gepubliceerd op 24 mei 2023
Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor de biologische landbouw
23 FEBRUARI 2023. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de steun voor de biologische landbouw
De Waalse Regering, Gelet op Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;
Gelet op Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013;
Gelet op het Waalse Landbouwwetboek, de artikelen D.4, D. 241, D.242, lid 1 en lid 2, D.243, D.249, lid 1, en D.251;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 03/09/2015 pub. 02/10/2015 numac 2015204325 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende steunverlening aan de biologische landbouw en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 3 april 2014 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw sluiten betreffende steunverlening aan de biologische landbouw en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 3 april 2014 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw;
Gelet op het verslag van 18 november 2022 opgesteld overeenkomstig artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 2014 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 september 2015Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/09/2015 pub. 02/10/2015 numac 2015204326 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit betreffende de steun voor biologische landbouw sluiten betreffende de steun voor DE biologische landbouw;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 november 2022;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 1 december 2022;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de federale overheid op 15 december 2022;
Gelet op het verzoek om advies binnen een termijn van dertig dagen, gericht aan de Raad van State op 22 december 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het uitblijven van advies binnen deze termijn;
Gelet op artikel 84, § 1, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan wordt verstaan onder : 1° Administratie: de Administratie bedoeld in artikel D.3, 3° van het Waalse Landbouwwetboek ; 4° landbouwactiviteiten: de landbouwactiviteiten in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 1°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 3° landbouwers: landbouwers in de zin van artikel D.3, 4°, van het Waals Landbouwwetboek; 4° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023: het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gemeenschappelijke begrippen voor de interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en de conditionaliteit;5° akkerranden: de akkerranden in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 10°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;6° omschakeling: de omschakeling in de zin van artikel 3, 6), van Verordening (EU) nr.2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad; 7° steunaanvraag: de steunaanvraag in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 16°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;8° betalingsaanvraag: de betalingsaanvraag in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 17°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;9° ecoregelingen: de ecoregelingen bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de ecoregelingen;10° verbintenis: de verbintenis van een landbouwer om biologische landbouwpraktijken en -methoden toe te passen; 11° verzamelaanvraagformulier : het formulier bedoeld in artikel D.30 van het Waalse Landbouwwetboek; 12° basislijn: de gezamenlijke relevante verbintenissen als bedoeld in artikel 70, § 3, a) tot c), van Verordening (EU) nr.2021/2115 van 2 december 2021; 13° betaalorgaan: het betaalorgaan in de zin van artikel D.3, 25°, van het Waals Landbouwwetboek; 14° controleorganen: de controleorganen in de zin van artikel 3, 56) van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad, en van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/02/2010 pub. 15/04/2010 numac 2010027051 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten en tot intrekking van het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2008 sluiten inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten; 15° praktijken en methodes uit de biologische landbouw: de productiepraktijken en -methodes die worden gebruikt in het kader van een landbouwactiviteit, in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad, en van het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/10/2022 pub. 07/12/2022 numac 2022206901 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten type besluit van de waalse regering prom. 13/10/2022 pub. 20/01/2023 numac 2023030338 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten. - Addendum sluiten inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/02/2010 pub. 15/04/2010 numac 2010027051 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten en tot intrekking van het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2008 sluiten inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten; 16° Verordening (EU) 2021/2115 van 2 december 2021: Verordening (EU) nr.2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013; 17° Sanitel: het gegevensbestand in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 39°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;18° landbouwarealen: de landbouwarealen in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 44°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 19° ecologische compensatiearealen: landbouwarealen waar een specifieke beperking geldt en waarvoor een landbouwer financiële steun ontvangt op basis van een overeenkomst met een private derde;20° beslagen: de beslagen in de zin van artikel 2, § 2, 12°, van het koninklijk besluit van 20 mei 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/05/2022 pub. 10/06/2022 numac 2022041385 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de identificatie en de registratie van bepaalde hoefdieren, pluimvee, konijnen en bepaalde vogels sluiten betreffende de identificatie en de registratie van bepaalde hoefdieren, pluimvee, konijnen en bepaalde vogels;7° GVE: de grootvee-eenheid in de zin van artikel 2, § 1, lid 1, 48°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;22° productie-eenheden: de productie-eenheden in de zin van artikel 3, 35° van het Waalse Landbouwwetboek. HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen
Art. 2.Krachtens artikel 70 van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 wordt jaarlijks steun voor de biologische landbouw toegekend onder de in dit besluit vastgestelde voorwaarden.
Art. 3.De steun voor biologische landbouw omvat: 1° een steun voor de instandhouding;2° een steun voor de omschakeling 3° een aanvullende steun voor kwetsbare gebieden. HOOFSTUK 3. - Verbintenissen Onderafdeling 1ère. - Naleving van de eisen
Art. 4.Om voor steun voor de biologische landbouw in aanmerking te komen, moet de landbouwer niet alleen voldoen aan de relevante eisen van de basislijn, maar ook aan de praktijken en methoden van de biologische landbouw.
Art. 5.Om van de steun voor de biologische landbouw te kunnen genieten, moet de landbouwer de administratie uiterlijk op 31 december van het jaar dat aan het eerste jaar van de verbintenis voorafgaat, in kennis hebben gesteld van zijn biologische productieactiviteit, overeenkomstig artikel 8 van het besluit van de Waalse Regering van 13 oktober 2022Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 13/10/2022 pub. 07/12/2022 numac 2022206901 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten type besluit van de waalse regering prom. 13/10/2022 pub. 20/01/2023 numac 2023030338 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010 inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten. - Addendum sluiten inzake de biologische productie en etikettering van biologische producten en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 11 februari 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 11/02/2010 pub. 15/04/2010 numac 2010027051 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten en tot intrekking van het besluit van de Waalse Regering van 28 februari 2008 sluiten inzake de productiemethode en etikettering van biologische producten. Afdeling 2. - Duur van de verbintenis
Art. 6.De verbintenis van een landbouwer om biologische landbouwpraktijken en -methoden toe te passen, geldt voor een periode van vijf jaar die ingaat op 1 januari van het jaar waarin de steunaanvraag wordt ingediend.
Indien de landbouwer zijn verbintenis aan het einde van de eerste periode van vijf jaar wenst te verlengen, dient hij een nieuwe steunaanvraag in de vorm en op de wijze bepaald in artikel 16 in. De verlengde verbintenis geldt voor een periode van vijf jaar. Afdeling 3. - Reikwijdte van de verbintenis
Art. 7.Onverminderd de artikelen 20 en 21 heeft de verbintenis gedurende de gehele looptijd ervan betrekking op een areaal landbouwgrond dat identiek is aan het areaal dat de landbouwer in zijn steunaanvraag als het voorwerp van de verbintenis heeft aangewezen.
Gedurende de gehele looptijd heeft de verbintenis betrekking op de percelen die de landbouwer in zijn steunaanvraag als onder de verbintenis vallende percelen heeft aangewezen.
Art. 8.Alleen percelen landbouwgrond gelegen op het grondgebied van het Waalse Gewest en behorend tot de door de Minister vastgestelde gewasgroepen komen in aanmerking voor de steun voor de biologische landbouw.
Art. 9.De aanvullende steun voor kwetsbare gebieden wordt alleen toegekend voor landbouwarealen die overeenkomstig artikel R.212 van het Waterwetboek als kwetsbare gebieden zijn aangewezen.
Art. 10.De steun voor de biologische landbouw wordt niet verleend voor landbouwarealen die zijn aangewezen als "prioritair open milieus" (UG 2), "weiland habitats van soorten" (UG 3), "extensieve stroken" (UG 4), "gebieden onder beschermingsstatuut" (UG temp 1) of "gebieden met openbaar beheer" (UG temp 2) in artikel 2, 2° tot 4°, 14° en 15° van het besluit van de Waalse Regering van 19 mei 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 19/05/2011 pub. 03/06/2011 numac 2011202729 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de beheerseenheidstypes die binnen een Natura 2000-locatie afgebakend zouden kunnen worden, alsook tot bepaling van de verbodsmaatregelen en van de bijzondere preventieve maatregelen die erop toepasselijk zijn sluiten tot bepaling van de beheerseenheidstypes die binnen een Natura 2000-locatie afgebakend zouden kunnen worden, alsook tot bepaling van de verbodsmaatregelen en van de bijzondere preventieve maatregelen die erop toepasselijk zijn. HOOFDSTUK 4. - Bedrag van de steun
Art. 11.De Minister bepaalt het bedrag van de steun voor de instandhouding, van de steun voor de omschakeling en van de aanvullende steun voor kwetsbare gebieden. HOOFDSTUK 5. - Cumulaties
Art. 12.De steun voor de biologische landbouw wordt niet verleend voor percelen waarvoor een verbintenis voor agromilieu- en klimaatmaatregelen nr. 5 "met gras bezaaide perceelsranden" of nr. 7 "ingerichte perceelstroken" is aangegaan overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen.
Art. 13.In het kader van dit besluit wordt geen steun verleend voor ecologische compensatiearealen.
Art. 14.Er wordt geen steun voor de omschakeling toegekend voor percelen waarvoor in de voorafgaande tien jaar steun voor de biologische landbouw is toegekend.
Art. 15.De Minister kan de omstandigheden bepalen waarin geen steun voor de omschakeling of aanvullende steun voor kwetsbare gebieden wordt toegekend aan landbouwers die steun voor de instandhouding ontvangen. HOOFDSTUK 6. - Steunaanvraag en betalingsaanvraag
Art. 16.§ 1. De steunaanvraag voor de biologische landbouw en de jaarlijkse betalingsaanvragen worden ingediend door middel van het enige aanvraagformulier bedoeld in de artikelen 3, 4 en 9 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023.
De steunaanvraag is ontvankelijk wanneer zij voldoet aan de vereisten van artikel 11, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023. § 2. De wijziging van de steun- of betalingsaanvraag gebeurt overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023. HOOFDSTUK 7. - Berekening van de steun
Art. 17.Het bedrag van de aan een landbouwer toegekende steun voor de biologische landbouw wordt berekend op basis van het in de steunaanvraag aangegeven en door het betaalorgaan vastgestelde areaal landbouwgrond waarvoor de verbintenis is aangegaan.
Onverminderd artikel 21 leidt een uitbreiding van het areaal van het bedrijf niet tot een automatische verhoging van het steunbedrag.
Art. 18.§ 1. In afwijking van artikel 17 wordt het bedrag van de steun voor de biologische landbouw voor landbouwarealen die behoren tot de door de Minister aangewezen gewasgroep als volgt vastgesteld: 1° indien de gemiddelde veebezetting gelijk is aan of hoger is dan 0,6 GVE per hectare voederareaal, wordt de steun toegekend voor het volledige landbouwareaal dat voor deze gewasgroep is bestemd;2° indien de gemiddelde veebezetting lager is dan 0,6 GVE per hectare voederareaal, wordt de steun slechts toegekend voor het areaal landbouwgrond die aan deze gewasgroep wordt besteed en die nodig is om een veebezetting van 0,6 GVE per hectare te bereiken. De Minister definieert het begrip voederareaal. § 2. De gemiddelde veebezetting wordt berekend overeenkomstig artikel 28 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023.
Onverminderd artikel 28, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 worden voor de berekening van de veebezetting alleen dieren in aanmerking genomen die volgens biologische landbouwpraktijken en -methoden worden gehouden.
HOOFSTUK 8. - Betalingen
Art. 19.§ 1. De steun voor de biologische landbouw wordt over een periode van vijf jaar in jaarlijkse schijven betaald. De periode waarop een jaarlijkse schijf betrekking heeft, loopt van 1 januari tot en met 31 december van het jaar waarop zij betrekking heeft.
Elke jaarlijkse schijf wordt betaald aan een landbouwer die overeenkomstig artikel 16 een aanvraag voor een jaarbetaling heeft ingediend en die gedurende de gehele door de betrokken jaarlijkse schijf bestreken periode de aan zijn verbintenis verbonden voorwaarden in acht neemt. § 2. De landbouwer ontvangt voor elke jaarlijkse schijf van de verbintenis de steun voor de instandhouding en, in voorkomend geval, de aanvullende steun voor kwetsbare gebieden. § 3. Naast de in § 2 bedoelde steun wordt de steun voor de omschakeling voor de eerste twee jaarlijkse schijven van de verbintenis of voor de jaarlijkse schijven die overeenstemmen met de eerste twee jaar na de verlenging van de lopende verbintenis voor de betrokken percelen overeenkomstig artikel 21 betaald.
Indien de eerste jaarlijkse schijf waarvoor de steun voor de omschakeling moet worden betaald, overeenkomt met het laatste jaar van de verbintenis, wordt de tweede jaarlijkse schijf aan de landbouwer betaald in het eerste jaar van de volgende verbintenis, op voorwaarde dat de nieuwe verbintenis onmiddellijk volgt op de oorspronkelijke verbintenis. HOOFDSTUK 9. - Wijzigingen van de verbintenis Afdeling 1ère. - Overdracht van bedrijven of landbouwarealen
Art. 20.§ 1. In afwijking van artikel 12 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 vindt de overdracht van een volledig onder een verbintenis vallend bedrijf plaats tussen de overnemer en de overdragende landbouwer via het door de administratie ter beschikking gestelde geïnformatiseerde loket voor interventies en steunmaatregelen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid of schriftelijk door middel van een document met een vaste datum overeenkomstig artikel D.15 van het Waalse landbouwwetboek.
Het eerste lid is van toepassing in geval van overdracht van percelen waarvoor een verbintenis is aangegaan. § 2. In het in § 1 bedoelde geval kan de overnemer de verbintenissen voor de resterende verbintenisperiode geheel of gedeeltelijk voortzetten onder de in dit artikel vastgestelde voorwaarden.
Het betaalorgaan wordt van de overdracht en, in voorkomend geval, van de overname van de verbintenissen in kennis gesteld uiterlijk op de uiterste datum voor de indiening van de verzamelaanvraag als bedoeld in artikel 6 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023.
Voor de toepassing van dit besluit wordt de overname van de verbintenissen geacht plaats te vinden op 1 januari van het jaar van de kennisgeving van de overdracht van het bedrijf of de percelen. § 3. In geval van overname van de verbintenis treedt de overnemer vanaf de in § 2, derde lid, bedoelde datum in de plaats van de overdrager voor de rechten en verplichtingen die aan de verbintenis verbonden zijn.
Mits de verbintenis in de betrokken periode is nagekomen, ontvangt de overdrager de steun voor de periode vóór de in § 2, derde lid, bedoelde datum en de overnemer de steun voor de periode na die datum.
Indien de verbintenis na de overname ervan wordt beëindigd, betaalt de overnemer alle steun terug die hem voor de betrokken verbintenis is betaald. De overdrager behoeft de in het kader van de verbintenis ontvangen steun niet terug te betalen. § 4. De naleving van de voorschriften van een overgenomen verbintenis wordt gecontroleerd zonder rekening te houden met de verbintenissen die de overnemende landbouwer reeds vóór de overdracht is aangegaan. Afdeling 2. - Uitbreiding van de verbintenis
Art. 21.De uitbreiding van een lopende verbintenis tot bijkomende landbouwarealen wordt toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1° de uitbreiding dient de milieudoelstelling van de verbintenis;2° de uitbreiding betreft een areaal dat gelijk is aan of kleiner is dan 50% van dat van de oorspronkelijke verbintenis;3° het verzoek tot uitbreiding wordt ingediend door middel van een betalingsaanvraag overeenkomstig artikel 16. Voor de toepassing van lid 1, 2°, is een areaal gelijk aan of minder dan 50% van het areaal waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft, indien het areaal waarop de aanvraag tot uitbreiding betrekking heeft, vermeerderd met de landbouwarealen waarvoor in dezelfde verbintenisperiode een aanvraag tot uitbreiding is ingediend, gelijk is aan of minder bedraagt dan 50% van het areaal waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft.
Indien de uitbreiding wordt aanvaard, gaat deze in op 1 januari van het jaar waarin de aanvraag tot uitbreiding is ingediend. De landbouwer komt de verlengde verbintenis na voor de resterende looptijd van de oorspronkelijke verbintenis. Afdeling 3. - Vervanging van de verbintenis
Art. 22.De vervanging van een lopende verbintenis door een nieuwe verbintenis wordt toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1° alle landbouwarealen waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking had, vallen onder de nieuwe verbintenis;2° de nieuwe verbintenis heeft betrekking op een areaal dat 50% groter is dan dat van de oorspronkelijke verbintenis;3° de vervangingsaanvraag wordt ingediend door middel van een nieuwe steunaanvraag overeenkomstig artikel 16;4° de subsidiabiliteitsvoorwaarden van de nieuwe verbintenis zijn vervuld. Voor de toepassing van lid 1, 2°, is een areaal groter dan het areaal waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft, indien het areaal waarop de vervangingsaanvraag betrekking heeft, vermeerderd met de landbouwarealen waarvoor in dezelfde verbintenisperiode een aanvraag tot uitbreiding is ingediend, groter is dan 50% van het areaal waarop de oorspronkelijke verbintenis betrekking heeft.
Indien de vervanging wordt aanvaard, gaat een nieuwe verbintenis voor vijf jaar in op 1 januari van het jaar waarin de vervangingsaanvraag wordt ingediend, ongeacht de duur van de oorspronkelijke verbintenis.
De tDe terugbetaling van de reeds in het kader van de oorspronkelijke verbintenis ontvangen betalingen is niet vereist. Afdeling 4. - Herziening van de verbintenis
Art. 23.§ 1. Overeenkomstig artikel 70, § 7, lid 1, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 herziet de Minister bij een wijziging van de basislijn of de vereisten voor een milieuregeling de lijst van subsidiabele teelten of het overeenkomstige steunbedrag. § 2.Overeenkomstig artikel 70, § 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 2021/2115 van 2 december 2021 herziet de Minister, indien een verbintenis zich uitstrekt tot na de periode waarop het strategisch GLB-plan betrekking heeft, de lijst van subsidiabele teelten of het overeenkomstige steunbedrag om deze in voorkomend geval aan te passen aan het rechtskader voor de volgende periode.
De herziening wordt van kracht op de eerste dag van de volgende periode. § 3. Indien een herziening in werking treedt vóór de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag of de betalingsaanvraag, wordt zij geacht in werking te treden op 1 januari van het betrokken jaar.
Indien de herziening in werking treedt na de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag of de betalingsaanvraag, treedt zij in werking op 1 januari van het volgende jaar. § 4. Indien de herziening door de landbouwer niet wordt aanvaard, eindigt de verbintenis. Reeds ontvangen betalingen in het kader van de betrokken verbintenis hoeven niet te worden terugbetaald. § 5. Het betaalorgaan stelt de betrokken landbouwers onverwijld in kennis van de toepassing van de paragrafen 1 en 2. Afdeling 5. - Aanpassing van de verbintenis
Art. 24.In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Minister, rekening houdend met de agromilieudoelstellingen van de interventie waarin dit besluit voorziet, een verbintenis tijdens de uitvoering ervan aanpassen door de lijst van de subsidiabele teelten of het overeenkomstige steunbedrag te wijzigen.
Indien een aanpassing in werking treedt vóór de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag of de betalingsaanvraag, wordt zij geacht in werking te treden op 1 januari van het betrokken jaar.
Indien de aanpassing in werking treedt na de uiterste datum voor de indiening van de steunaanvraag of de betalingsaanvraag, treedt zij in werking op 1 januari van het volgende jaar.
De landbouwer houdt zich aan de aangepaste verbintenis voor de resterende looptijd van de oorspronkelijke verbintenis.
Het betaalorgaan stelt de betrokken landbouwers onverwijld in kennis van de toepassing van het eerste lid. Afdeling 6. - Landinrichting en openbare interventies
Art. 25.De landbouwer die een verbintenis geheel of gedeeltelijk niet meer kan nakomen omdat zijn bedrijf of een deel ervan het voorwerp uitmaakt van een landinrichting of een andere soortgelijke openbare interventie, stelt het betaalorgaan daarvan schriftelijk in kennis vóór de datum van ingebruikneming.
Het betaalorgaan past de verbintenis aan in het licht van de wijzigingen in het bedrijf.
Indien de aanpassing onmogelijk blijkt, wordt de verbintenis beëindigd. De reeds ontvangen betalingen worden terugbetaald, met uitzondering van die welke betrekking hebben op de jaarlijkse schijven gedurende welke de verbintenis van kracht was.
Het betaalorgaan stelt de landbouwer in kennis van de wijze van aanpassing of, in voorkomend geval, van de beëindiging van de verbintenis. HOOFDSTUK 1 0. - Slotbepalingen
Art. 26.Opgeheven worden: 1° het besluit van de Waalse Regering van 3 september 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 03/09/2015 pub. 02/10/2015 numac 2015204325 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende steunverlening aan de biologische landbouw en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 3 april 2014 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw sluiten betreffende steunverlening aan de biologische landbouw en tot opheffing van het besluit van 3 april 2014 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw, gewijzigd bij de besluiten van de Waalse Regering van 2 februari 2017 en 4 maart 2021;2° het ministerieel besluit van 3 september 2015Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 03/09/2015 pub. 02/10/2015 numac 2015204326 bron waalse overheidsdienst Ministerieel besluit betreffende de steun voor biologische landbouw sluiten betreffende de steun voor de biologische landbouw, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 27 februari 2017.
Art. 27.Dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn van toepassing op verbintenissen tot toepassing van biologische landbouwpraktijken en -methoden die vóór 1 januari 2023 zijn aangegaan in het kader van het besluit van de Waalse regering van 3 september 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 03/09/2015 pub. 02/10/2015 numac 2015204325 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering betreffende steunverlening aan de biologische landbouw en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 3 april 2014 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw sluiten betreffende steunverlening aan de biologische landbouw en tot opheffing van het besluit van 3 april 2014 betreffende steunverlening aan de biologische landbouw.
Art. 28.De Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 23 februari 2023.
De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", en de Vaardigheidscentra, W. BORSUS