gepubliceerd op 28 augustus 2003
Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Comité voor een sociaal verantwoorde productie
7 APRIL 2003. - Ministerieel besluit houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Comité voor een sociaal verantwoorde productie
De Minister van Economie, Gelet op artikel 108 van de Grondwet, Gelet op de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van sociaal verantwoorde productie, inzonderheid op artikel 7, § 5;
Gelet op het huishoudelijk reglement opgesteld door het Comité tijdens haar vergadering van 4 juli 2002;
Besluit : Enig artikel. Het huishoudelijk reglement, opgesteld door het Comité voor een sociaal verantwoorde productie in haar vergadering van 4 juli 2002, in bijlage bij onderhavig besluit wordt goedgekeurd.
Brussel, 7 april 2003.
Ch. PICQUE Comite voor sociaal verantwoorde productie Huishoudelijk reglement Gelet op de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van sociaal verantwoorde productie, inzonderheid van het art. 7 § 5;
Heeft het comité voor sociaal verantwoorde productie zijn huishoudelijk reglement als volgt vastgesteld : HOOFDSTUK I. - Comité voor sociaal verantwoorde productie
Artikel 1.Het comité voor sociaal verantwoorde productie vergadert op uitnodiging van zijn voorzitter of van de ondervoorzitter die hem vervangt.
Het secretariaat verstuurt de uitnodigingen ten laatste 10 volle dagen voor de vergadering, behoudens hoogdringendheid, waarover de voorzitter moet oordelen.
Het comité wordt eveneens bijeengeroepen op verzoek van de Minister van Economische Zaken of van vijf effectieve leden van het comité; in dit geval moet het comité binnen de vijftien dagen volgend op het verzoek bijeenkomen.
In alle gevallen vermeldt de agenda de onderwerpen die ter sprake worden gebracht en de besprekingen lopen uitsluitend over deze onderwerpen. Enkel in geval van hoogdringendheid zal een punt aan de agenda kunnen worden toegevoegd mits twee derden van de comité-leden daarom vragen.
Art. 2.De plaatsvervangende leden worden eveneens opgeroepen en nemen deel aan de vergaderingen van het comité.
Het plaatsvervangend lid, vervangt zijn effectief lid die afwezig is.
Art. 3.Het comité kan slechts op geldige wijze beraadslagen, wanneer minstens acht leden leden die mede beslissende stem hebben de voorzitter niet meegerekend, aanwezig zijn. Na een tweede bijeenroeping beraadslaagt het comité evenwel op geldige wijze, ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art. 4.De agendapunten worden bepaald door de voorzitter, door de ondervoorzitter die hem vervangt of op verzoek van twee effectieve comité-leden. De voorzitter of de ondervoorzitter die hem vervangt bereidt de aan het comité voor te leggen stukken voor en alsook over de uitvoering van de genomen beslissingen.
Hij stelt de uiterste datum vast waarop verslagen en adviezen aan de plenaire vergadering moeten voorgelegd worden.
Art. 5.Als de voorzitter verhinderd is, wordt hij vervangen door de ondervoorzitter. HOOFDSTUK II. - Werkgroepen
Art. 6.Het comité kan voor een bepaalde tijd werkgroepen oprichten die belast worden met technische vraagstukken of bijzondere problemen.
Deze werkgroepen worden voorgezeten door de voorzitter, de ondervoorzitter, of een lid van het comité. Zij bestaan uit minstens drie leden.
Zij kunnen deskundigen van buitenaf uitnodigen, die op hun voorstel aangeduid zijn door het comité.
De werken van de werkgroepen worden, door de verslaggevers die zij aanduiden, op de vooropgestelde datum aan het comité voorgelegd. HOOFDSTUK III. - Algemene bepalingen
Art. 7.De stemming geschiedt bij handopsteking, bij naamafroeping of met stembriefjes op naam.
Wanneer de stemming handelt over procedure- of organisatieproblemen, stemt de voorzitter het laatst en bij pariteit van stemmen is zijn stem doorslaggevend.
Betreffende adviezen en voorstellen wordt overgegaan tot een individuele raadpleging van de leden.
Indien het advies van het comité niet unaniem is, geeft het de uiteenlopende standpunten weer.
Art. 8.De beslissingen worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.
Beslissingen aangaande de adviezen over de aanvragen tot toekenning van het label voor sociaal verantwoorde productie en over de intrekking ervan, overeenkomstig art. 7 § 2, 2de alinea van de wet van 27 februari 2002, gebeuren bij twee derde meerderheid van stemmen van de aanwezige leden die mede beslissende stem hebben.
Art. 9.Alle documenten uitgaande van het comité en van de werkgroepen, behalve de werkdocumenten, worden in het Nederlands en in het Frans opgesteld.
Art 10. De voorzitter of de ondervoorzitter die hem vervangt opent en sluit de vergadering. Hij leidt de besprekingen, waakt over de orde en over de toepassing van de voorschriften van het huishoudelijk reglement.
Art. 11.De Voorzitter van het comité maakt de adviezen en voorstellen van het comité evenals het jaarlijks activiteitenverslag over aan de Minister van Economische Zaken. Hij vertegenwoordigt het comité ten overstaan van overheidsdiensten en van derden en ondertekent alle briefwisseling die het comité verbindt. Het secretariaat ondertekent de gewone briefwisseling.
Art. 12.Al wie aan de werken van het comité deelneemt, is gehouden aan het respecteren van de vertrouwelijkheid voor wat betreft de inhoud van de besprekingen en van de verzamelde informatie. Er mag niets hiervan buiten het comité verspreid worden.
De uiteindelijke beslissingen van het comité tot toekenning en de jaarverslagen worden gepubliceerd en verspreid. In het geval van een weigering van de toekenning van een label, mag men er evenwel geen enkele publiciteit aan geven.
Art. 13.Dit huishoudelijk reglement treedt in werking de dag waarop het door de Minister van Economische Zaken wordt goedgekeurd.
Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 7 april 2003 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Comité voor een sociaal verantwoorde productie.
De Minister van Economie, Ch. PICQUE