gepubliceerd op 08 januari 1999
Ministerieel besluit tot bepaling van de opdrachten door de rijkswacht uit te voeren met toepassing van artikel 126, § 2, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus
5 JANUARI 1999. - Ministerieel besluit tot bepaling van de opdrachten door de rijkswacht uit te voeren met toepassing van artikel 126, § 2, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van Justitie, Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op de artikelen 126 en 260, derde lid, 1°;
Gelet op het protocol nr. 67 van 30 december 1998 van het onderhandelingscomité van het rijkswachtpersoneel;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het ingevolge de inwerkingtreding op 5 januari 1999 van artikel 126 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, dat de personeelsleden van de rijkswacht stakingsrecht verleent, noodzakelijk is om onmiddellijk de opdrachten te bepalen waarvoor de bevoegde ministers gezamenlijk een bevel tot voortzetting of hervatting van het werk kunnen geven met toepassing van artikel 260, derde lid, 1°, van dezelfde wet, Besluit :
Artikel 1.Worden beschouwd als opdrachten bedoeld in artikel 126, § 2, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de opdrachten die noodzakelijk zijn om de overheden en de bevolking een minimale dienstverlening te waarborgen.
De opdrachten bedoeld in het eerste lid worden met de volgende minimale personeelsbezetting uitgevoerd : 1° op werkdagen en zaterdagen : de voor een zaterdagdienst gangbare minimale personeelsbezetting, met inbegrip van het vindbaar en beschikbaar personeel;2° op zon- en feestdagen : de voor een zondagsdienst gangbare minimale personeelsbezetting, met inbegrip van het vindbaar en beschikbaar personeel.
Art. 2.Worden eveneens beschouwd als opdrachten bedoeld in artikel 126, § 2, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus : 1° het beheer van de staking door het aanknopen van contacten, onderhandeling en overleg met de syndicale organisaties;2° het in voorkomend geval oproepen van personeelsleden die tijdens de staking vindbaar en beschikbaar moeten zijn;3° de encadrering van de aanwezige personeelsleden. De opdrachten bedoeld in het eerste lid worden met de volgende minimale personeelsbezetting uitgevoerd : 1° aanwezig personeel tijdens de werkdagen : - de commandant van de rijkswacht, de directeurs-generaal, de korps- en eenheidscommandanten of hun vervangers en hun respectieve secretarissen; - de verbindingsofficieren op de ministeriële kabinetten en hun respectieve secretaris; - twee leden en een onderofficier van het stress-team; - het diensthoofd van de dienst transport van de steungroepering of zijn vervanger en zes chauffeurs; 2° vindbaar en beschikbaar personeel : - op zaterdagen, zondagen en feestdagen : de in 1° bedoelde personeelsleden; - de commandanten van de ondereenheden of hun vervangers; - de leden van de afvaardiging van de overheid van het onderhandelingscomité, de secretaris ervan en een onderofficier, alsook twee tolken; - een psychologe van het stress-team; - twee juristen, een onderofficier en een beambte niveau 2 van de directie statuten en contentieux; - twee officieren en een onderofficier van de dienst algemene veiligheid; - drie magazijniers (divisies transmissie, voertuigen en materieel) en een specialist elektriciteit van het logistiek centrum; - de personeelsleden van de distributiedienst van het logistiek centrum; - per logistieke eenheid : een voertuighersteller, een hersteller transmissie, een hersteller verwarming, een loodgieter, een elektricien en een wapenmaker; - een keuronderofficier van de drukkerij en een onderofficier van de verzendingsdienst van de steungroepering; - zes chauffeurs van de dienst transport van de steungroepering.
Art. 3.Worden eveneens beschouwd als opdrachten bedoeld in artikel 126, § 2, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, alle operaties van bestuurlijke of gerechtelijke politie die niet uitgevoerd worden door het personeel bedoeld in artikel 1 en die bij het indienen van de stakingsaanzegging aan de gang zijn of gepland zijn, met het daartoe bepaalde personeel.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt begrepen onder de woorden "operaties van bestuurlijke of gerechtelijke politie" : elk geheel van activiteiten van bestuurlijke en/of gerechtelijke politie die worden georganiseerd in tijd en ruimte en die de gecoördineerde inzet van personele en materiële middelen impliceren.
Art. 4.Onverminderd het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 3, kunnen de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie gezamenlijk andere opdrachten aanwijzen zoals bedoeld in artikel 126, § 2, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.
Art. 5.Wanneer een bevel wordt gegeven met toepassing van artikel 260, derde lid, 1°, van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, gebeurt de nominatieve aanwijzing van de personeelsleden van de rijkswacht ter uitvoering van de in het bevel bepaalde opdrachten, door de commandant van de rijkswacht.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 5 januari 1999.
De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Justitie, T. VAN PARYS