gepubliceerd op 23 september 2004
Ministerieel besluit tot vaststelling van de selectieprocedure voor de ambtenaren van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »
7 SEPTEMBER 2004. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de selectieprocedure voor de ambtenaren van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »
De Minister van Financiën, Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, inzonderheid op artikel 26, vervangen bij de wet van 21 juni 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 april 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 april 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 29 april 2004;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 20 juli 2004 van het Sectorcomité II-Financiën;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : - dat de wet van 21 juni 2004 tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken gepubliceerd werd op 9 juli 2004 en in werking treedt tien dagen na zijn publicatie; - dat het voorontwerp van deze wet aan het advies van de Raad van State werd voorgelegd binnen een termijn van vijf werkdagen zoals bepaald in artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State met ondermeer als uitdrukkelijk motief dat de Dienst voorafgaande beslissingen zo snel mogelijk moet kunnen worden georganiseerd om de vereiste rechtszekerheid te kunnen garanderen; - dat deze motivatie refereert aan de ratio legis van de bepalingen in de voormelde wet van 24 december 2002 die een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken beogen in te stellen; - dat met toepassing van deze wet van 24 december 2002 en het koninklijk besluit van 30 januari 2003 tot uitvoering van artikel 26 van de wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, alle aanvragen ingediend na 1 januari 2003 worden behandeld volgens de regels en modaliteiten waarin de artikelen 20 tot 28 van de voormelde wet van 24 december 2002 voorzien; - dat het voormelde koninklijk besluit van 30 januari 2003 tevens voorziet in de opheffing van de diensten die voorheen belast waren met het nemen van voorafgaande beslissingen; - dat niettegenstaande de gevoelige uitbreiding van het aantal fiscale bepalingen die het voorwerp kunnen uitmaken van vragen om voorafgaande beslissingen, de voormelde wet van 24 december 2002 geen specifieke organisatorische voorschriften voorzag die konden leiden tot een adequate organisatie van een nieuwe dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »; - dat uit een eerste evaluatie van het door voormelde wet van 24 december 2002 ingestelde systeem is gebleken dat specifieke maatregelen noodzakelijk zijn om een dergelijke dienst op adequate wijze te organiseren en een behandeling van de aanvragen te verzekeren binnen een termijn van 3 maanden zoals bepaald in artikel 21, vijfde lid, van deze wet; - dat meer in het bijzonder is gebleken dat de gemiddelde duur van de behandeling van aanvragen per 30 juni 2004 was opgelopen tot 166 kalenderdagen en het aantal nog niet behandelde vragen tot 213 op een totaal van 473 ingediende vragen; - dat de uitvoerende macht de opdracht heeft wettelijke bepalingen naar behoren uit te voeren; - dat dit des te meer het geval is wanneer voorafgaande beslissingen de aanvragers rechtszekerheid moeten verschaffen omtrent voorgenomen verrichtingen die zij hebben gepland, rekening houdend met de economische opportuniteiten die zich voordoen en waarvoor zij op snelle en efficiënte wijze zekerheid willen omtrent ondermeer de fiscale randvoorwaarden waarin zij deze verrichtingen kunnen doen; - dat de wetgever daarvoor een maximale termijn van drie maanden heeft opgegeven die slechts in onderlinge overeenstemming kan worden verlengd; - dat deze bepaling aan de uitvoerende macht minstens een zorgvuldigheidsverplichting oplegt die zou kunnen leiden tot een burgerlijke aansprakelijkheid van de Staat; - dat de wetgever bij voormelde wet van 21 juni 2004 heeft geoordeeld dat een adequate organisatie van de dienst vereist dat hij als autonome administratieve overheid zou kunnen functioneren en onder de leiding van een college van leidinggevenden; - dat om uitvoering te geven aan deze wettelijke bepalingen, in artikel 4, vierde lid, van het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën wordt bepaald dat de Minister van Financiën een selectieprocedure vaststelt en dat onderhavig ontwerp van