gepubliceerd op 23 oktober 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende het sectoraal akkoord 2007-2008
1 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende het sectoraal akkoord 2007-2008 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, betreffende het sectoraal akkoord 2007-2008.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juli 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de vlasbereiding Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2007 Sectoraal akkoord 2007-2008 (Overeenkomst geregistreerd op 26 juni 2007 onder het nummer 83467/CO/120.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Artikel 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters (ook "werklieden" genoemd), van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding ressorteren. HOOFDSTUK II. - Koopkracht
Art. 2.In de vlasbereiding worden vanaf de eerste betaaldag volgend op 1 oktober 2007 de baremieke en effectieve lonen verhoogd met 0,075 EUR per uur in enkele ploeg. Voor de andere arbeidsstelsels worden voornoemde forfaitaire bedragen vermeerderd met de daartoe voorziene coëfficiënten. HOOFDSTUK III. - Tewerkstellingsmaatregelen Principe
Art. 3.Volgende tewerkstellingsbevorderende maatregelen worden genomen : - verlenging van de tewerkstellingsverbintenissen; - halftijds brugpensioen; - verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het deeltijds werken; - toepassing collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 van de Nationale Arbeidsraad, gewijzigd door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002 en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater van 30 maart 2007; - geen nieuwe proefperiode indien de werknemer wordt aangeworven in een contract van onbepaalde duur na afloop van opeenvolgende contracten van bepaalde duur, vervangingsovereenkomsten of interimcontracten waarvan de duur minstens 6 maanden bedraagt.
Tewerkstellingsverbintenissen
Art. 4.De bepalingen inzake de tewerkstellingsverbintenissen, die werden aangegaan in artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2003, verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2005, worden verlengd voor de duurtijd van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Conventioneel halftijds brugpensioen
Art. 5.Er wordt een stelsel van halftijds brugpensioen ingesteld, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, ingeval van halvering van de arbeidsprestaties.
De minimumleeftijd om op halftijds brugpensioen gesteld te worden is vastgesteld op 56 jaar.
Aan de werklieden die in de loop van de jaren 2007 en 2008 tot het halftijds brugpensioen toetreden, wordt de aanvullende vergoeding uitbetaald door het Fonds voor bestaanszekerheid voor de werklieden van de vlasbereiding. Het fonds draagt eveneens de kost van de eventuele capitatieve bijdrage en staat in voor de administratieve verwerking.
De nadere regels worden vastgelegd in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst die integrerend deel uitmaakt van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Tevens worden de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid voor de werklieden van de vlasbereiding aangepast aan hetgeen voorafgaat.
Deeltijdse arbeid
Art. 6.De bepalingen van artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1999 betreffende het recht op deeltijdse arbeid, worden verlegd tot 31 december 2008.
De nadere regels, vastgelegd in de afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 1999 (registratienummer 53124/CO/122) inzake deeltijdse arbeid, verlengd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001, 16 juni 2003 en 15 juni 2005, worden verlengd tot en met 31 december 2008 en maken integrerend deel uit van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Tijdskrediet
Art. 7.Overeenkomstig de mogelijkheden geboden door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 van de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002 en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr 77quater van 30 maart 2007, worden de afwijkingen zoals overeengekomen in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2003 afgesloten in het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding, verlengd tot en met 31 december 2008.
Contracten van bepaalde duur, uitzendarbeid en vervangingsovereenkomsten
Art. 8.Indien de werknemer wordt aangeworven in een contract van onbepaalde duur bij dezelfde werkgever na afloop van opeenvolgende contracten van bepaalde duur, uitzendarbeid of vervangingsovereenkomst, waarvan de duur minstens 6 maanden bedraagt, zal geen nieuwe proefperiode meer van toepassing zijn. HOOFDSTUK IV. - Brugpensioen
Art. 9.Ondertekenende partijen verbinden zich ertoe met het oog op de uitvoering van hoofdstuk IV van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en voor zover de reglementering dit toestaat, de nodige afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten met betrekking tot de verschillende stelsels van conventioneel brugpensioen die in de vlasbereiding zullen toegepast worden.
