gepubliceerd op 21 juni 2004
Ministerieel besluit tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit door de distributienetbeheerders aan de eindafnemers wiens leveringscontract werd opgezegd door hun leverancier en die niet als residentieel beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie in de zin van artikel 20, § 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt kunnen beschouwd worden
1 JUNI 2004. - Ministerieel besluit tot vaststelling van maximumprijzen voor de levering van elektriciteit door de distributienetbeheerders aan de eindafnemers wiens leveringscontract werd opgezegd door hun leverancier en die niet als residentieel beschermde klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie in de zin van artikel 20, § 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt kunnen beschouwd worden
De Minister van Economie, Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 20, § 1, gewijzigd door de wet van 20 maart 2003;
Gelet op het voorstel van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op 4 maart 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 6 mei 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 mei 2004;
Gelet op het advies van de in Raad vergaderde Ministers;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat door de liberalisering van de elektriciteitsmarkt voor de door dit besluit beoogde klanten geen tarief bestaat; dat deze klanten aldus dreigen zonder bevoorrading te vallen omdat geen maximumprijzen voor de levering aan deze klanten werden bepaald; dat het dus noodzakelijk is maximumprijzen voor deze categorie van klanten vast te leggen; dat dit besluit derhalve zo spoedig mogelijk moet genomen worden;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 37.213/1, gegeven op 19 mei 2004 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder : 1° "niet-beschermde eindafnemer" : elke residentiële eindafnemer die niet kan beschouwd worden als een "residentiële beschermde klant met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie" in de zin van artikel 20, § 2, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, gewijzigd door de wet van 20 maart 2003;2° "energieprijs" : prijs waartegen de distributienetbeheerder zijn energie aankoopt via een openbare aanbestedingsprocedure;3° "distributienetbeheerder" : de beheerder van het distributienet zoals bedoeld in artikel 2, 12°, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, gewijzigd door de wet van 20 maart 2003.
Art. 2.De distributienetbeheerders verzekeren de bevoorrading van de in aanmerking komende niet-beschermde eindafnemers wiens leveringscontract werd opgezegd door hun leverancier, volgens de geldende gewestelijke wetgeving, tegen de maximumprijzen vastgesteld als volgt : Energieprijs + Transmissienettarief + Distributienettarief + Marge.
Art. 3.De marge bedoeld in artikel 2 is een bedrag dat bij de som van energieprijs, transmissienettarief en distributienettarief geteld wordt, indien deze som lager is dan het gemiddelde van de door de leveranciers in het verdelingsgebied van de distributienetbeheerder aangekondigde meest recente prijzen voor een soortgelijke categorie van klanten. Deze marge is in dit geval gelijk aan het verschil tussen voorgenoemd gemiddelde en de som van de eerste drie componenten van de maximumprijzen zoals vermeld volgens de formule van artikel 2. In elk ander geval is de marge gelijk aan nul.
De aangekondigde prijzen voorzien in het eerste lid dienen te worden vastgesteld één maand voorafgaand aan de voorziene data overeenkomstig artikel 4.
De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas kan nadere regels vastleggen betreffende de berekening van de marge.
Art. 4.De distributienetbeheerders publiceren ten laatste op 1 januari en op 1 juli van elk jaar de maximumprijzen, bedoeld in artikel 2, die geldig zijn voor de daaropvolgende periode van zes maanden.
Art. 5.De maximumprijzen vastgesteld in overeenstemming met artikel 2 bevatten geen belasting over de toegevoegde waarde (BTW) noch de extra belastingen en heffingen, gevestigd door de bevoegde overheden en van toepassing op deze niet-beschermde eindafnemers.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 1 juni 2004.
Mevr. F. MOERMAN