gepubliceerd op 15 maart 2012
Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de speciale eenheden en de daaruit voortvloeiende profielvereisten
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
5 MAART 2012. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de speciale eenheden en de daaruit voortvloeiende profielvereisten
De Minister van Binnenlandse Zaken, Gelet op de
wet van 26 april 2002Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
26/04/2002
pub.
30/04/2002
numac
2002000334
bron
ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie
Wet houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten
sluiten houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, artikel 68;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, artikel VII.III.9, vervangen bij het koninklijk besluit van 18 september 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/09/2008 pub. 09/10/2008 numac 2008000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen inzake de mandaten bij de politiediensten sluiten;
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 292/11 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten van 30 november 2011;
Gelet op het advies van de commissaris-generaal, gegeven op 12 december 2011;
Gelet op advies nr. 50.873/2 van de Raad van State, gegeven op 13 februari 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, Besluit : Enig artikel. De functiebeschrijving van directeur van de directie van de speciale eenheden en de daaruit voortvloeiende profielvereisten worden in de bijlage bij dit besluit vastgesteld.
Brussel, 5 maart 2012.
Mevr. J. MILQUET
Bijlage bij het ministerieel besluit van 5 maart 2012 tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de speciale eenheden en de daaruit voortvloeiende profielvereisten Functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van directeur van de directie van de speciale eenheden I. FUNCTIEBESCHRIJVING WETTELIJK EN REGLEMENTAIR KADER De directie van de speciale eenheden (hierna : de directie CGSU) is een centrale directie van de federale politie. Zij hangt rechtstreeks af van de commissaris-generaal (art. 2, eerste lid, 4°, KB 14 november 2006).
De directie CGSU is onder meer samengesteld uit de volgende diensten : - Directie operaties, directie personeel en directie logistiek en financiën; - POSA's van Gent, Antwerpen, Charleroi en Luik; - Observatie-eenheid; - Interventie-eenheid; - Het Under Cover Team, waartoe het Relocation en Protection Team (Getuigenbescherming) behoort; - Het NTSU, waartoe het CTIF behoort; - Het DVI. Het ambt van directeur CGSU betreft een mandaatfunctie van categorie 3. De aanwijzing geschiedt door de Koning voor een telkens hernieuwbare termijn van 5 jaar. INHOUD VAN DE FUNCTIE A. De directeur CGSU oefent zijn mandaat uit in overeenstemming met de opdrachtbrief waarin de te bereiken doelstellingen van het mandaat zijn vervat en de ter beschikking gestelde middelen met dewelke de doelstellingen moeten worden nagestreefd (artikel 72 van de wet van 26 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/04/2002 pub. 30/04/2002 numac 2002000334 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Wet houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten sluiten houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten).
B. De directeur CGSU rapporteert rechtstreeks aan de commissaris-generaal.
C. De directie CGSU verzekert de opdrachten opgesomd in artikel 11 van het koninklijk besluit van 14 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2006 pub. 23/11/2006 numac 2006000888 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie sluiten betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie.
Inzonderheid biedt de directie CGSU een geheel van tactieken, technieken en gespecialiseerde raad aan de diensten van de federale en van de lokale politie, nodig bij een proactieve en reactieve benadering van de zware en georganiseerde criminaliteit en van de activiteiten van terroristische, subversieve of extremistische groeperingen.
In dit verband treedt CGSU op onder de verantwoordelijkheid van de desbetreffende bevoegde overheden door : - inlichtingen in te zamelen door observatie- en undercoveropdrachten; - gespecialiseerde interventies en arrestaties uit te voeren door te onderhandelen en door hulp aan te bieden; - een hoogtechnologische steun aan te bieden; - raad te geven in crisissituaties.
De volgende elementen staan centraal in de dienstverlening : - de wettelijkheid van de acties; - het gebruik van geweld maximaal uitstellen, en bij gebruik van geweld, dit beperken tot het strikte minimum; - integriteit en discretie; - permanente beschikbaarheid; - het voortdurend op zoek gaan naar doeltreffendheid en efficiëntie; - de uitvoering van kwaliteitsvol werk.
D. De directeur CGSU geeft leiding aan ongeveer 550 personeelsleden van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader.
