gepubliceerd op 28 augustus 2003
Ministerieel besluit betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid
7 JULI 2003. - Ministerieel besluit betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid
De Minister van Landsverdediging, Gelet op het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid, inzonderheid op artikel 32;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 september en 12 november 1999;
Gelet op de akkoordbevindingen van Onze Minister van Begroting van 22 mei 2001 en 26 april 2002;
Gelet op de akkoordbevindingen van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 8 maart 2001 en 2 april 2002;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van 6 maart 2003 van sectorcomité XIV;
Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;
Gelet op het advies 35.314/4 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit : HOOFDSTUK I. - De vereisten inzake voortgezette opleiding : inhoud en nadere regelen
Artikel 1.Om te voldoen aan de vereisten inzake voortgezette opleiding bedoeld in artikel 31 van het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid, moet de gegadigde voor de bevordering bewijzen dat hij ten minste 120 uren voortgezette opleiding heeft genoten vanaf het ogenblik dat hij zes jaar anciënniteit telt in de graad van inspecteur, van commissaris of van commissaris-analist.
Binnen zes maanden die volgen op het bereiken van de in het vorige lid bedoelde graadanciënniteit, dient de inspecteur, de commissaris of de commissaris-analist, rekening houdend met de noden van de dienst, met de hoofdcommissaris of de adjunct-hoofdcommissaris, volgens zijn taalstelsel, een plan van voortgezette opleiding overeen te komen, dat ze eventueel kunnen aanpassen of herzien.
Art. 2.Beschouwd worden als voortgezette opleiding in de zin van artikel 1, de opleidingen gevolgd in de vakken genoemd in bijlage1 van dit besluit en die van belang zijn van de dienst.
De voortgezette opleiding bedoeld in het eerste lid bestaat uit cursussen : 1° van het hoger niet-universitair onderwijs van het korte of lange type;2° van het universitair onderwijs van de eerste en de tweede cyclus die worden gegeven aan universiteiten of aan met universiteiten gelijkgestelde instellingen, met het oog op het behalen van een wettelijke of wetenschappelijke titel bedoeld in de wet van 11 september 1933 op de bescherming van de titels van hoger onderwijs;3° van elke cyclus van aanvullende studies georganiseerd door universiteiten of door met universiteiten gelijkgestelde instellingen;4° georganiseerd door andere scholen of externe organisaties.De keuze van deze cursussen moet vooraf door de onderstafchef inlichtingen en veiligheid zijn goedgekeurd; 5° georganiseerd door het stafdepartement inlichtingen en veiligheid met uitzondering van de door de Dienst opgelegde cursussen in het buitenland;6° gegeven door de Koninklijke Militaire School of door het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie;7° gegeven door enige andere militaire inrichting of instelling voorzover deze cursussen van belang zijn voor het stafdepartement inlichtingen en veiligheid en ze vooraf zijn goedgekeurd door de onderstafchef inlichtingen en veiligheid. Deze cursussen kunnen oefeningen en tests omvatten.
Art. 3.In het belang van de dienst kan de onderstafchef inlichtingen en veiligheid aan de Minister van Landsverdediging hetzij de invoeging van specifieke opleidingen die nog niet zijn opgenomen als bijlage 1 van dit besluit, hetzij de weglating van bepaalde opleidingen voorstellen.
Art. 4.§ 1. De inspecteur, de commissaris of de commissaris-analist die een cursus wenst te volgen om te voldoen aan de vereisten inzake voortgezette opleiding, moet alvorens de lessen te volgen, de schriftelijke goedkeuring hebben ontvangen van de onderstafchef inlichtingen en veiligheid, waarbij deze bekrachtigt dat de opleiding beschouwd wordt als een voortgezette opleiding bedoeld in artikel 2. § 2. Daartoe dient de ambtenaar ten minste twee maanden vóór de aanvang van de opleiding een met redenen omklede aanvraag in aan de hand van het formulier opgenomen als bijlage 2.
Voor de cursussen die niet door het stafdepartement inlichtingen en veiligheid worden georganiseerd, gaat de aanvraag vergezeld van een attest betreffende de inhoud en de duur van de cursus, dat wordt afgeleverd door de school of de instelling waar de cursus wordt onderwezen. § 3. Binnen de maand na ontvangst van de aanvraag tot erkenning geeft de onderstafchef inlichtingen en veiligheid kennis van zijn beslissing aan de belanghebbende, na advies van de hoofdcommissaris en van de adjunct-hoofdcommissaris.
Art. 5.§ 1. Op basis van het nauwgezetheidsattest van de onderwijsinstelling of van de organisator van de opleiding, geeft de onderstafchef inlichtingen en veiligheid de toestemming om de nauwgezet gevolgde opleiding als voortgezette opleiding voor een bevordering in aanmerking te nemen en brengt hij deze ter kennis van de belanghebbende. § 2. Wanneer de onderwijsinstelling of de organisator van de cursussen geen aanwezigheidsregister bijhoudt, dient de aanwezigheid te worden bevestigd door de lesgever aan de hand van een formulier volgens het model opgenomen als bijlage 3 van dit besluit. § 3. Wordt geacht nauwgezet te zijn gevolgd de opleiding waarvoor betrokkene niet meer dan een vijfde van de duur afwezig was. HOOFDSTUK II. - De dienstvrijstelling en het opgeven van de opleiding
Art. 6.Wanneer de overeenkomstig artikel 4 goedgekeurde voortgezette opleiding wordt gevolgd, verkrijgt de belanghebbende daartoe een dienstvrijstelling.
De uren van de voortgezette opleiding die buiten de normale diensturen vallen, worden gecompenseerd voor zover er geen opleidingsverlof voor wordt toegekend met toepassing van het hoofdstuk X van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan het Rijkspersoneel.
