gepubliceerd op 26 april 2016
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014
1 APRIL 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 april 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014 Nationaal akkoord 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 4 augustus 2014 onder het nummer 122936/CO/111) Preambule Investeren in de industrie De sociale partners onderstrepen het bijzondere belang van de industrie en in het bijzonder van de metaal- en technologische industrie.
De industrie is immers cruciaal voor de ontwikkeling van de economie in het algemeen, voor de openbare financiën, voor de tewerkstelling, voor de welvaart en voor het welzijn.
De ondertekenaars van dit akkoord doen hierbij een oproep aan alle stakeholders op alle niveaus, in de eerste plaats de overheden maar ook de ondernemingen en de vakbondsvertegenwoordigers.
Deze oproep viseert enerzijds de best mogelijke maatregelen te nemen en omgevingsfactoren te creëren opdat de industrie zich zou kunnen ontwikkelen en anderzijds dat men zich zou onthouden om initiatieven te nemen die deze ontwikkeling bemoeilijken.
Tegelijk onderstrepen de sociale partners dat deze maatregelen en initiatieven dienen te gebeuren binnen het kader van het sociaal overleg en mits naleving van sociaal aanvaardbare waarden.
Toenadering statuten arbeiders-bedienden De sociale partners uit het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw wensen stappen te zetten in de toenadering in de statuten arbeiders/bedienden op sectorvlak.
In het kader van de nieuwe ontslagwetgeving wensen ze vooreerst uitvoering te geven aan het activeringsluik. Het is absoluut wenselijk dat deze besprekingen plaats hebben samen met de vertegenwoordigers van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid.
Daarnaast willen de sociale partners van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw starten met de toenadering van de sectorale bepalingen uit het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw en het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid. Ook deze besprekingen kunnen alleen maar plaats hebben samen met de vertegenwoordigers van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid. Hiervoor dienen de thema's en de timing als eerste stap te worden bepaald.
De sociale partners van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw wensen de sociale partners van het Paritair Comité voor de bedienden der metaalfabrikatennijverheid uit te nodigen om voor wat betreft de twee bovenstaande punten samen de besprekingen te organiseren.
Tenslotte wordt met het sectoraal akkoord van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw voor het jaar 2014 een stap gezet om de stelsels van het aanvullend pensioen die op sectorvlak bestaan dichter bij elkaar te brengen. HOOFDSTUK I. - Inleiding
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren.
Onder "werklieden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders. HOOFDSTUK II. - Voorwerp
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.
Ondertekenende partijen vragen dat onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst zo vlug mogelijk bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met inachtname van : het koninklijk besluit van 28 april 2013 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 2 mei 2013). HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid
Art. 4.Alternatieve besteding ecocheques § 1. Principe Het sectoraal stelsel ecocheques wordt geregeld in artikel 5, afdeling 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende het nationaal akkoord 2009-2010 van 18 mei 2009, geregistreerd onder het nummer 94402/CO/111 en in artikel 4, afdeling 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende het nationaal akkoord 2011-2012 van 11 juli 2011, geregistreerd onder het nummer 108610/CO/111.
Op ondernemingsvlak kan gekozen worden voor een alternatieve en equivalente besteding van onbepaalde duur van de ecocheques die conform bovenstaand sectoraal stelsel toegekend worden. § 2. Modaliteiten voor bedrijven met een syndicale delegatie - De alternatieve besteding gebeurt op basis van een bedrag van 250 EUR (kosten en werkgeverslasten inbegrepen, met uitzondering van de administratieve kosten); - De alternatieve besteding is enkel mogelijk voor de ecocheques die vanaf oktober 2014 (met referteperiode van 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014) worden toegekend. De ingangsdatum van de alternatieve besteding is vanaf 1 oktober 2013 of moet betrekking hebben op dezelfde referteperiode; - Indien gekozen wordt voor de omzetting van de 250 EUR in brutoloon, komt het bedrag van 250 EUR overeen met een verhoging van 0,0875 EUR per uur.
De herbrutering is enkel mogelijk vanaf 1 oktober 2013 voor de ecocheques die in oktober 2014 (referteperiode van 1 oktober 2013 tot 30 september 2014) worden toegekend; - De onderhandelingen moeten ten laatste op 30 juni 2014 leiden tot een collectieve arbeidsovereenkomst inzake de alternatieve besteding. § 3. Modaliteiten voor bedrijven zonder een syndicale delegatie - De alternatieve besteding gebeurt op basis van een bedrag van 250 EUR (kosten en werkgeverslasten inbegrepen, met uitzondering van de administratieve kosten); - Voor de alternatieve besteding kan uitsluitend gekozen worden uit de volgende 3 mogelijkheden (keuzemenu) : - invoering of verbetering van een bestaande polis collectieve hospitalisatieverzekering; - invoering of verbetering van een bestaand aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak; - een omzetting van het bedrag van 250 EUR in brutoloon à rato van een verhoging van de effectieve uurlonen met 0,0875 EUR in een 38-uren werkweek; - Zowel de omzetting in brutoloon als de twee andere alternatieve bestedingen van de ecocheques zijn enkel mogelijk vanaf 1 oktober 2013 voor de ecocheques die vanaf oktober 2014 (referteperiode van 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014) worden toegekend; - De toetreding tot het bovengenoemd keuzemenu gebeurt door de werkgever door middel van een toetredingsakte die uiterlijk tegen 30 juni 2014 via een aangetekend schrijven wordt overgemaakt aan de voorzitter van het nationaal paritair comité.
De voorzitter brengt op zijn beurt de sociale partners hiervan op de hoogte.
Een model van toetredingsakte is als bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst toegevoegd. § 4. Terugvalpositie De bepalingen van artikel 5, afdeling 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende het nationaal akkoord 2009-2010 van 18 mei 2009 en van artikel 4, afdeling 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst houdende het nationaal akkoord 2011-2012 van 11 juli 2011, blijven onverkort van kracht in geval van : - het ontbreken van een akkoord inzake de alternatieve besteding van de ecocheques conform § 2, vóór 30 juni 2014; - het ontbreken van een toetredingsakte conform § 3 vóór 30 juni 2014, voor ondernemingen zonder syndicale delegatie. § 5. Recurrentie Elke vorm van invulling van de koopkracht voorzien in dit artikel geldt voor onbepaalde duur.
Art. 5.Uitzendkrachten Het loon van de uitzendkracht mag niet lager zijn dan datgene waarop hij recht zou hebben gehad indien hij onder dezelfde voorwaarden als vast werknemer door de gebruiker was in dienst genomen.
Art. 6.Bestaanszekerheid : verlenging en/of wijzigingen van bestaande bepalingen van bepaalde duur Volgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juli 2011, met registratienummer 105521/CO/111, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 mei 2013, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2013 houdende de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de metaalverwerkende nijverheid", gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2011, geregistreerd onder het nummer 107599/CO/111 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2013, geregistreerd onder het nummer 118265/CO/111, worden verlengd en/of gewijzigd : Het artikel 14, § 2 van de statuten wordt vervangen als volgt : " § 2. Bijdragen voor bestaanszekerheid a) Bijdragen voor de financiering van de algemene werking van het fonds Vanaf 1 januari 1975 wordt een bijdrage van onbepaalde duur geheven van 0,60 pct..
Deze bijdrage wordt vanaf 1 juli 1981 verhoogd met een bijdrage van onbepaalde duur van 0,20 pct.. Deze verhoging kan door elk van de partijen, die in het paritair comité vertegenwoordigd zijn, worden opgezegd mits een opzegging van één maand. Deze opzegging wordt door de partij, die het initiatief ertoe neemt, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de andere organisaties en verstrijkt op het einde van de maand volgend op deze van de verzending van de aangetekende brief. De partijen verbinden zich ertoe het bedrag van de bijdrage te herzien zodra de wiskundige reserves van het fonds weer op peil zijn.
Met ingang van 1 januari 1988 wordt een speciale bijdrage van onbepaalde duur geheven van 0,10 pct.. Deze bijdrage is bestemd voor de financiering van de verhoogde tegemoetkoming van het fonds vanaf 1 januari 1987 bij werkloosheid en in geval van ziekte.
Vanaf 1 april 2012 wordt een speciale bijdrage van onbepaalde duur geheven van 0,05 pct.. Deze bijdrage is bestemd voor de financiering van de algemene werking van het fonds.
Vanaf 1 april 2014 wordt de bovengenoemde bijdrage van 0,20 pct. voor onbepaalde duur verminderd tot 0,08 pct.. b) Bijdragen voor het aanvullend pensioen Met ingang van 1 april 2000 wordt, ter uitvoering van het nationaal akkoord 1999-2000 voor de arbeiders van de metaal-, machine- en elektrische bouw van 19 april 1999, de bijdrage voor bestaanszekerheid voor onbepaalde duur verhoogd met 1 pct..
Deze bijdrage is bestemd voor de financiering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling met inbegrip van een in dit kader gemaakte solidariteitstoezegging (die 0,10 pct. bedraagt vanaf 1 januari 2006).
Met ingang van 1 april 2001 wordt deze bijdrage voor onbepaalde duur verhoogd tot 1,25 pct..
Met ingang van 1 april 2002 wordt deze bijdrage voor onbepaalde duur verhoogd tot 1,50 pct..
Met ingang van 1 januari 2006 wordt deze bijdrage voor onbepaalde duur verhoogd tot 1,60 pct..
Met ingang van 1 januari 2008 wordt deze bijdrage voor onbepaalde duur verhoogd tot 1,70 pct..
Met ingang van 1 januari 2012 wordt deze bijdrage voor onbepaalde duur verhoogd tot 1,80 pct. en met ingang van 1 januari 2013 tot 1,90 pct..
Deze verhogingen zijn van toepassing voor al de ondernemingen uit de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, en voor de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren uit al de andere provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze verhogingen zijn eveneens van toepassing op de onderneming FABRICOM NV, Gati de Gamondstraat 254 te 1180 Brussel, met ondernemingsnummer BE 0425 702 910 en entiteitsnummer 2.023.630.628 van 2 december 1988.
Met ingang van 1 april 2014 wordt deze bijdrage voor onbepaalde duur verhoogd : - tot 2,00 pct. voor ondernemingen uit de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, en voor de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren uit al de andere provincies en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze verhoging is eveneens van toepassing op de bovengenoemde onderneming FABRICOM NV; - tot 1,80 pct. voor de andere ondernemingen.
De hogergenoemde bijdragen die vanaf 1 januari 2014 betaald worden, ook achterstallige betalingen van de vorige jaren, en die bestemd zijn voor de financiering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling, met uitsluiting van de in dit kader gemaakte solidariteitstoezegging, worden verhoogd met 8,86 pct. : - De bijdrage van 1 pct. met ingang van 1 april 2000 wordt aldus verhoogd tot 1,09 pct.; - De bijdrage van 1,25 pct. met ingang van 1 april 2001 wordt aldus verhoogd tot 1,36 pct.; - De bijdrage van 1,50 pct. met ingang van 1 april 2002 wordt aldus verhoogd tot 1,64 pct.; - De bijdrage van 1,60 pct. met ingang van 1 januari 2006 wordt aldus verhoogd tot 1,74 pct.; - De bijdrage van 1,70 pct. met ingang van 1 januari 2008 wordt aldus verhoogd tot 1,85 pct.; - De bijdrage van 1,80 pct. met ingang van 1 januari 2012 wordt aldus verhoogd tot 1,95 pct.; - De bijdrage van 1,90 pct. met ingang van 1 januari 2013 wordt aldus verhoogd tot 2,06 pct.; - De bijdrage van 1,80 pct. met ingang van 1 april 2014 wordt aldus verhoogd tot 1,95 pct.; - De bijdrage van 2,00 pct. met ingang van 1 april 2014 wordt aldus verhoogd tot 2,17 pct..
Bij ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw ressorteren, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren uit de provincies Waals-Brabant, Luik, Hengouwen, Namen en Luxemburg en uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, met uitzondering van de onderneming FABRICOM NV, Gati de Gamondstraat 254 te 1180 Brussel, met ondernemingsnummer BE 0425 702 910 en entiteitsnummer 2.023.630.628 van 2 december 1988, wordt een bijdrage geïnd van 0,1 pct. van bepaalde duur vanaf 1 januari 2012 tot 31 december 2012. Deze bijkomende bijdrage zal worden gebruikt om een provinciale reserve op te bouwen voor een aanwending ten voordele van de arbeiders van deze provincies vanaf 1 januari 2013.
Kunnen vrijgesteld worden van de betaling van bovengenoemde bijkomende bijdrage van 1 pct., de ondernemingen die uiterlijk op 31 december 1999 op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur tot instelling of uitbreiding van aanvulling van de wettelijke pensioenregeling hebben gesloten, voor zover deze collectieve arbeidsovereenkomst en het reglement die deze aanvulling op de wettelijke pensioenregeling regelt, werden goedgekeurd door het fonds voor bestaanszekerheid.
Bovengenoemde op ondernemingsvlak gesloten collectieve arbeidsovereenkomst en reglement moeten minstens aan volgende criteria voldoen : - De financiering door de werkgever moet equivalent zijn aan de genoemde bijdrage van 1 pct. aan het fonds voor bestaanszekerheid; - De rechthebbenden zijn alle arbeiders en arbeidsters, tewerkgesteld in de onderneming ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst met uitsluiting evenwel van de studenten en de in-dustriële leerlingen; - Er moet een aanvulling op het wettelijk pensioen worden gegarandeerd.
Ondernemingen die conform bovenstaande procedure een vrijstelling verkregen van de betaling van de bijdrage van 1 pct., dienen respectievelijk vanaf 1 april 2001 en 1 april 2002 mits collectieve arbeidsovereenkomst de financiering van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen voor onbepaalde duur verder uit te breiden met een bedrag equivalent aan de bijkomende bijdrage van respectievelijk 0,25 pct. en 0,25 pct.. De collectieve arbeidsovereenkomst en de wijziging van het reglement dienen vóór 30 september 2001 overgemaakt te worden aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Ondernemingen die conform bovenstaande procedure een vrijstelling verkregen van de betaling van de gecumuleerde bijdrage van 1,5 pct., dienen vanaf 1 januari 2006 mits collectieve arbeidsovereenkomst de financiering van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen voor onbepaalde duur verder uit te breiden met een bedrag equivalent aan de bijkomende bijdrage van 0,10 pct.. De collectieve arbeidsovereenkomst en de wijziging van het reglement dienen vóór 30 maart 2006 overgemaakt te worden aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Ondernemingen die conform bovenstaande procedure een vrijstelling verkregen van de betaling van de gecumuleerde bijdrage van 1,6 pct., dienen vanaf 1 januari 2008 mits collectieve arbeidsovereenkomst de financiering van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen voor onbepaalde duur verder uit te breiden met een bedrag equivalent aan de bijkomende bijdrage van 0,10 pct.. De collectieve arbeidsovereenkomst en de wijziging van het reglement dienen vóór 15 februari 2008 overgemaakt te worden aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Ondernemingen die conform bovenstaande procedure een vrijstelling verkregen van de betaling van de gecumuleerde bijdrage van 1,7 pct., dienen vanaf 1 januari 2012 mits collectieve arbeidsovereenkomst de financiering van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen voor onbepaalde duur verder uit te breiden met een bedrag equivalent aan de bijkomende bijdrage van 0,10 pct.. De collectieve arbeidsovereenkomst en de wijziging van het reglement dienen vóór 15 februari 2012 overgemaakt te worden aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Voor zover de financiering door de werkgever van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen vanaf 1 januari 2012 minstens equivalent is aan de bijdrage van 1,8 pct. aan het fonds voor bestaanszekerheid, kunnen bovengenoemde ondernemingen vanaf 1 januari 2012 via een op hun vlak te sluiten collectieve arbeidsovereenkomst een alternatieve en equivalente aanwending van onbepaalde duur voorzien van de bovengenoemde verhoging van 0,10 pct.. Het bewijs van een equivalente financiering van het een eigen pensioenstelsel ten belope van minimaal 1,80 pct. werkgeversbijdrage en de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op ondernemingsvlak, die voorziet in de alternatieve en equivalente aanwending van de verhoging van 0,10 pct. dienen vóór 15 februari 2012 overgemaakte worden aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Ondernemingen die conform bovenstaande procedure een vrijstelling verkregen van de betaling van de gecumuleerde bijdrage van 1,8 pct., dienen vanaf 1 januari 2013 mits collectieve arbeidsovereenkomst de financiering van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen voor onbepaalde duur verder uit te breiden met een bedrag equivalent aan de bijkomende bijdrage van 0,10 pct.. De collectieve arbeidsovereenkomst en de wijziging van het reglement dienen vóór 15 februari 2013 overgemaakt te worden aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Voor zover de financiering door de werkgever van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen vanaf 1 januari 2013 minstens equivalent is aan de bijdrage van 1,90 pct. aan het fonds voor bestaanszekerheid, kunnen bovengenoemde ondernemingen vanaf 1 januari 2013 een alternatieve en equivalente aanwending van onbepaalde duur voorzien van de bovengenoemde verhoging van 0,10 pct.. Het bewijs van een equivalente financiering van een eigen pensioenstelsel ten belope van minimaal 1,90 pct. werkgeversbijdrage en de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op ondernemingsvlak, die voorziet in de alternatieve en equivalente aanwending van de verhoging van 0,10 pct. dienen vóór 15 februari 2013 overgemaakt te worden aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Voor zover de financiering door de werkgever van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen vanaf 1 april 2014 minstens equivalent aan 2,00 pct. of 1,80 pct. is aan de bijdrage bepaald in alinea 8 van punt b) hierboven aan het fonds voor bestaanszekerheid, kunnen bovengenoemde ondernemingen uiterlijk tot 1 januari 2015, en binnen de wettelijke mogelijkheden, een alternatieve en equivalente aanwending van onbepaalde duur voorzien van de bovengenoemde verhoging van 0,10 pct.. Het bewijs van een equivalente financiering van het een eigen pensioenstelsel ten belope van minimaal de bijdrage bepaald in alinea 8 van punt b) hierboven en de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op ondernemingsvlak, die voorziet in de alternatieve en equivalente aanwending van de verhoging van 0,10 pct. dienen vóór 15 februari 2015 overgemaakt te worden aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Konden eveneens vrijgesteld worden van de betaling van deze initiële bijdrage van 1 pct. ter financiering van een sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling, de ondernemingen die gedekt waren door een eigen koopkrachtakkoord voor de jaren 1999 en 2000, gesloten vóór 22 maart 1999 en als dusdanig aanvaard door het fonds voor bestaanszekerheid. Deze ondernemingen die gedekt zijn door een koopkrachtakkoord voor 2003 en/of 2004 behouden tot 31 december 2004 hun vrijstelling tot betaling van de bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid bestemd voor het extralegaal pensioen, voor zover zij nog geen bijdragen betaald hebben aan het fonds voor bestaanszekerheid bestemd voor het extralegaal pensioen.
Nochtans kunnen deze in vorige alinea bedoelde ondernemingen na 1 januari 2001 nog toetreden tot het sectoraal stelsel ter aanvulling van de wettelijke pensioenregeling door middel van een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsvlak.
De in artikel 5bis bedoelde werkgevers kunnen vrijgesteld worden van deze bijdrage indien aan het fonds voor bestaanszekerheid aangetoond kan worden dat in het land van oorsprong de gedetacheerde arbeider van dezelfde bescherming geniet of van een bescherming geniet die essentieel vergelijkbaar is, als gevolg van de verplichtingen waaraan de buitenlandse werkgever in zijn land van oorsprong reeds onderworpen is. c) Bijdragen SWT (Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) Voor de periode van 1 januari 1987 tot 31 maart 2001 wordt een bijkomende bijdrage van bepaalde duur geheven van 0,30 pct..
Vanaf 1 april 2001 tot 31 december 2005 wordt deze bijdrage van bepaalde duur verminderd tot 0,13 pct..
Vanaf 1 januari 2006 tot 31 december 2014 wordt deze bijdrage van bepaalde duur verminderd tot 0,03 pct..
Bovengenoemde bijdrage dient ter financiering van de vervroegde tegemoetkoming in de last van het SWT vanaf 57 jaar voor de werklieden en de werksters waarvan het SWT ingaat tijdens de periode van 1 januari 1987 tot 31 december 2014.
De werkgevers die tussen 1 juli 1997 en 31 december 2014 werklieden of werksters ontslaan, die op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, zijn per ontslagen werkman of werkster een forfaitaire éénmalige bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de werkgevers van ontslagen werklieden of werksters die geen recht hebben op de vergoeding zoals bepaald in artikel 19bis, § 6.
Deze éénmalige forfaitaire bijdrage bedraagt 607,34 EUR, 520,58 EUR, 433,81 EUR, 347,05 EUR, 260,29 EUR, 173,53 EUR of 86,76 EUR indien op het moment van de betekening van het ontslag de werkman of werkvrouw respectievelijk 50 jaar, 51 jaar, 52 jaar, 53 jaar, 54 jaar, 55 jaar of 56 jaar is.
De werkgevers die oudere werknemers op SWT stellen zijn het totaal van de bijdragen voor bestaanszekerheid verschuldigd vanaf de leeftijd dat de werknemer op SWT gesteld wordt tot aan de leeftijd van 60 jaar (57 jaar voor de werklieden en werksters van wie de werkloosheid begon tussen 1 januari 1985 en 31 december 2014 en wiens SWT betekend werd voor 1 juli 2009, en 58 jaar voor de werklieden en werksters wiens ontslag met het oog op SWT betekend werd in de periode van 1 juli 2009 tot 31 december 2014). Deze bijdragen worden berekend op de laatste bruto bezoldiging die door de in artikel 19ter, §§ 2, 3, 4, 5 en 7 bedoelde werklieden en werksters werd verdiend.
Deze bruto bezoldiging zal jaarlijks worden aangepast met een coëfficiënt die rekening houdt met de evolutie van de regelingslonen overeenkomstig de procedure voorzien in de artikelen 6 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Voor de periode van 1 januari 1991 tot 31 maart 2001 wordt een bijkomende bijdrage van bepaalde duur geïnd van 0,13 pct..
Vanaf 1 april 2001 tot 31 december 2014 wordt deze bijdrage van bepaalde duur verminderd tot 0,05 pct..
Deze bijdrageverhoging dient ter financiering van de tegemoetkoming, vanaf de leeftijd van 57 jaar, in de door de werkgevers verschuldigde capitatieve bijdragen aan de Rijksdienst voor Pensioenen en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, voor de werknemers waarvan het SWT ingaat tijdens de periode van 1 januari 1991 tot 31 december 2014.". - In het artikel 14, § 3 van de statuten worden volgende wijzigingen aangebracht : - 1ste alinea : "Met ingang van 1 juli 1983 tot 31 december 2014 wordt een bijdrage van bepaalde duur geheven van 0,60 pct."; - 4de alinea : "Met ingang van 1 april 1998 tot 31 december 2014 wordt een bijkomende bijdrage van bepaalde duur gegeven van 0,10 pct.". - In het artikel 14, § 5 van de statuten worden volgende wijzigingen aangebracht : - Een 2de alinea wordt toegevoegd : "Vanaf 1 april 2014 wordt deze bijdrage voor onbepaalde duur verhoogd met 0,02 pct. naar 0,12 pct."; - 3de alinea : "Voor de periode van 1 januari 1999 tot 31 december 2014 wordt een bijkomende bijdrage geheven van 0,10 pct. ter bevordering van initiatieven voor de opleiding en tewerkstelling van de risicogroepen onder de werkzoekenden, zoals bepaald in artikel 3, 6°. ". - In het artikel 19bis van de statuten worden volgende wijzigingen aangebracht : - § 1, tweede streepje : "- voor de periode van 1 januari 1989 tot 30 juni 2015 wordt echter ook het einde van een startbaanovereenkomst in aanmerking genomen, voor zover deze een duur heeft van niet minder dan drie maanden."; - § 5, 1ste alinea : "De werklieden die zonder op SWT gesteld te zijn ontslagen worden en op de eerste dag van de werkloosheid minstens 57 jaar oud zijn, hebben voor zover hun eerste werkloosheidsdag zich situeert in de periode van 1 januari 1989 tot 30 juni 2015 en na uitputting van het krediet voorzien bij artikel 19bis, § 3, 3°, recht op de vergoeding bepaald in artikel 20bis tot hun pensioenleeftijd."; - § 6, 1ste alinea : "De werklieden en werksters die zonder op SWT gesteld te zijn tussen 1 januari 1997 en 30 juni 2015 ontslagen worden en op moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, hebben na uitputting van het krediet voorzien bij artikel 19bis, § 3, 3°, recht op de vergoeding bepaald in artikel 20bis vanaf de leeftijd van 57 jaar, voor zover zij op dat ogenblik volledig werkloos zijn en geen aanspraak kunnen maken op een SWT-regeling en dit tot hun pensioenleeftijd."; - § 8 : "Indien het gaat om een werknemer in SWT zoals bedoeld in artikel 19ter, § 1, a), is artikel 19bis niet van toepassing."; - § 9 : "De werkgeversbijdragen op vergoedingen voor sommige oudere werklozen, ingesteld door het koninklijk besluit van 21 maart 1997 (Belgisch Staatsblad van 11 april 1997), worden vanaf 1 januari 1997 door het fonds ten laste genomen vanaf de leeftijd van 57 jaar, voor zover het ontslag betekend werd tussen 1 januari 1997 en 30 juni 2015 en zij de vergoedingen bedoeld in artikel 20bis ontvangen."; - Toevoeging van § 10 : "Elke betaling van de aanvullende vergoeding in geval van volledige werkloosheid aan de werklieden en werksters, zoals beschreven in dit artikel, na en omwille van een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, zal vanaf 1 juli 2015 stopgezet worden.
Na 1 juli 2015 worden enkel nog aanvullende vergoedingen in geval van volledige werkloosheid betaald in volgende gevallen : - de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg is van een eenzijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever; - wanneer de opzegging wordt gegeven door de werkgever vanaf 1 januari 2014 aan de werklieden en werksters die de volgende voorwaarden op cumulatieve wijze vervult : - hij maakt het voorwerp uit van een ontwerp van collectief ontslag dat, in overeenstemming met artikel 66, § 2, eerste lid van de wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot tewerkstelling, ten laatste werd betekend op 31 december 2013; - hij valt onder het toepassingsgebied van een collectieve arbeidsovereenkomst die de gevolgen van het collectief ontslag omkadert en die ten laatste op 31 december 2013 werd neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
De nodige documenten tot staving van het vervullen van de voorwaarden, worden overgemaakt aan het fonds volgens de regels die hij vastlegt. - De werklieden of werksters die ontslagen werden vóór 1 januari 2014 en op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, behouden hun aanvullende werkloosheidsvergoeding tot hun pensioenleeftijd, zoals bepaald en onder de voorwaarden van § 6.". - In het artikel 19ter van de statuten worden volgende wijzigingen aangebracht : - § 4, 2de alinea : "In afwijking van de vorige alinea, hebben de werklieden waarvan het ontslag met het oog op SWT betekend werd tussen 1 juli 2009 en 31 december 2014 slechts vanaf hun 58ste verjaardag recht op de vergoeding voorzien in artikel 20bis."; - § 9 : "De opening van recht op de vergoeding voorzien in artikel 20bis blijft behouden tot 31 december 2014 voor werklieden die op 30 juni 2013 voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden, maar die hun SWT effectief opnemen tussen 30 juni 2013 en 31 december 2014.". - In het artikel 19septies van de statuten worden volgende wijzigingen aangebracht : - § 1 : "De bijzondere werkgeversbijdragen op het SWT, enerzijds deze ingesteld door de programmawet van 22 december 1989, te betalen aan de Rijksdienst voor Pensioenen en anderzijds deze ingesteld door de programmawet van 19 december 1990, te betalen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, gewijzigd door de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen en het koninklijk besluit van 29 maart 2010 tot uitvoering van het hoofdstuk 6 van titel XI van de bovengenoemde wet, worden vanaf 1 januari 1991 door het fonds ten laste genomen vanaf de leeftijd van 57 jaar, voor zover zij op SWT gesteld werden tussen 1 januari 1991 en 31 december 2014 en zij de vergoedingen bedoeld in artikel 20bis ontvangen, met uitzondering van alle werklieden en werksters waarvan de werkgever die de betrokken werklieden en werksters met SWT heeft geplaatst, vanaf 1 oktober 2000 in vereffening of faling is gesteld of sluit gedurende de looptijd van het SWT van de betrokken werklieden en werksters, en dit vanaf de maand waarin de vereffening of faling werd uitgesproken of vanaf het moment van de sluiting.
In afwijking van § 1 zullen de bijzondere werkgeversbijdragen waarover sprake slechts ten laste worden genomen vanaf 58 jaar voor de werklieden waarvan het ontslag met het oog op SWT betekend werd tussen 1 juli 2009 en 31 december 2014.". - In het artikel 19octies van de statuten worden volgende wijzigingen aangebracht : - § 2 : "De bijzondere compenserende maandelijkse werkgeversbijdragen op het SWT, in uitvoering van het koninklijk besluit van 21 maart 1997, wordt, binnen de bestaande mogelijkheden, door het fonds ten laste genomen voor de werklieden en werksters die in het kader van deze regeling tussen 13 mei 1997 en 31 december 2014 in SWT worden gesteld.". - In het artikel 20bis van de statuten worden volgende wijzigingen aangebracht : - § 1, 2de alinea : "Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt bepaald op 76,85 EUR per maand voor de werklieden en werksters waarvan het SWT ingaat tijdens de periode van 1 januari 1987 tot 31 december 2014 voor zover zij voldoen aan de in het eerste lid gestelde voorwaarden."; - § 2, 2de alinea : "Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt bepaald op 38,42 EUR per maand voor de werklieden en werksters waarvan het SWT ingaat tijdens de periode van 1 januari 1987 tot 31 december 2014 voor zover zij voldoen aan de in het eerste lid gestelde voorwaarden.". - In het artikel 22 van de statuten worden volgende wijzigingen aangebracht : - 1ste alinea : "De in artikel 5, § 1 en in artikel 5bis, § 6 bedoelde werklieden en werksters van 50 jaar en meer, tewerkgesteld in een voltijdse of deeltijdse dienstbetrekking, die in de periode van 1 april 2001 tot 31 december 2014 ziek worden of zich op 1 april 2001 in een periode van uitkering bevinden zoals bepaald in artikel 21, § 3, en op voorwaarde dat ze ononderbroken ziek blijven tot de leeftijd van 57 jaar, hebben, na uitputting van hun recht zoals bepaald in artikel 21, vanaf de leeftijd van 57 jaar recht op de aanvullende vergoeding bepaald in artikel 20bis, § 1 of 20bis, § 2 en dit tot hun pensioenleeftijd, voor zover ze voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in artikel 21, § 1 en voor zover de ziekte ononderbroken verder duurt.". - Na artikel 26septies wordt volgend artikel 26octies ingevoerd : "Art. 26octies.
I. Sociaal sectoraal pensioenstelsel Het fonds voor bestaanszekerheid stelt vanaf 1 april 2014 in zijn schoot een reservefonds in met trekkingsrecht voor het FBZ-bis, dat opgericht werd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 april 2013, geregistreerd onder het nummer 116824/CO/111, om als inrichter te fungeren van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
Wanneer de dekkingsgraad van het Pensioenfonds Metaal OFP onder de 100 pct. daalt, zal het FBZ-bis dit trekkingsrecht kunnen uitoefenen, teneinde het tekort aan te vullen.
Wanneer de dekkingsgraad van het Pensioenfonds Metaal OFP boven de 120 pct. stijgt, zal dit reservefonds worden afgebouwd.
Het college van de voorzitters bepaalt het bedrag dat in dit reservefonds zal worden opgenomen (dat tussen de 50 en 60 miljoen EUR zal bedragen) alsook de voorwaarden en de modaliteiten voor een eventuele afbouw van dit reservefonds.
Dit bedrag zal voorbehouden worden voor investeringen in gerichte projecten in het kader van de ontwikkeling van de regionale en lokale economie.
In geval er ondanks deze reserve toch nog een tekort zou zijn in het Pensioenfonds Metaal, zal de verantwoordelijkheid hiervoor 50/50 verdeeld worden tussen werkgevers en werknemers, volgens de afspraken te maken door het college van voorzitters.". - De collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juli 2011 houdende de wijziging van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 december 2012 (Belgisch Staatsblad van 28 februari 2013), wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 31 december 2014.
Daartoe zal een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten.
Art. 7.Sectoraal pensioenfonds of alternatieve evenwaardige aanwending § 1. Verhoging van de bijdrage voor het sectoraal pensioenfonds met 0,1 pct.
De bijdrage voor het aanvullend pensioen, zoals voorzien in artikel 14, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juli 2011, met registratienummer 105521/CO/111, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 mei 2013, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 juli 2013 houdende de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de metaalverwerkende nijverheid", gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2011, geregistreerd onder het nummer 107599/CO/111 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2013, geregistreerd onder het nummer 118265/CO/111, wordt vanaf 1 april 2014 voor onbepaalde duur verhoogd met 0,1 pct..
Deze bijkomende bijdrage van 0,10 pct. zal vanaf 1 april 2014 aangewend worden voor de financiering van het pensioenluik van het sectoraal aanvullend pensioen. § 2. Ondernemingen die vrijgesteld zijn van de betaling van de bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid bestemd voor het sectoraal aanvullend pensioen De ondernemingen die overeenkomstig artikel 14, § 2 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst houdende de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de metaalverwerkende nijverheid", een vrijstelling hebben gekregen van de betaling van de bijdrage bestemd voor het aanvullend pensioen, moeten uiterlijk op 1 januari 2015, mits een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsvlak, voor onbepaalde duur de financiering van de op hun vlak bestaande regelingen voor extralegaal pensioen verder uitbreiden of voorzien in een alternatief met een bedrag equivalent aan deze bijkomende bijdrage van 0,10 pct..
De collectieve arbeidsovereenkomst en de wijziging van het pensioenreglement dienen vóór 15 februari 2015 overgemaakt te worden aan het fonds voor bestaanszekerheid. § 3. Recurrentie De bepalingen van dit artikel zijn van onbepaalde duur. Zij zijn geen voorafname van een eventueel volgend nationaal akkoord. § 4. Uitbreiding van het solidariteitsluik Partijen zullen een systeem van solidariteit in geval van werkloosheid vanaf 60 jaar uitwerken, binnen de wettelijke mogelijkheden. § 5. Administratiekosten Het college van voorzitters van het fonds voor bestaanszekerheid zal het percentage van de administratiekosten (ten belope van maximum 3 pct.) bepalen die op de bijdragen bestemd voor het sectoraal aanvullend pensioen ingehouden zullen worden, alsook de ingangsdatum van deze inhouding. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid
Art. 8.Werkzekerheidsclausule De bepalingen inzake de werkzekerheidsclausule zoals opgenomen in hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juli 2011 houdende het nationaal akkoord 2011-2012, geregistreerd onder het nummer 108610/CO/111, worden verlengd tot en met 31 december 2014.
De bepalingen omvatten : § 1. Principe Voor de duur van dit akkoord zal in geen enkele onderneming overgegaan worden tot meervoudig ontslag vooraleer alle tewerkstellingsbehoudende maatregelen werden onderzocht en in de mate van het mogelijke toegepast.
Deze maatregelen omvatten onder meer opleidingstrajecten, tijdelijke werkloosheid, arbeidsherverdeling en tijdskrediet.
Naar aanleiding van dit onderzoek moet de werkgever een overzicht van het gevoerde investeringsbeleid in de voorbije 3 jaren voorleggen. § 2. Procedure Wanneer zich echter onvoorzienbare en onvoorziene economische en/of financiële omstandigheden zouden voordoen waardoor bijvoorbeeld tijdelijke werkloosheid of andere equivalente maatregelen sociaal-economisch onhoudbaar worden, zal de volgende sectorale overlegprocedure worden nageleefd : 1. Als de werkgever voornemens heeft om over te gaan tot ontslag van meerdere werklieden en als dat als meervoudig ontslag kan beschouwd worden, dan licht hij voorafgaandelijk de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, de syndicale delegatie in. In geval er geen ondernemingsraad of syndicale delegatie bestaat, licht hij voorafgaandelijk, schriftelijk en tegelijkertijd zowel de betrokken werklieden individueel in alsook de voorzitter van het nationaal paritair comité. 2. Binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de werkliedenvertegenwoordigers dienen partijen op ondernemingsvlak besprekingen te starten over de maatregelen die ter zake kunnen worden genomen. Indien dit overleg niet tot een oplossing leidt, dan wordt binnen de acht kalenderdagen na het vaststellen van een niet-akkoord op ondernemingsvlak, een beroep gedaan op het verzoeningsbureau op initiatief van de meest gerede partij. 3. In geval er geen ondernemingsraad of syndicale delegatie bestaat in de onderneming, kan, binnen de vijftien kalenderdagen na de informatie aan de werklieden en aan de voorzitter van het paritair comité, dezelfde overlegprocedure worden ingeleid op initiatief van de vakbondsorganisaties die de werklieden vertegenwoordigen. § 3. Sanctie Bij niet-naleving van de procedure bepaald in § 2, dient de in gebreke zijnde werkgever, naast de normale opzeggingstermijn, aan de betrokken arbeider een schadevergoeding te betalen die gelijk is aan het loon verschuldigd voor de genoemde opzeggingstermijn.
In geval van betwisting wordt op vraag van de meest gerede partij een beroep gedaan op het verzoeningsbureau van de gewestelijke paritaire sectie.
De afwezigheid van een werkgever op de in deze procedure voorziene bijeenkomst van het verzoeningsbureau wordt beschouwd als een niet-naleving van de bovenstaande procedure.
De werkgever kan zich hiervoor laten vertegenwoordigen door een bevoegde afgevaardigde behorende tot zijn onderneming. § 4. Definitie In dit artikel wordt onder "meervoudig ontslag" verstaan : elk ontslag, met uitzondering van ontslag om dringende redenen, dat in de loop van een periode van zestig kalenderdagen een aantal werklieden treft dat tenminste 10 pct. bedraagt van het gemiddeld werkliedenbestand van het kalenderjaar dat het ontslag voorafgaat, met een minimum van drie werklieden voor ondernemingen van minder dan dertig werklieden.
Ook ontslagen ingevolge een sluiting vallen onder toepassing van deze definitie. HOOFDSTUK V. - Opleiding
Art. 9.Bijdrage risicogroepen De bijdrage risicogroepen van 0,10 pct. wordt verlengd tot en met 31 december 2014.
Art. 10.Engagement opleidingsinspanningen De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de werklieden, en bijgevolg van de ondernemingen.
Ondertekenende partijen bevestigen dat onderstaande bepalingen betreffende de opleidingsinspanningen overeenkomen met de verplichtingen vermeld in artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007, en geschreven zijn conform het artikel 2, § 2, 2° en 4° gedachtestreepje van hetzelfde besluit.
Het jaarlijks engagement inzake opleidingsinspanningen ten belope van 1,6 pct. in tijd te besteden aan beroepsopleiding ten opzichte van het geheel van de door de totaliteit van de werklieden gepresteerde uren zoals voorzien in het nationaal akkoord 2011-2012, wordt verhoogd met 0,1 pct. in 2014.
Ondertekenende partijen bevestigen in het bijzonder dat voor toepassing van de bovengenoemde opleidingsinspanningen de verhoging met 0,1 pct. per jaar van de loonmassa van de werklieden die ressorteren onder dit paritair comité, het gevolg is van de jaarlijkse verhoging met 0,1 pct. van de globale opleidingsinspanningen uitgedrukt in tijd te besteden aan de beroepsopleiding van de arbeiders, conform § 2, 2de gedachtestreepje van bovengenoemd koninklijk besluit.
Onder "beroepsopleiding" wordt verstaan : vorming die de kwalificatie van de arbeider bevordert en beantwoordt aan de noden van de onderneming, inclusief on-the-job-training. Deze beroepsopleiding dient tijdens de werkuren te gebeuren. Daarbij wordt aanbevolen dat de vorming zo maximaal mogelijk op alle categorieën van werklieden zou slaan.
De op ondernemingsvlak reeds bestaande inspanningen inzake beroepsopleiding voor werklieden kunnen in aanmerking genomen worden voor de berekening van de bovengenoemde 1,7 pct. in 2014.
Dit engagement zal jaarlijks op ondernemingsvlak geëvalueerd worden door de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, door de syndicale delegatie. Tegelijkertijd zullen eveneens de vooruitzichten inzake beroepsopleiding besproken worden.
Deze evaluatie en bespreking gebeurt ter gelegenheid van de jaarlijkse inlichtingen, zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden.
In de loop van het tweede kwartaal van het jaar 2015 zal een nationaal gecoördineerde enquête georganiseerd worden bij alle ondernemingen, inclusief deze zonder syndicale delegatie, om de realisatie van het engagement te meten.
Ondernemingen die niet antwoorden op deze enquête kunnen geen beroep doen op de financiële tussenkomsten van de paritaire opleidingsinstanties van de sector, volgens de modaliteiten vastgelegd door de raad van bestuur van de paritaire opleidingsinstanties voorgelegd.
De globale resultaten van de nationale enquête zullen aan het paritair comité worden voorgelegd.
Art. 11.Opleidingsplannen Bij het opstellen van de opleidingsplannen op ondernemingsvlak zal rekening worden gehouden met de individuele opleidingsbehoeften.
Artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2009 betreffende de opleidingsplannen (registratienummer : 98684/CO/111) zal in die zin aangepast worden.
Art. 12.Opleidings-CV De sociale partners wensen het opleidings-CV zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2008 betreffende het opleidings-CV (registratienummer : 87938/CO/111) een extra stimulans te geven.
Hiertoe zal een digitaal platform opgericht worden met het oog op de registratie van de door de werknemers gevolgde opleidingen.
Dit digitale platform zal aan de ondernemingen worden aangeboden, in de mate dat er op ondernemingsniveau nog geen gelijkaardige initiatieven bestaan.
Een paritaire werkgroep bestaande uit de opleidingsexperten van de verschillende organisaties zal tegen het einde van 2014 concrete voorstellen formuleren met betrekking tot het digitaal platform en de verdere verbetering van het gebruik van het opleidings-CV. De paritaire werkgroep zal aan het paritair comité in september 2014 een tussentijds verslag over de stand van de werkzaamheden geven. HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit
Art. 13.Verhoging interne grens en uitbreiding van de periode tot opname van inhaalrust § 1. In uitvoering van artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 september 2013 tot vaststelling van de onderhandelingsprocedures voor het verhogen van de interne grens van de arbeidsduur die in de loop van een referteperiode moet worden nageleefd, komen partijen overeen om de interne grens voorzien in artikel 26bis, § 1bis te verhogen tot 143 uren. § 2. Ingeval van toepassing van artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971, wordt de periode van drie maanden waarbinnen de inhaalrust dient toegekend te worden, vastgesteld bij artikel 26bis, § 3 van dezelfde wet, op twaalf maanden gebracht. § 3. Partijen vragen dat hiervoor gedurende de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2014 een koninklijk besluit genomen zou worden gelijkaardig aan het koninklijk besluit van 30 november 2011 betreffende de zondagsrust en de arbeidsduur van sommige werklieden tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, met uitzondering van de ondernemingen welke bruggen en metalen gebinten monteren.
Art. 14.Inhaalrust : artikel 20bis, § 4 en artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 § 1. In een arbeidsregeling overeenkomstig artikel 20bis, § 4 van de arbeidswet van 16 maart 1971 en op voorwaarde dat er op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten, kan het aantal arbeidsuren dat over een jaar moet worden gepresteerd ten belope van 65 uren per kalenderjaar worden overschreden in geval van toepassing van de artikelen 25 en 26, § 1, 3°.
Deze bepaling is geldig tot 31 december 2014. § 2. Overeenkomstig artikel 26bis, § 2bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt op vraag van de werknemer 91 uren per kalenderjaar, gepresteerd overeenkomstig artikel 25 of artikel 26, § 1, 3°, niet aangerekend bij de berekening van de gemiddelde arbeidsduur en niet in aanmerking genomen voor de naleving van de interne grens.
De werknemer moet deze vraag gesteld hebben nog vóór de betaalperiode gedurende welke de prestaties werden verricht, verlopen is.
Deze bepaling is geldig tot 31 december 2014.
Art. 15.Sectoraal model jaartijd Het sectoraal model jaartijd, zoals ingesteld door het nationaal akkoord 1997-1998 van 13 mei 1997, geregistreerd onder het nummer 44221/CO/111, en gewijzigd door het nationaal akkoord 1999-2000 van 19 april 1999 en verder verlengd door het nationaal akkoord 2001-2002 van 23 april 2001, door het nationaal akkoord 2003-2004 van 7 april 2003, door het nationaal akkoord 2005-2006 van 30 mei 2005, door het nationaal akkoord 2007-2008 van 31 mei 2007, door het nationaal akkoord 2009-2010 van 18 mei 2009 en door het nationaal akkoord 2011-2012 van 11 juli 2011, wordt verlengd tot 31 december 2014, rekening houdende met de volgende wijzigingen : - punt 2, 1ste alinea : "Procedure op ondernemingsvlak : indien de onderneming bovenstaand sectoraal model van jaartijd wenst toe te passen, wordt het arbeidsreglement met de bepalingen inzake de jaartijd, automatisch aangepast. Deze aanpassing geldt tot uiterlijk 31 december 2014. Als dit sectoraal model niet verlengd wordt op sector- of op ondernemingsvlak, dan worden vanaf 1 januari 2015 automatisch de aangepaste bepalingen inzake jaartijd uit het arbeidsreglement geschrapt.". - punt 4 : "Evaluatie : op het einde van het jaar 2014 wordt op nationaal vlak het verloop van de besprekingen op ondernemingsvlak geëvalueerd ter uitvoering van de bepalingen van dit punt.".
Art. 16.Werkgroep plus minus conto Er wordt een paritaire werkgroep opgericht waarin nagegaan kan worden in welke mate het plus minus conto mogelijk zou zijn voor de sectoren mecatronica en de metaalverwerking met het oog op een betere verankering van de industrie in Vlaanderen.
In de mate dat een echt overleg op niveau van de Waalse sociale woordvoerders over de verankering van de industriële activiteiten en over de ontwikkeling van de tewerkstelling mogelijk zou blijken, zal het geheel van de mechanismen van arbeidsorganisatie onderzocht en geëvalueerd worden in al de mogelijke formules en dit zonder voorbehouden.
In de werkgroep wordt ook nagegaan in hoeverre deeltijdse arbeiders onder meer ten gevolge van tijdskrediet, kunnen ingepast worden in het plus minus conto. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanplanning
Art. 17.Sectoraal model loopbaanplanning 1. Verlenging van de ondernemingsovereenkomsten met betrekking tot het SWT § 1.Artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juli 2011, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 8 mei 2013 - Belgisch Staatsblad van 25 september 2013 inzake het sectoraal model loopbaanplanning, wordt gewijzigd en verlengd tot en met 31 december 2014. § 2. Het nieuwe artikel 6 luidt als volgt : "Alle collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het SWT die gesloten zijn op ondernemingsvlak en geregistreerd en neergelegd zijn bij de Administratie van Collectieve Arbeidsbetrekkingen bij de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, met uitzondering van de collectieve arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur die betrekking hebben op tijdelijke herstructureringsoperaties, worden onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 31 december 2014, tenzij partijen op ondernemingsvlak beslist hebben, in het kader van de onderhandelingen over de uitbreiding van het sectoraal model loopbaanplanning, deze niet te verlengen.". 2. Verlenging van de procedure inzake de afwijking op het sectoraal model Artikel 8, § 3 met betrekking tot de duurtijd van de afwijking van het sectoraal model voor ondernemingen zonder een SWT-akkoord, van deze collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juli 2011, wordt verlengd tot en met 31 december 2014.3. Verlenging van de bijkomende afwijking op het sectoraal model naar aanleiding van dreigend meervoudig ontslag De afwijking van het sectoraal model loopbaanplanning naar aanleiding van een dreigend meervoudig ontslag, voorzien in artikel 7, § 4 en in artikel 8, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juli 2011, wordt verlengd tot 31 december 2014.4. Invoering van de mogelijkheid tot 1/5de loopbaanvermindering na 28 jaar loopbaan voor werknemers van 50 jaar en ouder In uitvoering van artikel 8, § 3 van collectieve arbeidsovereenkomst nr.103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, hebben de werknemers van de sector van minstens 50 jaar en die een beroepsloopbaan van 28 jaar doorlopen hebben, recht op een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5de.
Art. 18.Verlenging akkoorden van de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) § 1. Alle collectieve arbeidsovereenkomsten met betrekking tot het SWT, gesloten op ondernemingsvlak, worden tot en met 31 december 2014 verlengd in het kader van het sectoraal model loopbaanplanning zoals bepaald in artikel 17, punt 1 van dit akkoord. § 2. Volgende bepalingen met betrekking tot het SWT worden onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 31 december 2014 : - Artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 1985 (Land van Waas), met registratienummer 12308/CO/111; - Artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1992 (Oost-Vlaanderen, behoudens het Land van Waas), met registratienummer 30491/CO/111; - Artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart 1992 (West-Vlaanderen), met registratienummer 30493/CO/111; - Artikel 4, c van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1987 betreffende het SWT in de provincie Limburg, met registratienummer 17557/CO/111; - Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 oktober 1989 betreffende het SWT van de provincie Antwerpen, met registratienummer 25254/CO/111. § 3. Het SWT voor werklieden voorzien in punt 3.5.c. van het nationaal akkoord 1997-1998 van 13 mei 1997 en verlengd door het nationaal akkoord 1999-2000 van 19 april 1999 en verder verlengd door het nationaal akkoord 2001-2002 van 23 april 2001, door het nationaal akkoord 2003-2004 van 7 april 2003, door het nationaal akkoord 2005-2006 van 30 mei 2005, door het nationaal akkoord 2007-2008 van 31 mei 2007, door het nationaal akkoord 2009-2010 van 18 mei 2009 en door het nationaal akkoord 2011-2012 van 11 juli 2011 met betrekking tot het SWT op 58 jaar, voor zover de werklieden in toepassing van de SWT-reglementering het noodzakelijke beroepsverleden kunnen rechtvaardigen, wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 31 december 2014. § 4. De regeling zoals voorzien in punt 3.5.d. van het nationaal akkoord 1997-1998 en verlengd door het nationaal akkoord 1999-2000 van 19 april 1999 en verder verlengd door het nationaal akkoord 2001-2002 van 23 april 2001, door het nationaal akkoord 2003-2004 van 7 april 2003, door het nationaal akkoord 2005-2006 van 30 mei 2005, door het nationaal akkoord 2007-2008 van 31 mei 2007, door het nationaal akkoord 2009-2010 van 18 mei 2009 en door het nationaal akkoord 2011-2012 van 11 juli 2011 met betrekking tot de verlaging van de SWT-leeftijd tot 56 jaar, voor zover de werklieden in toepassing van de SWT-reglementering 33 jaar beroepsverleden kunnen rechtvaardigen en 20 jaar in een nachtregeling gewerkt hebben, zoals bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 31 december 2014. § 5. De regeling voorzien in artikel 30 van het nationaal akkoord 2007-2008 van 31 mei 2007, met registratienummer 83859/CO/111 en verlengd door het nationaal akkoord 2009-2010 van 18 mei 2009 en door het nationaal akkoord 2011-2012 van 11 juli 2011 met betrekking tot een SWT-regeling op 56 jaar mits 40 jaar loopbaan, wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd tot en met 31 december 2014.
Art. 19.Werkgroep "werkbaar werk" Om diverse redenen zullen werknemers in de toekomst langer moeten werken. Om dit zo goed mogelijk waar te maken zijn initiatieven nodig om het werk werkbaar te houden of te maken. Werkbaar werk of het duurzaam inzetten van medewerkers is een onderwerp dat bij de werkgevers en vakbonden de nodige aandacht verdient. Zij dienen samen te onderzoeken hoe in de nabije en verdere toekomst de werknemers - in het bijzonder de oudere werknemers - op een duurzame manier kunnen ingezet worden en tegelijk een goed functioneren van de ondernemingen kunnen verzekeren.
De sectorale sociale partners wensen de ondernemingen en hun vakbonden te ondersteunen in deze aanpak. In de plaats van een nieuw kader hiervoor te creëren of nieuwe verplichtingen op te leggen, zijn ze van oordeel dat dit het best kan gebeuren aan de hand van de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104.
Op sectorvlak zal een paritaire werkgroep worden opgericht met de bedoeling het thema "werkbaar werk" verder richting en inhoud te geven in functie van de in de ondernemingen vastgestelde benchmark. Deze werkgroep heeft als concrete opdracht om een kader op te stellen met concrete suggesties en handvaten voor de ondernemingen voor de invulling van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104. HOOFDSTUK VIII. - Diversen
Art. 20.Verlenging van bestaande bepalingen van bepaalde duur opgenomen in onderstaande collectieve arbeidsovereenkomsten : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 1994 inzake de personen behorend tot de risicogroepen (Land van Waas), met registratienummer 36886/CO/111.1/2, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2002, met registratienummer 63777/CO/111.1/2; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1995 inzake de personen behorend tot de risicogroepen (Oost-Vlaanderen, behoudens het Land van Waas), met registratienummer 37507/CO/111.1/2; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1995 ter uitbreiding van de notie risicogroepen (Limburg), met registratienummer 37887/CO/111.1/2; - de specifieke regionale bijdragen zoals bedoeld in punt 9.2 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 30 mei 2005, geregistreerd onder het nummer 75374/CO/111.1/2, worden onder dezelfde voorwaarden verlengd vanaf 1 januari 2009 tot 31 december 2014. HOOFDSTUK IX. - Onderaanneming
Art. 21.Partijen richten een paritaire werkgroep op rond het thema onderaanneming met het oog op een bespreking van de problematiek van deloyale concurrente en sociale dumping. HOOFDSTUK X. - Technische aanpassingen
Art. 22.Gelijkstelling ecocheques Aan artikel 5, afdeling 1, § 2 van het nationaal akkoord 2009-2010 waar de prestaties en gelijkstellingen in het kader van de toekenning van de ecocheques worden opgesomd, wordt de volgende gelijkstelling toegevoegd : "de volledige periode vaderschapsverlof".
Er zal een gecoördineerde collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot ecocheques opgesteld worden. HOOFDSTUK XI. - Sociale vrede
Art. 23.De sociale vrede zal verzekerd zijn in de sector tijdens de looptijd van onderhavige overeenkomst.
Bijgevolg zal op provinciaal, gewestelijk of op ondernemingsvlak geen enkele eis van algemene of collectieve aard gesteld of ondersteund worden die van aard zou zijn de verbintenissen van de ondernemingen voorzien in deze overeenkomst uit te breiden.
Onderhavige overeenkomst werd gesloten in een geest van wederzijdse rechten en verplichtingen.
Bijgevolg is de naleving van de verplichtingen van elk van de partijen afhankelijk van de eerbiediging door de andere ondertekenaars van hun verplichtingen.
Partijen herbevestigen de conventionele bepalingen geldig in de sector wat de procedures betreft en meer bepaald artikel 2 van de verzoeningsprocedure zoals vastgelegd in het paritair comité op 13 januari 1965.
Partijen herbevestigen eveneens voor de duur van onderhavig akkoord de bijkomende spoedprocedure die door het nationaal akkoord 1989-1990 ingevoerd werd. HOOFDSTUK XII. - Duur
Art. 24.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2014 tot 31 december 2014, behoudens waar anders vermeld en met uitzondering van de bepalingen vermeld in volgende artikelen : artikelen 4, 5, 7, 11, 12 en 22 worden voor onbepaalde duur afgesloten.
De bepalingen van onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits aangetekend schrijven aan de voorzitter van het nationaal paritair comité en waarvoor een opzegtermijn van 6 maanden geldt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 april 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 Premies Vlaamse Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest, namelijk : 1. zorgkrediet;2. opleidingskrediet;3. ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 april 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014 Aangesloten werkgevers met ondernemingsconventies brugpensioen per provincie Bepaling van de provincie op basis van exploitatiezetel
Provincie/ Province
Ondernemingsnr./ N° d'entreprise
Werkgevernr./ N° d'employeur
Naam/ Nom
Omschrijving/ Description
Begin conventie/ Début convention
Einde conventie/ Fin convention
Limburg/Limbourg
429268451
14
BY-CAST NV
01/05/1986
30/06/2014
Limburg/Limbourg
403684997
601
TENNECO AUTOMOTIVE EUROPE BVBA
14/06/1985
30/06/2014
Limburg/Limbourg
401308301
647
HORMANN GENK NV
07/06/1985
30/06/2014
Limburg/Limbourg
407256676
665
PANASONIC ENERGY BELGIUM NV
27/02/1987
30/06/2014
Limburg/Limbourg
405388536
976
BEKAERT (LANKLAAR) NV
16/07/1985
30/06/2014
Limburg/Limbourg
430060188
1015
HERAEUS ELECTRO-NITE INTERNATIONAL NV
01/01/1987
30/06/2014
Limburg/Limbourg
436171188
1043
VCST INDUSTRIAL PRODUCTS NV
01/01/1985
30/06/2014
Limburg/Limbourg
407050701
1215
AJK NV
01/01/1987
30/06/2014
Limburg/Limbourg
412833582
1268
BRABANTIA S & L BELGIUM NV
03/05/1985
30/06/2014
Limburg/Limbourg
401340765
1375
RETTIG BELGIUM NV
01/01/1985
30/06/2014
Limburg/Limbourg
432858639
1379
ELLIMETAL NV
11/07/1985
30/06/2014
Limburg/Limbourg
437471483
1569
MONROE PACKAGING BVBA
17/06/1985
30/06/2014
Limburg/Limbourg
867662822
4658
HELBVOET RUBBER & PLASTIC TECHNOLOGIES NV
01/03/1987
30/06/2014
Provincie/ Province
Ondernemingsnr./ N° d'entreprise
Werkgevernr./ N° d'employeur
Naam/ Nom
Omschrijving/ Description
Begin conventie/ Début convention
Einde conventie/ Fin convention
Luik/Liège
403967089
40131
METAL DEPLOYE BELGE SA
01/07/1985
30/06/2014
Luik/Liège
402336105
40142
GILLE E. FORGES ET PLATINERIES SPRL
01/05/1993
30/06/2014
Luik/Liège
403965705
40176
MARICHAL KETIN ET CIE FONDERIES SA
01/01/1985
30/06/2014
Luik/Liège
467613838
40181
ENSIVAL MORET BELGIUM SA
01/01/1982
30/06/2014
Luik/Liège
404404480
40485
CONSTRUCTIONS ELECTRONIQUES + TELECOM SA
27/08/1985
30/06/2014
Luik/Liège
437768918
40668
KABELWERK EUPEN AG
01/01/1985
30/06/2014
Luik/Liège
402476457
41302
WEISSHAUPT REINER AT DE CONSTR SA
01/01/1985
30/06/2014
Luik/Liège
402317101
41542
BODART ET GONAY SA
15/11/1988
30/06/2014
Luik/Liège
401449247
41574
FALLAIS FONDERIE SA
01/01/1985
30/06/2014
Luik/Liège
443936435
41602
MAGOTTEAUX LIEGE SA
01/01/1985
30/06/2014
Luik/Liège
403980155
41622
TDS SA
01/01/1985
30/06/2014
Luik/Liège
403970356
41652
AKERS BELGIUM OSB SA
01/01/1985
30/06/2014
Luik/Liège
415657965
41868
PONCIN ET CIE ATELIERS SA
01/07/1992
30/06/2014
Luik/Liège
405852651
42101
EMZ WERKE MANDERFELD SA
01/01/1989
30/06/2014
Luik/Liège
475127378
42145
TI GROUP AUTOMOTIVE SYSTEMS BELGIUM (LIEGE) SA
01/01/1989
30/06/2014
Luik/Liège
411953456
42166
MOCKEL SA
01/09/1992
30/06/2014
Luik/Liège
412681649
42347
EMERSON CLIMATE TECHNOLOGIES GMBH
01/12/1986
30/06/2014
Luik/Liège
421703441
42407
BRUNSWICK MARINE IN EMEA
01/01/1987
30/06/2014
Luik/Liège
413582957
42524
HEINEN A ETS SA
01/01/1991
30/06/2014
Luik/Liège
412889606
42541
T W ELECTRONIC SA
01/01/1986
30/06/2014
Luik/Liège
424022929
43163
MECAMOLD SA
01/01/1985
30/06/2014
Luik/Liège
431086707
43307
MULTI MONTAGE SPRL
01/01/1987
30/06/2014
Luik/Liège
432648110
43389
ALTRA SA
23/09/1994
30/06/2014
Luik/Liège
449934597
43794
EUPREN METAL AG
01/05/1993
30/06/2014
Provincie/ Province
Ondernemingsnr./ N° d'entreprise
Werkgevernr./ N° d'employeur
Naam/ Nom
Omschrijving/ Description
Begin conventie/ Début convention
Einde conventie/ Fin convention
Namen/Namur
401409754
20217
MEUSE ET SAMBRE (NAMUR + ANDENNE) SA
01/01/1987
30/06/2014
Namen/Namur
417528976
20317
SAINT ROCH COUVIN SA
01/01/1988
30/06/2014
Namen/Namur
452816091
20858
PEGARD PRODUCTICS SA
01/01/1988
30/06/2014
Namen/Namur
404440312
23738
SCHREDER CONSTRUCTIONS ELECTRIQUES
TRANSFERT 40011
03/04/1985
30/06/2014
Provincie/ Province
Ondernemingsnr./ N° d'entreprise
Werkgevernr./ N° d'employeur
Naam/ Nom
Omschrijving/ Description
Begin conventie/ Début convention
Einde conventie/ Fin convention
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
407237771
5407
GREIF BELGIUM (GENT) BVBA
OVERNAME 10078
01/06/2009
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
400299501
10026
GILBOS NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
400297521
10248
FRANKE NV
01/03/1984
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
405388536
10277
BEKAERT (AALTER) NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
413643533
10307
C-MAC ELECTROMAG BVBA
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
441075925
10397
DE BACKER HUBERT NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
420246659
10511
ANGLO BELGIAN CORPORATION NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
405714970
10526
CULOBEL NV
01/09/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
420383548
10531
VOLVO CARS GENT NV
01/02/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
420383647
10534
VOLVO GROUP BELGIUM NV
01/07/1990
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
405035475
10749
JOHN BEAN TECHNOLOGIES NV
01/01/1986
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
478509413
10796
NIEUWE SCHELDEWERVEN NV
02/04/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
428086041
10877
HONDA BELIGUM FACTORY NV
01/04/1984
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
441530142
10947
GRADA INTERNATIONAL NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
405045670
10985
NIKO NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
405062102
11228
STOKOTA NV
OVERNAME 00590
02/05/1983
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
400070560
11232
TAPI METAALKONSTRUKTIES NV
01/01/1986
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
411639987
11699
MAGNETROL INTERNATIONAL NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
400245655
11761
SAMSONITE EUROPE NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
450279443
12461
VYNCOLIT NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
477992640
14740
DE PECKER GENT NV
CONVENTIE 10107
01/01/1992
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
479947387
14910
OMCO INTERNATIONAL NV
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
885012162
15321
GE INDUSTRIAL BELGIUM BVBA
01/01/1985
30/06/2014
Oost-Vlaanderen/ Flandre orientale
884161532
16222
PSS BELGIUM NV
01/01/1987
30/06/2014
Provincie/ Province
Ondernemingsnr./ N° d'entreprise
Werkgevernr./ N° d'employeur
Naam/ Nom
Omschrijving/ Description
Begin conventie/ Début convention
Einde conventie/ Fin convention
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
400388581
30010
OTIS (LIFTEN) (GR BIJGAARDEN) NV
01/01/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
400888924
30033
GEA PROCESS ENGINEERING (HALLE) NV
01/01/1987
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
452821140
30241
GONDREXON INDUSTRIE NV
01/01/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
403100029
30354
APP.ELECT.ELECTRON BELGES NV
28/06/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
400624648
30574
A.D.B. BVBA
17/10/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
451580035
30681
TYCO FIRE AND INTEGRATED SOLUTIONS NV
01/04/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
401927616
30743
VLASSENROOT ATELIERS NV
01/01/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
441557163
30760
ANSUL NV
01/04/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
401782512
31003
NEXANS BENELUX (BUIZINGEN) SA
01/01/1986
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
403558503
31178
DE COSTER DYNAMOTOR NV
05/12/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
436407453
31247
KONE BELIGUM SA
01/01/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
416652810
31264
GRILLET AND PARTNERS BVBA
01/06/1988
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
873043946
31839
COGEBI NV
OVERNAME COGEBI
01/01/1984
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
400734318
31977
LUDO NV
24/08/1987
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
468106261
32087
ALTRAD BENELUX NV
01/01/1987
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
441428489
32238
ASCO INDUSTRIES NV
OMSCHAKELING VAN TAAL 30823 NAAR 32238
01/01/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
418955668
32618
VAN HOOF BVBA
10/07/1986
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
400959891
33016
DURACELL BATTERIES BVBA
01/01/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
405721306
33019
TYCO ELECTRONICS RAYCHEM BVBA
01/04/1987
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
421873289
33196
HAVELLS SYLVANIA LIGHTING BELGIUM NV
01/01/1987
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
406219766
33206
FONDATEL NV
01/03/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
407251926
33638
ROBERT BOSCH PRODUKTIE NV
01/01/1985
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
408270327
33907
TERUMO EUROPE NV
01/01/1983
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
422108465
34377
PHILIPS INNOV APP LEUVEN - TAV MEVR. REMELS ODETTE
01/01/1987
30/06/2014
Vlaams-Brabant/ Brabant flamand
434499028
34948
SPIE BELGIUM (ANDERLECHT) SA
01/01/1989
30/06/2014
Provincie/ Province
Ondernemingsnr./ N° d'entreprise
Werkgevernr./ N° d'employeur
Naam/ Nom
Omschrijving/ Description
Begin conventie/ Début convention
Einde conventie/ Fin convention
Waals-Brabant/ Brabant wallon
404284716
2
SIEMENS NV
01/06/1985
30/06/2014
Waals-Brabant/ Brabant wallon
402031346
31031
CEGELEC NV
16/03/1992
30/06/2014
Waals-Brabant/ Brabant wallon
402958982
31074
FIB BELGIUM SA
01/04/1985
30/06/2014
Waals-Brabant/ Brabant wallon
462042375
31089
WENDT BOART SA
01/01/1998
30/06/2014
Waals-Brabant/ Brabant wallon
400358293
31338
TWIN DISC INTERNATIONAL SA
01/01/1986
30/06/2014
Waals-Brabant/ Brabant wallon
406651615
33270
FLOWEL INTERNATIONAL SA
25/09/1986
30/06/2014
Provincie/ Province
Ondernemingsnr./ N° d'entreprise
Werkgevernr./ N° d'employeur
Naam/ Nom
Omschrijving/ Description
Begin conventie/ Début convention
Einde conventie/ Fin convention
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
472154824
10010
DE MEESTERE NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
432779356
10024
FERROMATRIX NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
414216823
10025
BERTELOOT LUCIEN NV
01/12/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405349340
10033
LAPAUW NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
406887482
10039
PULLMAFLEX BENELUX NV
03/04/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405129408
10072
BOMBARDIER TRANSPORTATION BELG. NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405502362
10074
PICANOL NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405388536
10077
BEKAERT (ZWEVEGEM) NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405490979
10097
SEDAC-MECOBEL NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
436260171
10105
NOVY NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405546211
10108
DAMMAN CROES CONSTR. WERKH. NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
429277953
10111
PRIMUS BVBA
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
424059551
10178
UNIC DESIGN NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
456366192
10202
THE EUROPEAN VAN COMPANY - IN GER REORG NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405979246
10211
HALSBERGHE GEBROEDERS NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
412898811
10223
EVILO NV
15/01/1986
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
436471096
10238
VERMO NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
435942843
10245
TYPHOON INDUSTRIELE VENTILATIE NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
438243426
10294
PROFERRO NV
01/01/1983
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
444444694
10300
AXA INTERNATIONAL NV
01/01/1986
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
457578890
10339
GB BOUCHERIE NV
01/03/1986
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
457522769
10344
SPINNEKOP NV
01/01/1987
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405514834
10351
SKT NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
401895051
10392
HOLVRIEKA NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
442439368
10399
VISHAY RESISTORS BEGLIUM BVBA
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
414706276
10400
DESWARTE MONTAGEBEDRIJF BVBA
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405469797
10447
WEWELER COLAERT NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
456610771
10563
DE JAEGHERE ALUMINIMUMCONSTR. BVBA
01/01/1986
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
406542143
10667
DEMAITERE CONSTR. WERKH. BVBA
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405553337
10672
DEMAN KONSTRUKTIEWERKHUIZEN NV
01/01/1986
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
445877920
10715
VDL BUS ROESELARE NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405450595
10716
VAN DE WIELE MICHEL NV
20/12/1988
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
441554490
10740
VERBRUGGE NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405170780
10741
CLAEYS ALIDOR NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405176522
10753
DECLOEDT DECOV NV
01/01/1986
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405128715
10755
MOTOGROUP BVBA
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405350231
10782
LVD COMPANY NV
01/01/1983
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
400444803
10825
CNH BELGIUM NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
435793086
10878
SOENEN R WERKHUIZEN NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
445281963
10890
SADEF NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405269760
10907
ASSA ABLOY NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
413858418
10916
LYSAIR NV
01/01/1986
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
407184719
10987
DONALDSON EUROPE BVBA
01/01/1989
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405288863
11005
GRYSON METALLISATIE BVBA
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
426586303
11078
MOL CY NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
444203877
11088
LORIVAN NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
445510409
11135
NEON ELITE NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
424800117
11144
OVA NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
426642028
11146
RMC NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405281044
11152
IDP SCHEEPSWERF NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
420997222
11204
DEWULF R. KONSTR. WERKH. NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405443766
11216
MAES METAL NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
408420082
11313
VANGHELUWE DEBUSSCHERE BVBA
01/01/1987
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405226012
11315
FERAXO NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405157419
11416
WEMA NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
417713375
11420
WESTLAND NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405130792
11443
PACKO INOX NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
402751522
11445
SCHRAMME J INDUSTRIELE TOELEV NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
411979586
11452
VERBRUGGE JANSSENS NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
421575460
11514
LOUAGE EN WISSELINCK NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
418949037
11596
LUXAFLEX BELGIUM NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
421441937
11607
STEELANDT TOELEVERINGSBEDRIJF NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
445915829
11609
VANDAELE KONSTRUKTIE NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
438457420
11619
REZNOR EUROPE NV
01/01/1987
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
406198683
11646
SPICER OFF-HIGHWAY BELGIUM NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
407706638
11738
DESWARTE NV
01/05/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405182064
11746
DEWANDELER NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
445030357
11749
CLEMACO CONTRACTING NV
01/04/1979
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
431601203
11767
FREMACH IZEGEM NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405454654
11895
VELGHE M NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
413930474
11907
VAPO HYDRAULICS NV
01/01/1987
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
433026509
11933
AVASCO INDUSTRIES NV
01/01/1989
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405568183
11966
HACO NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
473711970
11991
EMKA MACHINES NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
405388536
12077
BEKAERT (INGELMUNSTER) NV
01/01/1987
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
448673203
12144
RENSON SUNPROTECTION-PROJECTS NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
430122051
12221
SUPERIA RADIATOREN BVBA
01/01/1992
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
415663608
12231
JONCKHEERE SUBCONTRACTING NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
459136830
12918
BEP EUROPE NV
CAO FABRICOM VERDERGEZET DOOR BEP EUR
15/09/1983
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
465547738
14244
TYCO ELECTRONICS BELGIUM EC BVBA
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
462152837
14373
RENSON VENTILATION NV
CAO OVERGENOMEN VAN RENSON 12144
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
473191041
14540
BARCO NV
01/01/1987
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
478276316
14757
BETAFENCE NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
477143394
14844
CASSIDIAN BELGIUM NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
448332911
15309
CONNECT GROUP NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
885023149
15330
TEAM INDUSTRIES ROESELARE NV
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
892063765
15386
BELGIAN MONITORING SYSTEMS BVBA
01/01/1985
30/06/2014
West-Vlaanderen/ Flandre occidentale
894202715
15423
C-MEC KORTRIJK NV
01/01/1985
30/06/2014
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 april 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS
Bijlage 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 februari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, betreffende het nationaal akkoord 2013-2014
Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw Toetredingsakte voor een alternatieve besteding van de ecocheques van 250 EUR (Uitvoering van artikel 4, § 3 van het nationaal akkoord 2013-2014 van 24 februari 2014)
Deze toetredingsachte is uitsluitend geldig voor ondernemingen behorend tot het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw voor de arbeiders van de metaal-, machine- en elektrische bouw zonder vakbondsafvaardiging voor arbeiders.
Aangetekend terug te sturen vóór 1 juli 2014 aan de heer Michel Preud'homme, voorzitter van het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Ernest Blérotstraat 1 te 1070 Brussel.
Identificatienummer (KBO-nummer) van de onderneming : Naam van de onderneming : Adres : Vertegenwoordigd door ondergetekende (naam, voornaam en bevoegdheid) : (één van beide opties) |b( Zal de ecocheque van 250 EUR die vanaf 1 oktober 2014 (met referteperiode van 1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014) zou moeten betaald worden, omzetten in volgende alternatieve besteding en dit voor onbepaalde duur vanaf 1 oktober 2013 (aankruisen wat van toepassing is); |b( Kent de ecocheques toe in oktober 2014 maar zet vanaf de aanvang van de nieuwe referteperiode van 1 oktober 2014 tot en met 30 september 2015 de toekenning van de ecocheques om in volgende alternatieve besteding en dit voor onbepaalde duur vanaf 1 oktober 2014 (aankruisen wat van toepassing is).
Keuze van omzetting (één van de drie opties) : |b( Invoering of verbetering van een bestaande polis collectieve hospitalisatieverzekering ten belope van 250 EUR (kosten en werkgeverslasten inbegrepen); |b( Invoering of verbetering van een bestaand aanvullend pensioenplan op ondernemingsvlak ten belope van 250 EUR (kosten en werkgeverslasten inbegrepen);
De verhoging van de bruto uurlonen van de arbeiders ten belope van 0,0875 EUR (in een 38-urige werkweek voor een voltijdse arbeider).
Datum, handtekening, Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 april 2016.
De Minister van Werk, K. PEETERS