II. FUNCTIEPROFIEL ALGEMENE KENNIS 1. Grondige kennis bezitten van de organisatie, de werking, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst.2. Grondige kennis bezitten van het wettelijk kader inzake de opdrachten van de speciale eenheden. - Wet van 07-12-1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (Belgisch Staatsblad 05-01-1999); - KB van 14-11-2006 betreffende de organisatie en de bevoegdheden van de federale politie (Belgisch Staatsblad 23-11-2006); - vertrouwelijke omzendbrief nr. COL 4/2001 van 06-03-2001 van het College van procureurs-generaal bij de hoven van beroep betreffende de arbitrageprocedure, bij onvoldoende gespecialiseerde personele en materiële middelen van de politiediensten in de strijd tegen de zware en georganiseerde criminaliteit; - Omzendbrief nr. COL 2/2002 van 07-03-2002 van het College van procureurs-generaal bij de hoven van beroep. Ministeriële richtlijn tot regeling van de taakverdeling, de samenwerking, de coördinatie en de integratie tussen de lokale en de federale politie inzake de opdrachten van gerechtelijke politie; - Wet van 06-01-2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden (Belgisch Staatsblad 12-05-2003); - KB van 09-04-2003 betreffende de politionele onderzoekstechnieken (Belgisch Staatsblad 12-05-2003); - Permanente nota DGJ/DJO-Directie-369 van 05-05-2003 (te raadplegen via de BTS officier); - Omzendbrief nr. COL 6/2003 van 11-06-2003 van het College van procureurs-generaal bij de hoven van beroep. Wet van 6 januari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2003 pub. 12/05/2003 numac 2003009347 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden sluiten betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden; - Wet van 07-07-2002 houdende een regeling voor de bescherming van bedreigde getuigen en andere bepalingen (Belgisch Staatsblad 10-08-2002), gewijzigd door de wet van 14-07-2011 (Belgisch Staatsblad 01-08-2011); - Art. 90ter, quater, quinquies, sexies, septies, octies, novies, decies van het Strafwetboek; - KB van 08-02-2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/01/2003 pub. 10/02/2003 numac 2003009111 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 46bis, § 2, eerste lid, 88bis, § 2, eerste en derde lid, en 90quater, § 2, derde lid van het Wetboek van Strafvordering en van artikel 109ter, E, § 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven sluiten tot uitvoering van de artikelen 46bis, § 2, eerste lid, 88bis, § 2, eerste en derde lid, en 90quater, § 2, derde lid, van het Wetboek van strafvordering en van artikel 10ter, E, § 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. 3. De « Politionele onderrichtingen betreffende de bijzondere opsporingsmethoden, enige andere onderzoeksmethoden en opdrachten van de Speciale Eenheden van de federale politie in gerechtelijke onderzoeken » van DJO, evenals de dienaangaande FAQ's, beheersen en kunnen toepassen.4. Naargelang van het geval, de functionele kennis bezitten van de tweede landstaal of voldoen aan de voorwaarden voor het tweetalig kader.5. De kennis van het Engels is een pluspunt. INZICHT 6. Een goed inzicht hebben in de internationale context gezien vanuit de hoek van de speciale eenheden/antiterroristische eenheden en de implicaties op de werking van CGSU.7. Een goed inzicht hebben in de werking van de federale politie, met een bijzondere aandacht voor HRM, financiën en logistiek. VAARDIGHEDEN 8. Vermogen bezitten tot plannen en prioriteitstelling.9. Innoverend vermogen en zin voor initiatief bezitten.10. Vermogen bezitten om de doelstellingen na te streven binnen de mogelijkheden en beperkingen en om met concurrerende verwachtingen van partners om te gaan.11. Vermogen bezitten om hedendaagse managementconcepten te kaderen, te begrijpen en toe te passen.12. Vermogen bezitten tot strategisch, procesmatig en transversaal denken.13. Een dienst bestaande uit centrale en gedecentraliseerde componenten kunnen organiseren.14. Mensen kunnen leiden, begeleiden en motiveren, betrokkenheid kunnen creëren en kunnen delegeren.15. Besluitvaardig zijn en verantwoordelijkheid kunnen nemen in het dagelijkse beheer en in hevige crisistoestanden.16. Voeling hebben voor risicobesef en beschikken over een sterk analyse- en integratievermogen van deze in de ingewikkelde operationele processen. ATTITUDES 17. Gericht zijn, zowel anticipatief als reactief, op de voortdurende verbetering van het eigen functioneren en van het functioneren van de directie CGSU als een lerende organisatie.Indien noodzakelijk, zekerheden in vraag durven stellen om de organisatie vooruitgang te laten maken. 18. Permanent streven naar het partnerschap en oog hebben voor klantgerichtheid en klanttevredenheid.19. Gezag bezitten en uitstralen.20. Bereid zijn tot overleg en onderhandeling, openstaan voor discussie en bereid zijn de eigen mening te herzien, luisterbereidheid tonen.21. In volkomen transparantie rekenschap afleggen aan de bevoegde overheden en aan het controleorgaan. PERSOONLIJKE EIGENSCHAPPEN 22. Stressbestendig zijn met hoge frustratietolerantie en incasseringsvermogen.23. Duidelijk, transparant en overtuigend kunnen communiceren.24. Over een grote integriteit beschikken.Onpartijdig kunnen oordelen en zich onpartijdig kunnen opstellen. 25. Discreet aangelegd zijn.26. Een grote beschikbaarheid bezitten.27. Over een goede conditie en fysische weerstand beschikken om, als directeur, langdurige grootschalige operaties te kunnen opvolgen en leiden. Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 5 maart 2012 tot vaststelling van de functiebeschrijving van directeur van de directie van de speciale eenheden en de daaruit voortvloeiende profielvereisten.
Mevr. J. MILQUET