Het heeft in concreto betrekking op de volgende stelsels : - Algemeen stelsel : - 58 jaar en minimum 25 jaar beroepsverleden als loontrekkende in 2007, collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2007; - 60 jaar en respectievelijk minimum 30 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de mannen en minimum 26 jaar voor de vrouwen vanaf 2008 : collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2009. - Specifiek stelsel lange loopbanen : 58 jaar en respectievelijk minimum 35 jaar beroepsverleden als loontrekkende voor de mannen en minimum 30 jaar voor de vrouwen vanaf 2008 : collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2009. - Specifiek interprofessioneel stelsel voor brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar effectieve prestaties : collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2009.
Art. 10.Voor de alle brugpensioenstelsels bedoeld in artikel 9, 2de lid hiervoor geldt : - het behoud van de volgende conventionele an-ciënniteitsvoorwaarden : - ofwel 15 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding en/of textiel, breigoed, kleding, confectie; - ofwel 5 jaar loondienst in de sectoren vlasbereiding en/of textiel, breigoed, kleding, confectie tijdens de laatste 10 jaar, waarvan 1 jaar in de laatste 2 jaar; - de doorbetaling van de aanvullende vergoeding bij werkhervatting, conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad; - de uitdrukkelijke vermelding in de collectieve arbeidsovereenkomsten van de berekening van de aanvullende vergoeding voor het voltijds brugpensioen op de voltijdse arbeidsregeling na loopbaanvermindering, vermindering van de arbeidsprestaties en halftijds brugpensioen.
Art. 11.De verbintenissen aangaande de brugpensioenstelsels bedoeld in artikel 9, 2de lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst maken het voorwerp uit van vier afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK V. - Opleiding en vorming
Art. 12.De werkgevers uit de subsector van de vlasbereiding storten met ingang van 1 januari 2007 en voor de jaren 2007-2008 bovenop de bijdrage van 0,10 pct. voor de risicogroepen een bijkomende bijdrage van 0,20 pct. berekend op grond van het volledig loon van hun werklieden, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, aan het "Waarborg- en Sociaal Fonds de vlasbereiding". Deze bijdragen zijn om het kwartaal verschuldigd en worden door het "Waarborg- en Sociaal Fonds der vlasbereiding" geïnd.
Bijgevolg zal voor de jaren 2007 en 2008 een globale bijdrage worden geïnd van 0,30 pct.. De opbrengst van deze bijdrage zal aangewend worden voor vorming en opleiding in de ondernemingen ten gunste van werkgevers, werklieden, werkzoekenden en risicogroepen.
De opleidingsinspanningen zullen ook oog hebben voor de valorisering en de opwaardering van de competenties van het bestaand personeel, met bijzondere aandacht voor de situatie van de oudere werknemers, de laaggekwalificeerden, allochtonen en vrouwen.
Over de aanwending van de 0,10 pct. bijdrage zal een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden.
De opleidingsplannen worden verder gezet. Er komt een aangepaste procedure in de bedrijven.
De arbeiders hebben het recht om opleidingen te volgen die kaderen binnen de activiteiten van de bedrijven die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding.
Art. 13.De opdracht van de paritaire werkgroep die voorzien was in artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2003 en artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2005 wordt verlengd tot en met 31 december 2008.
De paritaire werkgroep zal onderzoeken op welke wijze de participatiegraad aan opleiding kan verhoogd worden en een stimulerende en coördinerend rol vervullen met betrekking tot de initiatieven die kunnen genomen worden in de sector vlasbereiding. HOOFDSTUK VI. - Sociale vergoedingen Aanvullende sociale toelage
Art. 14.Het dagbedrag van de aanvullende sociale toelage (artikel 7 van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds der vlasbereiding") wordt vanaf het jaar 2007 van 5,46 EUR op 6,06 EUR gebracht.
De statuten van het fonds worden in die zin aangepast.
Maaltijdcheques
Art. 15.In de vlasbereiding wordt vanaf 1 januari 2008 het bedrag van de werkgeversaandeel in de maaltijdcheques naar 2,78 EUR gebracht per effectief gewerkte dag.
Hiertoe wordt een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK VII. - Sociale begeleiding Afdanking vanaf de leeftijd van 54 jaar
Art. 16.De bepalingen van artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2003, verlengd door artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2005, worden verlengd tot en met 31 december 2008.
De statuten van het fonds worden in die zin aangepast.
