3 SEPTEMBER 2015. - Ministerieel besluit betreffende de steun voor biologische landbouw

De Minister van Landbouw, Natuur, Landelijke Aangelegenheden, Toerisme en Sportinfrastructuren, afgevaardigde voor de Vertegenwoordiging bij de Grote Regio, Gelet op verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad;

Gelet op verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98,(EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad;

Gelet op verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad;

Gelet op de gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden;

Gelet op verordening (EU) nr. 807/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake bijstand voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot invoering van overgangsbepalingen;

Gelet op de uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo);

Gelet op de uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden;

Gelet op het Waals landbouwwetboek, artikelen D. 4, D.242, D.243 en D.249;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw en tot opheffing van het besluit van 3 april 2014 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw, artikelen 3, § 1, eerste en vierde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, 7, tweede lid, 3°, 8, eerste lid, 11, § 1, eerste, tweede, derde en vierde lid, en § 3, 13, tweede lid, 15, 20, tweede lid, 2°, en 4 en 21, tweede lid;

Gelet op het rapport van 5 februari 2015, opgemaakt overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203532 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale overheid d.d. 26 februari 2015 en 18 juni 2015;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 januari 2015;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 3 september 2015;

Gelet op het advies 57.817/2/V van de Raad van State, gegeven op 19 augustus 2015, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat maatregelen getroffen moeten worden zodat de nieuwe Europese programmering toegepast kan worden;

Overwegende dat het Waalse plattelandsontwikkelingsprogramma uitgevoerd moet worden zoals goedgekeurd door de Waalse Regering en aangenomen door de Europese Commissie op 20 juli 2015, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder « het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 » het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw en tot opheffing van het besluit van 3 april 2014 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw.

Art. 2.Overeenkomstig artikel 3, § 1, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015, dient de landbouwer een steunaanvraag in uiterlijk 31 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het begin van zijn verbintenis.

Overeenkomstig artikel 3, § 1, vierde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015, stuurt het betaalorgaan uiterlijk 20 december voor het begin van de verbintenis een schrijven aan de landbouwer waarin bevestigd wordt dat zijn steunaanvraag al dan niet ontvankelijk is en dat de verbintenis op 1 januari e.k. begint te lopen.

Art. 3.Overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015, informeert het betaalorgaan de landbouwer uiterlijk een maand voor de vervaldatum van de termijn waarin de in artikel 4, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering bedoelde steunaanvraag ingediend moet worden, dat hij zich in zijn laatste verbintenisjaar bevindt.

Art. 4.Overeenkomstig artikel 5, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015, deelt het betaalorgaan tegen 30 juni na de indiening van de aanvraag in een document mee dat de betalingsaanvraag van de landbouwer al dan niet ontvankelijk is.

Art. 5.§ 1. De gewasgroepen vermeld in artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 zijn vastgesteld als volgt : 1° gewasgroep 1, met het opschrift "weiden en voedergewassen", is samengesteld is uit de volgende gewassen : a.blijvend weiland; b. tijdelijk weiland;c. snijmaïs;d. klaver;e. luzerne;f. andere voedergewassen;g. percelen met minder dan 50 bomen per hectare weiland;h. traject gevogelte;i. traject varkens;2° gewasgroep 2, met het opschrift « boomteelt, tuinbouw en zaadproductie » is samengesteld uit de volgende gewassen : a.groenteteelt in volle grond; b. groenteteelt onder beschermingsafdekking;c. fruit- en sierplanten;d. aromatische planten;e. medicinale planten;f. niet-eetbare tuinbouwgewassen;g. meerjarige fruitteelten;h. fruitteelt met meer dan 250 bomen per hectare;i. hazelaar;j. notenboom;k. hop;l. wijngaard;m. brandnetel;n. angelica;o. elk gewas en alle voedergrassen bestemd voor de productie van zaaizaad als de landbouwer bewijst dat het product verkocht wordt als « zaadproductie volgens de biologische methode », alsook pootaardappelen als de landbouwer bewijst dat het product als « « pootgoed » verkocht wordt en aardbeiplanten;3° gewasgroep 3, met het opschrift « overige gewassen », is samengesteld is uit de volgende gewassen : a.graangewassen, met uitzondering van snijmaïs; wat korrelmaïs betreft, bewijst de landbouwer bewijst dat het product als « korrelmaïsproductie » is verkocht of door zijn dieren is verbruikt; b. oliehoudende planten;c. vezelgewassen;d. eiwithoudende gewassen;e. voeder- en suikerbieten;f. aardappelen als de landbouwer bewijst dat het product als « aardappelproductie » verkocht wordt;h. cichorei;i. fruitboomteelt (hoogstam) van 50 à 250 bomen par hectare, incluis. § 2. Er wordt geen steun voor de biologische productiemethode verleend wat betreft : 1° natuurlijke spontane bedekking;2° bedekkingen ter bevordering van de fauna;3° bosgewassen met korte rotatie;4° miscanthus;5° bebossing van landbouwgrond;6° kerstbomen;7° tabak; 8° bedekking voor milieudoeleinden betaald door private derden (windmolens,...); 9° braakland;10° ingerichte strook;11° met gras bezaaide perceelsrand;12° ingericht perceel.

Art. 6.§ 1. Artikel 11 van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 is toepasselijk op gewasgroep 1, met het opschrift « weiden en voedergewassen », bedoeld in artikel 3. § 2. De coëfficiënten bedoeld in artikel 11, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 zijn de volgende : 1° runderen van twee jaar en ouder, paardachtigen van één jaar en ouder : 1 GVE;2° runderen van nul tot zes maanden : 0,4 GVE;3° runderen tussen zes maanden en twee jaar : 0,6 GVE;3° schapen of geiten ouder dan zes maanden : 0,15 GVE;5° hertachtingen ouder dan zes maanden : 0,25 GVE. § 3. Het aantal GVE bedoeld in artikel 11, § 1, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 is vastgelegd op 0,6. § 4. Overeenkomstig artikel 11, § 1, vierde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015, worden varkens en pluimvee met grazend vee gelijkgesteld.

Wat pluimvee betreft, wordt bij de berekening van de steun rekening gehouden met het geheel van de arealen van het bedrijf die voor het traject van het pluimvee gebruikt worden, beperkt tot de voor het traject van pluimvee gebruikte arealen.

Wat varkens betreft, wordt bij de berekening van de steun rekening gehouden met de arealen van het bedrijf die voor het traject van de varkens gebruikt worden, ten belope van het dubbele van die arealen.

Onder « traject » wordt verstaan de als openluchtruimte gebruikte arealen van het bedrijf waartoe de dieren toegang hebben overeenkomstig de bepalingen van artikel 9 van het besluit van de Waalse Regering.

Art. 7.Het bedrag van de omschakelingssteun bedoeld in artikel 13, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015 wordt vastgelegd per schijf totaaloppervlakte van het geheel van de percelen in omschakeling per groep.

Wat gewasgroep 1 betreft, wordt het bedrag van de steun vastgelegd naar gelang van de uitgestrektheid van de totaaloppervlakte van het geheel van de in aanmerking genomen percelen : 1° 350 euro/ha voor de eerste 60 hectaren;2° 270 euro/ha boven de 60ste hectare. Wat gewasgroep 2 betreft, wordt het bedrag van de steun vastgelegd naar gelang van de uitgestrektheid van de totaaloppervlakte van het geheel van de in aanmerking genomen percelen : 1° 1.050 euro/ha voor de eerste 3 hectaren; 2° 900 euro/ha boven de 3de tot de 14de hectare;3° 550 euro/ha boven de 14de hectare. Wat gewasgroep 3 betreft, wordt het bedrag van de steun vastgelegd naar gelang van de uitgestrektheid van de totaaloppervlakte van het geheel van de in aanmerking genomen percelen : 1° 550 euro/ha voor de eerste 60 hectaren;2° 390 euro/ha boven de 60ste hectare.

Art. 8.Overeenkomstig artikel 15 van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015, wordt het bedrag van de instandhoudingssteun per oppervlakteschijf vastgelegd wat betreft de drie gewasgroepen bedoeld in artikel 3, § 1.

Wat gewasgroep 1 betreft, wordt het bedrag van de steun vastgelegd naar gelang van de uitgestrektheid van de totaaloppervlakte van het geheel van de in aanmerking genomen percelen : 1° 200 euro/ha voor de eerste 60 hectaren;2° 120 euro/ha boven de 60ste hectare. Wat gewasgroep 2 betreft, wordt het bedrag van de steun vastgelegd naar gelang van de uitgestrektheid van de totaaloppervlakte van het geheel van de in aanmerking genomen percelen : 1° 900 euro/ha voor de eerste 3 hectaren;2° 750 euro/ha boven de 3de tot de 14de hectare;3° 400 euro/ha boven de 14de hectare. Wat gewasgroep 3 betreft, wordt het bedrag van de steun vastgelegd naar gelang van de uitgestrektheid van de totaaloppervlakte van het geheel van de in aanmerking genomen percelen : 1° 400 euro/ha voor de eerste 60 hectaren;2° 240 euro/ha boven de 60ste hectare.

Art. 9.De uitbreidingsaanvragen waarin artikel 20 van het besluit van de Waalse Regering voorziet, worden ingediend d.m.v. het steunaanvraagformulier bedoeld in artikel 3, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015.

Namen, 3 september 2015.

R. COLLIN