Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 04 juli 2002
gepubliceerd op 06 juli 2002

Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 juni 2002 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002016164
pub.
06/07/2002
prom.
04/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/04/2002016164/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 JULI 2002. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 6 juni 2002 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest


De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995 en 23 maart 1998;

Gelet op de Richtlijn 2001/89/EG betreffende maatregelen van de Gemeenschap ter bestrijding van klassieke varkenspest;

Gelet op Beschikking 2002/106/EG houdende goedkeuring van een diagnosehandboek tot vaststelling van diagnostische procedures, bemonsteringsprocedures en criteria voor de evaluatie van de resultaten van de laboratoriumtests voor de bevestiging van klassieke varkenspest;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 september 1981 houdende maatregelen van diergeneeskundige politie betreffende de klassieke varkenspest en de Afrikaanse varkenspest, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1982, 31 januari 1990, 22 mei 1990, 14 juli 1995 en 31 oktober 1996, inzonderheid op het artikel 36bis ;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1995 houdende bijzondere maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige varkensziekten;

Gelet op het ministerieel besluit van 6 juni 2002 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een passende regeling dringend noodzakelijk is voor het vergoeden van onderzoeken door erkende dierenartsen in het kader van het opheffen van de maatregelen in het toezichtgebied afgebakend in toepassing van artikel 2 van het ministerieel besluit van 6 juni 2002 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 1 van het ministerieel besluit van 6 juni 2002, houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest, wordt het volgende gedachtestreepje toegevoegd : - Centrum voor Preventie en Diergeneeskundige Begeleiding : Centrum opgericht bij de v.z.w. Verenigingen voor dierenziektenbestrijding bedoeld in hoofdstuk 2 van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987; - Opsporingscentrum : het Centrum voor Preventie en Diergeneeskundige Begeleiding van Loncin.

Art. 2.In het zelfde besluit wordt een artikel 6bis toegevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 6bis.§ 1. De dienst stelt een programma op voor het klinisch onderzoek en de staalnemingen, die voortvloeien uit de toepassing van artikel 6 van dit besluit. Het programma bepaalt de aard en de omvang van het klinisch onderzoek, de aard en het aantal staalnemingen en de uiterste datum van uitvoering ervan. a) De inspecteur-dierenarts geeft voor elk varkensbeslag aan de bedrijfsdierenarts opdracht voor het uitvoeren van dit programma.De bedrijfsdierenarts is ertoe gehouden de onderrichtingen van de inspecteur-dierenarts op te volgen. b) De in punt a aangeduide dierenarts, wordt als volgt vergoed voor zijn/haar prestaties : - voor een bedrijfsbezoek, dat wordt uitgevoerd in het kader van de toepassing van dit artikel, wordt een vergoeding toegekend ten bedrage van 25 euro per opdracht, vóór belasting op de toegevoegde waarde; - voor het preleveren van bloedmonsters op het beslag, wordt per bloedmonster een vergoeding toegekend ten bedrage van 2,50 euro, vóór belasting op de toegevoegde waarde, op voorwaarde dat : 1° de selectie van de bemonsterde dieren, de bloedname en de identificatie werden uitgevoerd volgens de onderrichtingen van de inspecteur-dierenarts, 2° de gevraagde documenten correct en volledig werden ingevuld, 3° de gestelde termijn werd gerespecteerd. De als vergoeding toegekende bedragen zijn ten laste van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten. c) De volgens punt b bepaalde vergoedingen worden aan de aangeduide bedrijfsdierenarts uitbetaald op voorleggen van een behoorlijk ingevulde, gerechtvaardigde kostenstaat, die door de inspecteur-dierenarts juist werd verklaard.Een model van de kostenstaat is in bijlage 5 bij dit besluit gevoegd. § 2. Indien bij het nemen van bloedmonsters sterfte optreedt bij de bemonsterde varkens, dan : a) moet de verantwoordelijke onmiddellijk de inspecteur-dierenarts en het Opsporingscentrum van de sterfte op de hoogte brengen.De gestorven varkens moeten door het Opsporingscentrum uiterlijk binnen de 24 uur na de bloedname worden opgehaald. Het vervoer van de kadavers moet vergezeld gaan van een vervoerdocument voor diagnostisch materiaal volgens het model in bijlage 6 bij dit besluit, dat wordt afgeleverd door de inspecteur-dierenarts, evenals van een verslag van de dierenarts die de bloedmonsters heeft genomen; b) moet door middel van een verklaring, waarvan een model gevoegd is in bijlage 7 bij dit besluit, door het Opsporingscentrum worden bevestigd dat de aangeboden varkens gestorven zijn binnen de 24 uur na de bloedname.Er wordt eveneens een lijkschouwingsverslag opgemaakt; c) moet door de eigenaar van de gestorven varkens een schuldvordering worden ondertekend, waarvan een model is bijgevoegd in bijlage 8 bij dit besluit.Deze schuldvordering wordt, vergezeld van de documenten bedoeld in punten a en b , overhandigd aan de inspecteur-dierenarts.

De waarde van de gestorven varkens wordt bepaald door de inspecteur-dierenarts en de schuldvordering wordt door hem geviseerd.

De vergoeding is ten laste van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten. »

Art. 3.De bijlagen bij dit besluit worden als volgt toegevoegd bij het ministerieel besluit van 6 juni 2002 houdende tijdelijke maatregelen ter bestrijding van klassieke varkenspest : - bijlage 1 bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage 5; - bijlage 2 bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage 6; - bijlage 3 bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage 7; - bijlage 4 bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage 8.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2002.

Brussel, 4 juli 2002.

Mevr. M. AELVOET Bijlage 1 bij het ministerieel besluit van 4 juli 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^