentschap.

Art. 10.§ 1. Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de vertegenwoordiger van het opleidingscentrum tot uiterlijk een maand na ontvangst van het voornemen van de administrateur-generaal, vermeld in artikel 9, per aangetekende zending een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het agentschap. Het kan daarin uitdrukkelijk vragen om te worden gehoord.

Dat bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld bij of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat-)pleegzorgers. § 2. Als de vertegenwoordiger van de opleiding geen bezwaarschrift indient binnen een maand na de dag waarop het de aangetekende zending, vermeld in artikel 9, heeft ontvangen, wordt, nadat die termijn verstreken is, een beslissing van de administrateur-generaal tot wijziging of intrekking van de erkenning aangetekend met kennisgeving van ontvangst aan de vertegenwoordiger van de opleiding bezorgd.

Art. 11.De beslissing tot intrekking of wijziging van de erkenning heeft uitwerking op de datum, vermeld in de beslissing.

Art. 12.De administrateur-generaal kan een erkenning ook intrekken of wijzigen als de vertegenwoordiger van de opleiding daar aangetekend of tegen ontvangstbewijs om verzoekt, met opgave van de datum waarop de intrekking van de erkenning bij voorkeur uitwerking heeft. De beslissing van de administrateur-generaal wordt binnen drie maanden na de dag waarop de vertegenwoordiger van de opleiding het verzoek heeft ingediend, aangetekend met kennisgeving van ontvangst aan de vertegenwoordiger van de opleiding bezorgd.

Bij stopzetting van de erkende opleiding verzoekt de vertegenwoordiger van de opleiding drie maanden voor de effectieve stopzetting om een intrekking van de erkenning conform het eerste lid.

Art. 13.Als de erkenning wordt geweigerd, gewijzigd of ingetrokken, kan de vertegenwoordiger van de opleiding geen aanspraak maken op een vergoeding van de kosten die het heeft gemaakt voor de uitvoering van zijn activiteiten, als het ten gevolge van de weigering, wijziging of intrekking van de erkenning die activiteiten niet of maar voor een deel kan uitvoeren. Evenmin kan het aanspraak maken op een vergoeding voor het verlies van inkomsten dat het gevolg is van de wijziging of intrekking van de erkenning. HOOFDSTUK 3. - Evaluatie

Art. 14.In dit artikel wordt het volgende verstaan onder: 1° deelnemer: een huisarts die een opleiding volgt bij een opleidingsinstantie;2° domeinen: de onderdelen, vermeld in artikel 48/10, § 1, vierde lid, van bijlage XII bij het besluit van 24 juli 2009. De evaluatie is een systematische beoordeling van de processen, structuren en resultaten van de opleiding die op basis van stukken en op een objectiverende wijze bepaalt in welke mate de opleidingsinstantie de kwaliteit van de opleiding waarborgt ten aanzien van geëxpliciteerde vereisten.

De opleidingsinstantie toont met een evaluatie aan hoe ze haar processen, structuren en resultaten bewaakt, beheerst en voortdurend verbetert.

In de evaluatie toont de opleidingsinstantie aan: 1° hoe ze op systematische wijze gegevens verzamelt en registreert over de kwaliteit van de opleiding en de domeinen van de opleiding;2° hoe ze de gegevens, vermeld in punt 1°, aanwendt om doelstellingen te formuleren;3° welk stappenplan met tijdpad ze opstelt om de doelstellingen, vermeld in punt 2°, te bereiken;4° hoe en met welke frequentie ze evalueert of de doelstellingen bereikt zijn;5° welke stappen ze onderneemt als een doelstelling niet bereikt is. De evaluatie wordt bekrachtigd door de vertegenwoordiger van de opleiding van de opleidingsinstantie.

De opleidingsinstantie voert de evaluatie zelf uit. Elke evaluatie resulteert in een evaluatierapport. De inhoud van dat evaluatierapport wordt aan de medewerkers en de deelnemers van de opleiding bekendgemaakt.

De persoonsgegevens die verwerkt worden bij de evaluatie worden geanonimiseerd bij de verwerking ervan in het kader van de evaluatie.

Art. 15.De eerste evaluatie wordt uitgevoerd door de opleidingsinstantie uiterlijk vijf jaar na de ingangsdatum van de erkenning die het agentschap heeft verleend. Daarna voert de opleidingsinstantie om de vijf jaar of op verzoek van het agentschap een evaluatie uit. De termijn van vijf jaar begint opnieuw te lopen na elke uitgevoerde evaluatie. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 16.Een opleiding die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit erkend is conform bijlage 1, B, 3, h), bij het koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels, zoals van toepassing op de datum van de erkenning, wordt gedurende twaalf maanden vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit beschouwd als een opleiding die erkend is conform artikel 48/10, § 1, eerste lid, van bijlage XII bij het besluit van 24 juli 2009.

Art. 17.Artikel 16 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.

Brussel, 8 april 2019.

De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN