gepubliceerd op 19 november 1997
Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van overeenkomst voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit
MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW
2 SEPTEMBER 1997. Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van overeenkomst voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, inzonderheid op artikel 12 ;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 tot regeling van de Administratieve en Begrotingscontrole;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, zoals gewijzigd door de wet van 7 juni 1994;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit, inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 december 1995;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 27 februari 1996;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de noodzaak om onverwijld maatregelen te nemen inzake de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit voortvloeit uit de verplichting deze steunverlening aan te passen aan de afschaffing van het Instituut tot aanmoediging van het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw enerzijds en aan de oprichting van de Consultatieve Raad voor onderzoek en ontwikkeling in de landbouw anderzijds, teneinde de continuïteit van het beleid tot bevordering van het landbouwkundig onderzoek te verzekeren, Besluit : Enig artikel. De overeenkomst voorzien in artikel 8 van het koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning van de toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek met landbouwkundige finaliteit wordt opgesteld naar het model in bijlage van dit besluit.
Brussel, 2 september 1997.
K. PINXTEN Bijlage MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW BESTUUR VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING GESUBSIDIEERDE ONDERZOEKINGEN OVEREENKOMST Nr [referentie] In overeenstemming met het ministerieel besluit van../../.. tot toekenning van toelagen voor het wetenschappelijk en technisch onderzoek voor de landbouw, is tussen enerzijds, De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Directeur-Generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling, hierna genoemd "de STAAT" en anderzijds, [Instelling, onderneming of vereniging], vertegenwoordigd door [NAAM, functie], hierna genoemd "de BEGUNSTIGDE" OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT : ARTIKEL 1 : VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST 1.1 Deze Overeenkomst betreft de uitvoering van het onderzoek met de titel "[titel]", hierna genoemd "het PROJECT", volgens het in bijlage I opgenomen onderzoeksprogramma. 1.2 De BEGUNSTIGDE verzekert de volledige uitvoering van het PROJECT. Daartoe neemt hij de dagelijkse leiding van het PROJECT waar en ziet hij toe op de stipte uitvoering en op de continuïteit van de werkzaamheden tot de beëindiging van het PROJECT. Hij zorgt er ook voor dat alle informatie en elk document over de uitvoering van deze Overeenkomst volgens de vereiste vorm en op het juiste tijdstip aan de STAAT worden voorgelegd. 1.3 De STAAT verleent aan de BEGUNSTIGDE een toelage voor de verwezenlijking van het PROJECT, ten belope van [financieringspercentage] % van de uitgaven vermeld in het "Budget der onderzoekingen" zoals opgenomen in bijlage II. Het maximumbedrag van de toelage is derhalve vastgesteld op [bedrag in cijfers] ([bedrag in letters]) Belgische franken. 1.4 Zonder afbreuk te doen aan de hierna volgende bepalingen worden de principes die van toepassing zijn op deze Overeenkomst, omschreven in de "Algemene voorwaarden van toepassing op de overeenkomsten betreffende de gesubsidieerde onderzoekingen" zoals opgenomen in bijlage III. ARTIKEL 2 : DUUR EN PLAATS 2.1 Deze Overeenkomst treedt in werking op de datum waarop ze door alle contracterende partijen ondertekend is en wordt afgesloten op de datum waarop het saldo van de definitieve afrekening werkelijk uitbetaald is. 2.2 Het PROJECT vangt aan op de eerste dag van de maand ten laatste drie maand na de datum van [datum] en heeft een duur van [duur] maanden. DE BEGUNSTIGDE brengt de STAAT onmiddellijk op de hoogte van de werkelijke datum van de aanvang van het PROJECT. 2.3 Het PROJECT wordt uitgevoerd in [Instelling, plaats].
ARTIKEL 3 : FINANCIERING Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van artikel 7 van bijlage III, zullen de voorschotten op de toelage en het saldo aan de BEGUNSTIGDE door de STAAT uitbetaald worden volgens volgend tijdschema (in duizend Belgische franken) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld ARTIKEL 4 : BEGELEIDINGSCOMITE 4.1 Een Begeleidingscomité is belast met het wetenschappelijk toezicht van de werkzaamheden die in het kader van het PROJECT voortgezet worden. 4.2 Dit Comité is samengesteld uit de Directeur-Generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling of zijn vertegenwoordiger, die het voorzitterschap verzekert, en uit [Namen]. 4.3 De BEGUNSTIGDE verzekert het secretariaat van de vergaderingen van het Begeleidingscomité en maakt het verslag van elke vergadering over aan de STAAT. 4.4 Het Begeleidingscomité vergadert [aantal] maal, respectievelijk gedurende de maand die de data van [data] voorafgaat.
ARTIKEL 5 : VERBETERINGEN, WIJZIGINGEN EN AANVULLINGEN Behoudens specifieke tegengestelde bepalingen, kunnen de bepalingen van deze Overeenkomst en van haar bijlagen niet worden verbeterd, gewijzigd of aangevuld dan door middel van een aanhangsel, naar behoren ondertekend door de bevoegde vertegenwoordigers van de contracterende partijen.
ARTIKEL 6 : BIJLAGEN 6.1 De volgende bijlagen bij deze Overeenkomst maken er wezenlijk deel van uit : - Bijlage I : Programma der onderzoekingen - Bijlage II : Budget der onderzoekingen - Bijlage III : Algemene voorwaarden 6.2 De bepalingen van de Overeenkomst hebben voorrang op deze van de bijlagen.
ARTIKEL 7 : BIJZONDERE BEPALINGEN Gedaan te Brussel, op................ in twee exemplaren.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW BESTUUR VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING GESUBSIDIEERDE ONDERZOEKINGEN BIJLAGE I BIJ DE OVEREENKOMST Nr [referentie] PROGRAMMA DER ONDERZOEKINGEN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW BESTUUR VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING GESUBSIDIEERDE ONDERZOEKINGEN BIJLAGE II BIJ DE OVEREENKOMST Nr [referentie] BUDGET DER ONDERZOEKINGEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW BESTUUR VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING GESUBSIDIEERDE ONDERZOEKINGEN BIJLAGE III BIJ DE OVEREENKOMST Nr [referentie] ALGEMENE VOORWAARDEN VAN TOEPASSING OP DE OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE GESUBSIDIEERDE ONDERZOEKINGEN ARTIKEL 1 : TOEZICHT Onverminderd de controles opgelegd door de Rijkscomptabiliteit, aanvaardt de BEGUNSTIGDE de administratieve, technische en wetenschappelijke controles en het toezicht op de goede uitvoering van het PROJECT en op de aanwending van de toegekende toelage door het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
ARTIKEL 2 : PERSONEEL 2.1 De BEGUNSTIGDE verbindt zich ertoe, binnen de perken van de hiervoor uitgetrokken financiële middelen, het personeel aan te werven dat is opgenomen in de lijst in punt 4.1 van bijlage II van de Overeenkomst. 2.2 Het personeel waarvan sprake in artikel 2.1 hierboven wordt exclusief en volledig ingezet voor de uitvoering van het PROJECT en voor de in bijlage II van de Overeenkomst voorziene tijd. 2.3 Het personeel moet de nationaliteit hebben van een Lidstaat van de Europese Unie. De Directeur-Generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling kan uitzonderlijk afwijkingen toestaan wanneer de goede uitvoering van het PROJECT dit vereist. 2.4 De aanwerving van het personeel geschiedt in overeenstemming met de wetgeving op de arbeidscontracten. 2.5 Enkel de BEGUNSTIGDE is werkgever van de personeelsleden waarvan sprake in artikel 2.1 hierboven. 2.6 De wedde van het personeel wordt volgens de bezoldigingsregeling van gelijkaardige Staatsbetrekkingen vastgesteld, gebeurlijk aangevuld met een haard- of standplaatsvergoeding. De jaren ervaring in een discipline nuttig voor de goede werking van het PROJECT kunnen in aanmerking genomen worden bij de berekening van de wedde. 2.7 De STAAT vergoedt geen enkele loonkost voor prestaties of opzegtermijnen die de duur van het PROJECT overschrijden. Het is aan de BEGUNSTIGDE ervoor te zorgen dat de eventuele opzeggingen tijdig worden gegeven, met inachtneming van de voorziene einddatum van het PROJECT. ARTIKEL 3 : WERKING EN APPARATUUR 3.1 Iedere aankoop ten laste van de financiering toegekend aan het PROJECT moet verricht worden in overeenstemming met de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de overheidsopdrachten. 3.2 De apparatuur die de BEGUNSTIGDE aankoopt ten laste van de financiering zoals bepaald in bijlage II van de Overeenkomst, wordt tot het einde van het PROJECT bij voorrang aangewend voor de uitvoering van het PROJECT. 3.3 De STAAT is eigenaar van de apparatuur aangekocht ten laste van de financiering toegekend aan het PROJECT en waarvan de aankoopwaarde hoger is dan 200.000 F, BTW niet inbegrepen. De BEGUNSTIGDE beheert deze apparatuur zoals een goede huisvader en verbindt zich ertoe ze aan de STAAT terug te geven indien de STAAT het vraagt.
ARTIKEL 4 : DIENSTREIZEN 4.1 Elke verplaatsing naar het buitenland ten laste van de financiering toegekend aan het PROJECT moet voorafgaandelijk aan het akkoord van de STAAT onderworpen worden. 4.2 De vigerende tarieven op het gebied van verplaatsings- en verblijfskosten zijn deze van toepassing op het personeel van de Staat. 4.3 Bij de terugbetaling van verplaatsingskosten wordt geen rekening gehouden met premies onder gelijk welke vorm.
ARTIKEL 5 : VERSLAGEN 5.1 De BEGUNSTIGDE levert ieder jaar een verslag in over de stand van zijn onderzoekingen, alsmede een staat van uitgaven en inkomsten, in dubbel exemplaar, vergezeld van de originele stukken tot rechtvaardiging van deze uitgaven en inkomsten. Deze documenten zullen om de 12 maand worden opgemaakt, te rekenen vanaf de aanvangsdatum der onderzoekingen en aan de STAAT worden overhandigd binnen de maand die volgt. Het verslag bevat in bijlage een lijst met de publicaties en een lijst met de dienstreizen van het afgelopen jaar. 5.2 Binnen de twee maanden na het einde van het PROJECT, zal de BEGUNSTIGDE een eindverslag voorleggen alsmede een algemene staat van uitgaven en inkomsten, in dubbel exemplaar, vergezeld van de originele stukken tot rechtvaardiging van deze uitgaven en inkomsten. Het verslag geeft een volledige beschrijving van de onderzoeksactiviteiten, de behaalde resultaten en hun eventuele wetenschappelijke en technologische toepassingen en geeft aan in hoeverre de gestelde doelstellingen bereikt werden. 5.3 De BEGUNSTIGDE verbindt er zich toe alle stukken ter staving van de gedane uitgaven ter beschikking van de STAAT te houden, en zulks gedurende een periode van zeven opeenvolgende jaren na het einde van het PROJECT. ARTIKEL 6 : FINANCIERINGSWIJZE 6.1 De toelage die werd vastgesteld in artikel 1.3 van de Overeenkomst vormt noch een recht op, noch een automatische toekenning van kredieten aan de BEGUNSTIGDE. Zij stelt het maximaal bedrag vast dat beschikbaar is voor de vastlegging van de nodige uitgaven voor de uitvoering van het PROJECT. 6.2 De BEGUNSTIGDE is gehouden de toelating van de STAAT te vragen om het PROJECT, of een deel ervan, te gebruiken ten einde een rechtstreekse of onrechtstreekse toelage of hulp te verkrijgen, welke ook de oorsprong ervan is. 6.3 De BEGUNSTIGDE dient de toelage die de STAAT heeft toegekend uitsluitend aan te wenden voor de behoeften die rechtstreeks gerechtvaardigd zijn voor de uitvoering van het PROJECT. 6.4 De beschikbare begroting wordt verdeeld per uitgavencategorie, overeenkomstig bijlage II van de Overeenkomst. De verscheidene uitgavencategorieën worden als volgt vastgesteld : 6.4.1 Personeelskosten : geïndexeerde brutowedden, werkgeversbijdragen en wettelijke verzekeringen alsook elke andere wettelijk verplichte vergoeding of uitkering als toeslag op het salaris voor het aangeworven personeel volgens de lijst in bijlage II van de Overeenkomst. 6.4.2 Werkingskosten : gewone benodigdheden en produkten voor het laboratorium, de werkplaats en het kantoor; documentatie; reizen en verblijven; telecommunicatie; gebruik van rekenapparatuur; software; onderhoud van uitrusting aangekocht ten laste van het PROJECT; en meer in het algemeen verbruiksgoederen. 6.4.3 Apparatuurskosten : aankoop en plaatsing van wetenschappelijke en technische toestellen of instrumenten, met inbegrip van de informatica- en bureautica-uitrusting volgens de lijst in bijlage II van de Overeenkomst. 6.4.4 Algemene kosten : forfaitaire kosten inzake administratie, telefoon, post, onderhoud, verwarming, verlichting, elektriciteit, huur, afschrijving van uitrusting of verzekering.
ARTIKEL 7 : BETALINGSREGELINGEN 7.1 De STAAT stort aan de BEGUNSTIGDE de voorschotten volgens de kalender bepaald bij artikel 3 van de Overeenkomst. De voorschotten, behoudens het eerste, worden pas gestort na ontvangst van het verslag van de vergadering van het Begeleidingscomité die de datum voorafgaat waarop de storting van het voorschot voorzien is, en, als het geval zich voordoet, na ontvangst van de jaarverslagen en van de uitgavenstaten die voor die datum verschuldigd zijn krachtens artikel 5.1 van deze bijlage. 7.2 De STAAT stort aan de BEGUNSTIGDE het eventueel verschuldigd saldo van de toelage na ontvangst van het eindverslag en van de algemene uitgavenstaat bepaald in artikel 5.2 en na nazicht van het gebruik van het budget voorzien in bijlage II van de Overeenkomst. 7.3 De BEGUNSTIGDE verbindt er zich toe het eventuele verschil tussen het totaal van de gestorte voorschotten en het definitief bedrag van de toelage onmiddellijk terug te storten aan de STAAT. ARTIKEL 8 : EIGENDOM EN VALORISATIE VAN DE ONDERZOEKSRESULTATEN 8.1 De BEGUNSTIGDE blijft eigenaar van de resultaten van de gesubsidieerde onderzoekingen als het financieringspercentage lager of gelijk is aan 80 %. Hij is gehouden de bescherming van zijn rechten te verzekeren door de best passende middelen en deze rechten te valoriseren in het belang van 's lands economie. Hij brengt onmiddellijk de STAAT op de hoogte van de valorisatiemogelijkheden die hij voorziet. Ieder contract betreffende het valoriseren van de resultaten van de gesubsidieerde onderzoekingen zal aan het voorafgaand akkoord van de Staat voorgelegd worden. 8.2 De STAAT is eigenaar van de resultaten van de onderzoekingen als het financieringspercentage hoger is dan 80 %. In dit geval : 8.2.1 verbindt de BEGUNSTIGDE er zich toe de STAAT onmiddellijk te informeren over de valorisatiemogelijkheden die hij vaststelt, en hem alle mogelijke informatie over deze mogelijkheden mee te delen met inbegrip van de eventuele partners voor deze valorisatie. 8.2.2 verbindt de BEGUNSTIGDE er zich toe bij te dragen tot de transfert van technologieën, van uitvindingen, van know-how en/of van technische vooruitgang en neemt hij alle vereiste maatregelen die hiervoor noodzakelijk of nuttig zijn. 8.2.3 verbindt de BEGUNSTIGDE er zich toe niets te ondernemen dat afbreuk kan doen aan de rechten van de STAAT voor het valoriseren van al dan niet brevetteerbare uitvindingen, van know-how, of van technische vooruitgang die rechtstreeks of onrechtstreeks voortvloeien uit het PROJECT. Hij brengt zijn medewerkers van deze verplichting op de hoogte en doet ze naleven. 8.2.4 Indien de STAAT meent dat de onderzoeksresultaten vatbaar zijn voor economische, industriële of commerciële valorisatie, informeert hij schriftelijk de BEGUNSTIGDE hierover binnen de zes maanden na de afsluiting van de onderhavige overeenkomst. 8.2.5 Indien de STAAT geen gebruik maakt van artikel 8.2.4 hierboven is het aan de BEGUNSTIGDE toegestaan de resultaten zo ruim mogelijk te gebruiken ten dienste van het algemeen belang.
ARTIKEL 9 : PUBLICATIES EN MEDEDELINGEN 9.1 De BEGUNSTIGDE mag, in principe, elke publicatie doen - op gelijk welke drager -die geen afbreuk doet aan de mogelijkheden inzake valorisatie en aan de belangen van de STAAT. 9.2 In het geval dat, overeenkomstig artikel 8.2 hierboven, de STAAT eigenaar is van de onderzoeksresultaten, verbindt de BEGUNSTIGDE zich ertoe het voorafgaandelijk akkoord van de STAAT te vragen over voorstellen van perscommuniqués of artikels in wetenschappelijke, professionele of gespecialiseerde tijdschriften die handelen over het verloop of de resultaten van het PROJECT. Bij gebrek aan kennisgeving van niet-akkoord binnen de vijftien dagen na de aanvraag, wordt verondersteld dat de STAAT zijn akkoord gegeven heeft. 9.3 Elke publicatie betreffende de gesubsidieerde onderzoekingen zal de vermelding dragen "Onderzoekingen gesubsidieerd door het Ministerie van Middenstand en Landbouw - Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling". 9.4 De auteurs behouden de volledige verantwoordelijkheid voor de wetenschappelijke en technische inhoud van hun publicaties en mededelingen.
ARTIKEL 10 : VERBREKING VAN DE OVEREENKOMST 10.1 Wanneer het de BEGUNSTIGDE buiten zijn wil om onmogelijk geworden is zijn werkzaamheden voort te zetten, eindigt de Overeenkomst van rechtswege op het einde van de maand die volgt op de datum waarop deze onmogelijkheid zich heeft voorgedaan, behalve wanneer iemand hem onmiddellijk opvolgt en voor zover de STAAT hiertoe zijn schriftelijk akkoord heeft verleend. 10.2 De STAAT kan de Overeenkomst opzeggen indien de BEGUNSTIGDE de bepalingen ervan niet naleeft. De beslissing tot opzegging wordt genomen door de Minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft op voorstel van de Directeur-Generaal van het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling, die deze beslissing meedeelt aan de BEGUNSTIGDE. Deze kennisgeving vermeldt de redenen van deze beslissing en wordt per aangetekende brief verstuurd. De opzegging treedt in werking op de dag van de kennisgeving van deze beslissing. 10.3 In de gevallen van artikels 10.1 en 10.2 hierboven zal de BEGUNSTIGDE kunnen verplicht worden tot terugbetaling van het gedeelte van de geïnde en niet voor de uitvoering van het onderzoek gebruikte toelage, met dien verstande dat de gedane en gerechtvaardigde uitgaven zullen worden geïmputeerd op de toelage van de STAAT en op de bijdrage van de BEGUNSTIGDE, evenredig met hun respectieve bedragen. 10.4 Het onverantwoord verzaken aan een gesubsidieerd onderzoek vóór de termijn vastgesteld door de huidige Overeenkomst zal aanleiding geven tot de terugbetaling van de toelage.
ARTIKEL 11 : BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID 11.1 De STAAT is in geen geval aansprakelijk voor schade aan personen, aan goederen of aan het milieu die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is, hetzij van de uitvoering van de Overeenkomst, hetzij van een techniek, een procédé, een methode of van gelijk welke andere volledige of gedeeltelijke toepassing van de kennis die verworven werd bij de uitvoering van het PROJECT. 11.2 De BEGUNSTIGDE vrijwaart de STAAT in dit verband tegen elke eis tot schadevergoeding door derden.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van 2 september 1997.
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN