3 MEI 2005. - Ministerieel besluit houdende erkenning van Waalse groenestroomcertificaten ten einde in rekening te worden gebracht voor de naleving van de verplichting opgelegd aan de leveranciers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij artikel 28, § 2, van de elektriciteitsordonnantie

De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met Leefmilieu, Energie, Waterbeleid, Renovatiepremies en Groenvoorzieningen, Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals gewijzigd bij ordonnantie van 1 april 2004, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de omzettingvan de Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG van 26 juni 2003 betreffende de gemeenschappelijke regels voor de interne markten voor elektriciteit en gas door de ordonnantie van 1 april 2004 betrefffende de wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; dat deze ordonnantie van 1 april 2004 de ordonnantie van 19 juli 2001 grondig wijzigt voor wat betreft het systeem van groenestroomcertificaten waarvan ze de beginselen vaststelt; dat zij onder meer aan leveranciers oplegt om vanaf haar inwerkingtreding elk jaar een aantal groenestroomcertificaten te verwerven, dat, voor het jaar 2004, deze quotaverplichting 2 % bedraagt;

Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling, inzonderheid op artikel 27 die voorziet in de mogelijkheid voor de Minister om groenestroomcertificaten te erkennen die werden afgeleverd door andere nationale of buitenlandse overheden;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 februari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 maart 2005;

Gelet op het eensluidend advies van het Brussels Instituut voor Milieubeheer, gegeven op 23 december 2004;

Gelet op de briefwisseling tussen Brusselse en Waalse Ministers voor Energie van 20 januari 2005;

Gelet op het advies 38.203/1 van de Raad van State, gegeven op 22 maart 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Overwegende dat dit besluit geen afbreuk doet aan de mogelijkheid voor de Minister om groenestroomcertificaten afgeleverd door andere nationale of buitenlandse overheden te erkennen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° Waalse groenestroomcertificaat : overdraagbare titel toegekend voor de productie van groene stroom, krachtens artikel 38 van het decreet van de Waalse Gewest van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;2° CWAPE : de Waalse Commissie voor Energieregulering ingesteld door artikel 43 van het Waals decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt;3° elektriciteitsordonnantie : de ordonnatie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;4° Minister : de Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft;5° Dienst : de dienst belast met het beheer van de energie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK II. - Erkenning en modaliteiten

Art. 2.Waalse groenestroomcertificaten, ingeschreven op de rekening van een leverancier in de gegevensbank beheerd door de CWAPE, kunnen aan de Dienst worden overhandigd om, geheel of gedeeltelijk, te voldoen aan de verplichting opgelegd bij artikel 28, § 2, van de elektriciteitsordonnantie.

Kunnen alleen worden overhandigd overeenkomstig § 1, de Waalse groenestroomcertificaten die werden toegekend aan een installatie van groenestroomproductie binnen tien jaar volgend op de industriële inwerkingstelling van deze installatie.

Art. 3.§ 1. Bij het in rekening brengen van Waalse groenestroomcertificaten past de Dienst een coëfficiënt toe, gelijk aan de verhouding tussen het bedrag van de administratieve geldboete, verschuldigd in het Waalse Gewest per ontbrekende certificaat in het betrokken jaar, en het hiermee overeenstemmende bedrag van de administratieve geldboete, bepaald in artikel 32, § 2bis, van de elektriciteitsordonnatie.

Art. 4.De Dienst bepaalt, in overleg met de CWAPE, de wijze waarop de betrokken Waalse groenestroomcertificaten hem worden overhandigd. HOOFDSTUK III. - Periodieke evaluatie

Art. 5.Binnen het jaar volgend op de inwerkingtreding van dit besluit, evalueert de Dienst in het licht van de evolutie van de markt voor groenestroomcertificaten, in overleg met de CWAPE, het erkenningssysteem voorzien in Hoofdstuk 2 en brengt verslag uit aan de Minister.

Na het verslag bedoeld in § 1, evalueert de Dienst ieder jaar, in overleg met de CWAPE, de toepassing van dit besluit en brengt verslag uit aan de Minister. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 3 mei 2005.

Mevr. E. HUYTEBROECK