Art. 7.De controle op de dienstvrijstelling gebeurt op basis van een tweeledig attest : 1° een attest van regelmatige inschrijving met vermelding van de opleiding waarvoor de ambtenaar is ingeschreven, het aantal uren van de opleiding alsook het lesrooster;2° een attest inzake de nauwgezetheid waarmee de ambtenaar de opleiding heeft gevolgd. De attesten zijn conform de modellen opgenomen als bijlage 3 van dit besluit.
In afwijking van het tweede lid wordt het model van de attesten voor de opleidingen georganiseerd door het stafdepartement inlichtingen en veiligheid door onderstafchef inlichtingen en veiligheid vastgesteld.
Art. 8.Het formulier van het attest van regelmatige inschrijving wordt door de ambtenaar bezorgd aan het schoolhoofd.
Deze laatste levert het attest af binnen twintig dagen volgend op de aanvang van de opleiding.
Binnen dertig dagen volgend op de aanvang van de opleiding, bezorgt de ambtenaar het attest van regelmatige inschrijving aan de hoofdcommissaris.
Art. 9.Na afloop van de opleiding wordt het formulier van het nauwgezetheidsattest door de ambtenaar aan het schoolhoofd bezorgd.
Deze laatste levert het attest af binnen twintig dagen volgend op het einde van de opleiding.
Binnen dertig dagen volgend op het einde van de opleiding bezorgt de ambtenaar het nauwgezetheidsattest aan de hoofdcommissaris.
Dezelfde verplichting wordt opgelegd aan de ambtenaar die vroegtijdig de opleiding opgeeft.
Art. 10.§ 1. Het opgeven van de opleiding moet : 1° onmiddellijk gemeld worden aan het schoolhoofd;2° ter kennis gebracht worden aan de hoofdcommissaris binnen vijf dagen volgend op het opgeven. § 2. De onderstafchef inlichtingen en veiligheid kan de ambtenaar verplichten die een vorming heeft opgegeven zonder geldige reden om het cursusgeld terug te betalen. § 3. Aan de dienstvrijstelling bedoeld in artikel 6 wordt een einde gemaakt vanaf de datum van de kennisgeving bedoeld in § 1, 2°. § 4. Het recht op een dienstvrijstelling voor een krachtens artikel 4 goedgekeurde voortgezette opleiding wordt geschorst voor een termijn van één jaar indien, op het einde van een cursus, uit het nauwgezetheidsattest blijkt dat de ambtenaar ongewettigd afwezig was op de cursus gedurende meer dan één vijfde van de periode.
De schorsing gaat in vanaf de datum van het nauwgezetheidsattest. HOOFDSTUK III. - De reiskosten en het cursusgeld
Art. 11.De commissaris, de commissaris-analist of de inspecteur die deelneemt aan een cursus, goedgekeurd met toepassing van artikel 5, heeft recht op een tegemoetkoming in de kosten van de leerboeken voor een maximum bedrag van 250 EUR, gekoppeld aan het spilindexcijfer 138.01, en op de terugbetaling van reiskosten volgens de voorwaarden en de tarieven vastgesteld voor het personeel van de ministeries. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 12.Worden beschouwd als voortgezette opleiding in de zin van artikel 1, de voor de inwerkingtreding van dit besluit gevolgde of aan de gang zijnde opleidingen die beantwoorden aan de bepalingen van artikel 2.
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 7 juli 2003 houdende het statuut van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid.
Brussel, 7 juli 2003.
A. FLAHAUT
Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 7 juli 2003 betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid Worden in aanmerking genomen voor de vereisten inzake voortgezette opleiding voor de bevorderingen door verhoging in graad bedoeld in artikel 1, de opleidingen gevolgd in de hierna opgesomde vakken : 1. Management : - crisisbesluitvorming; - operationeel management - leiden van een dienst; - managementtechnieken; - conflicthantering; - vergadertechnieken; - presentatietechnieken; - projectbeheer; - teambuilding; - tijdsbeheer; - financieel beheer. 2. Wetenschappen : - rechten; - economie; - boekhouden; - criminologie; - psychologie; - sociologie; - toegepaste communicatiewetenschappen; - financiële analyse; - theorie van internationale relaties en toepassingen op de actuele problemen van internationale politiek; - politieke en sociale wetenschappen. 3. Communicatie : - interne communicatie; - externe communicatie; - non-verbale communicatie; - contacten met de media; - visuele communicatie. 4. Talen : - Frans (voor anderstaligen); - Nederlands (voor anderstaligen); - Duits; - Engels; - Spaans; - Italiaans; - Arabisch; - Slavische talen. 5. Informatica : - PC-besturingssystemen; - Cursussen over informaticaprogramma's die in het stafdepartement inlichtingen en veiligheid kunnen worden gebruikt; - programmeren. 6. Vakken die verband houden met de specifieke bevoegdheden : - onderzoekstechnieken; - rapporteringstechnieken; - bewakingstechnieken; - gesprekstechnieken; - videotechnieken; - fotografie.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 7 juli 2003 betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid.
A. FLAHAUT
Bijlage 2 bij het ministerieel besluit van 7 juli 2003 betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid Aanvraag tot erkenning van een cursus om te voldoen aan de vereisten inzake voortgezette opleiding voor een bevordering Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 7 juli 2003 betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid.
A. FLAHAUT
Bijlage 3 (eerste deel) bij het ministerieel besluit van 7 juli 2003 betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid Attest van regelmatige inschrijving en van nauwgezetheid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Bijlage 3 (tweede deel) bij het ministerieel besluit van 7 juli betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 7 juli 2003 betreffende de vereisten inzake voortgezette opleiding voor bevorderingen door verhoging in graad van bepaalde burgerlijke ambtenaren van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid.
A. FLAHAUT