ministerieel besluit derhalve uitvoering wenst te geven aan het voormelde koninklijk besluit van 13 augustus 2004 dat voorziet in de selectie van ten minste 23 personeelsleden van de dienst; - dat het voormelde koninklijk besluit van 13 augustus 2004 aan het advies van de Raad van State werd voorgelegd binnen een termijn van vijf werkdagen zoals bepaald in artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; - dat volgens een planning met betrekking tot de uitvoering van alle noodzakelijke administratieve procedures terzake 1 januari 2005 door de Ministerraad werd weerhouden als de datum waarop uiterlijk de bestaande regeling zoals voorzien in het ministerieel besluit van 15 mei 2003 betreffende de ambtenaren die ermee worden belast zich uit te spreken over de aanvragen om voorafgaande beslissingen in fiscale zaken, zou moeten worden opgeheven en vervangen door een volledig operationele nieuwe dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »; - dat om deze datum te halen, vereist is dat de uitvoerende maatregelen die moeten toelaten onverwijld en ten laatste begin september de noodzakelijke selectieprocedures te beginnen, vanaf nu genomen en gepubliceerd worden; - dat indien de voormelde datum van 1 januari 2005 niet zou worden gehaald, een juridisch vacuüm dreigt te ontstaan die de voormelde burgerlijke aansprakelijkheid van de staat nog meer in het gedrang zou brengen; - Gelet op het advies nr. 37.630/2/V van de Raad van State, gegeven op 27 augustus 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.§ 1. De kandidaten voor een functie binnen de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » moeten de competenties en de bekwaamheden hebben zoals die zijn vastgelegd in de functiebeschrijving en het competentieprofiel betreffende deze functie. § 2. De functiebeschrijving en het competentieprofiel betreffende de functie die binnen de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » te begeven is, wordt bepaald door de leden van het college dat belast is met de leiding van deze dienst, in samenwerking met de Stafdienst Personeel en Organisatie.
Art. 2.Een selectiecommissie wordt opgericht. Zij is samengesteld uit : - per taalrol, een lid van het college belast met de leiding van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken »; - per taalrol, een houder van de managementfunctie -1 of van een managementfunctie -2 van een fiscale entiteit; - per taalrol, een personeelslid van de Stafdienst Personeel en Organisatie aangeduid door de Directeur van de Stafdienst Personeel en Organisatie.
De selectiecommissie kan slechts op geldige wijze overgaan tot het horen van de kandidaten en tot de deliberatie voor zover de meerderheid van de leden aanwezig is en minstens twee van de leden tot de taalrol van de kandidaat behoren.
Art. 3.De selectieprocedure bestaat uit de volgende stappen : 1° een oproep tot de kandidaten door middel van een gepast publiciteitsmiddel;2° op basis van de ingediende dossiers (gestandaardiseerd curriculum vitae) wordt een mondelinge proef georganiseerd voor de bovengenoemde commissie. Dit gedeelte heeft tot doel de functiespecifieke competenties van elke kandidaat, opgesomd in de desbetreffende functiebeschrijving en competentieprofiel, te evalueren en aan elke kandidaat één van de volgende vermeldingen toe te kennen : « gunstig » of « ongunstig ».
De kandidaten die de vermelding « gunstig » hebben bekomen, worden gerangschikt. 3° De kandidaten worden ingelicht over de vermelding evenals, in voorkomend geval, over de rangschikking die hen is toegekend.4° De lijst met kandidaten die de vermelding « gunstig » hebben bekomen en hun rangschikking, worden meegedeeld aan het college belast met de leiding van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken ».
Art. 4.§ 1. Wanneer een nieuwe aanduiding dient te gebeuren, wordt er bij voorrang beroep gedaan op de kandidaten die de vermelding « gunstig » hebben verkregen tijdens een voorafgaande selectie. § 2. Er wordt slechts een nieuwe selectie georganiseerd bij gebrek aan kandidaten die tijdens een voorafgaande selectie de vermelding « gunstig » hebben gekregen en ten minste elke vijf jaar.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 13 augustus 2004 houdende oprichting van de dienst « voorafgaande beslissingen in fiscale zaken » bij de Federale Overheidsdienst Financiën.
Brussel, 7 september 2004.
D. REYNDERS