Grensarbeiders
Art. 17.De bepalingen van artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2003, verlengd door artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2005, worden verlengd tot en met 31 december 2008.
De statuten van het fonds worden in die zin aangepast. HOOFDSTUK VIII. - Getrouwheid aan de onderneming
Art. 18.De bepalingen van artikel 21 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2001, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 2003 en de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2005 betreffende het toekennen van (een) bezoldigde afwezigheidsdag(en) worden samen met de praktisch uitgewerkte toepassingsmodaliteiten voor onbepaalde tijd verder gezet. HOOFDSTUK IX. - Functieclassificatie
Art. 19.de opdracht van de paritaire werkgroep "functieclassificatie" opgericht door artikel 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2005 wordt verlengd voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst en uitgebreid om specifieke problemen met betrekking tot de toepassing van de functieclassificatie in de vlasbereiding te onderzoeken en oplossingen voor te stellen. HOOFDSTUK X. - Kwaliteit van de arbeid
Art. 20.Een paritaire werkgroep wordt opgericht om de problemen met betrekking tot arbeidsbelasting en ergonomie te onderzoeken.
De ondertekenende partijen engageren zich eveneens tot het uitwerken van een sectoraal stressbeleid. De bovenvermelde paritaire werkgroep krijgt de opdracht om dit te contretiseren. HOOFDSTUK XI. - Non-discriminatie
Art. 21.In overeenstemming met de Europese en nationale rechtsregels en de bepalingen in het interprofessioneel akkoord van 2 februari 2007 engageren de ondertekenende partijen zich tot een beleid van gelijkheid en non-discriminatie. Dit houdt onder meer in dat de werkgevers en werknemers er zich toe verbinden elke vorm van racisme binnen hun bedrijf tegen te gaan.
Elke discriminatie op grond van seksuele geaardheid, ras, huidskleur, afkomst, leeftijd of overtuiging is verboden bij het aanbieden van banen, de aanwerving, de uitvoering van een arbeidsovereenkomst, de promotie of het ontslag van een werknemer.
Zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van Hoven en Rechtbanken zal bij een eventuele klacht de meest gerede partij deze kunnen aanhangig maken bij het bureau van het paritair comité. HOOFDSTUK XII. - Diversiteit
Art. 22.In aansluiting op de oproep die in het interprofessioneel akkoord van 2 februari 2007 werd geformuleerd, bevelen de ondertekenende partijen de ondernemingen aan om in hun personeelsbeleid aandacht te hebben voor diversiteit. Zij bevelen de ondernemingen tevens aan om daarbij af te stemmen met en in te spelen op de initiatieven ter bevordering van de diversiteit en ter bestrijding van de discriminatie die door de respectievelijke overheden, met inbegrip van de gewesten en gemeenschappen, werden of worden genomen in overleg met de sociale partners. HOOFDSTUK XIII. - Internationale solidariteit
Art. 23.Het waarborg- en sociaal fonds stelt voor de jaren 2007 en 2008 telkens een bedrag overeenstemmend met een bijdrage van 0,05 pct. van de jaarlonen (aan 100 pct.) ter beschikking voor het bevorderen van de internationale solidariteit.
De statuten van het fonds worden in die zin aangepast. HOOFDSTUK XIV. - Sociale vrede
Art. 24.De syndicale organisaties en de werkgevers verbinden er zich toe de sociale vrede te respecteren gedurende de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008 en geen enkele eis te stellen noch op nationaal, noch op gewestelijk, noch op ondernemingsvlak over de punten van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 25.De vakbondssecretarissen en de syndicale techniekers hebben recht op toegang in de ondernemingen. Zij dienen de werkgever hiervan voorafgaandelijk te verwittigen.
Wanneer zich op sectoraal of ondernemingsvlak moeilijkheden zouden voordoen inzake het sociaal overleg, is het een goede praktijk om paritaire verzoening te bevoordelen en zo nodig het vraagstuk formeel aanhangig te maken bij het verzoeningsbureau van het paritair comité. HOOFDSTUK XV. - Slotbepalingen
Art. 26.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst treden in werking op 1 januari 2007 en zijn van toepassing vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008, met uitzondering van de artikelen 2, 14, 15 en 18 voor onbepaalde duur worden gesloten en door partijen opzegbaar zijn, mits een vooropzeg van zes maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET