gepubliceerd op 13 oktober 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de toekenning van een vakbondspremie aan het personeel van de socio-culturele sector dat afhangt van de Franse Gemeenschap
1 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de toekenning van een vakbondspremie aan het personeel van de socio-culturele sector dat afhangt van de Franse Gemeenschap (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2004, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende de toekenning van een vakbondspremie aan het personeel van de socio-culturele sector dat afhangt van de Franse Gemeenschap.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 september 2005.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2004 Toekenning van een vakbondspremie aan het personeel van de socio-culturele sector dat afhangt van de Franse Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 29 maart 2005 onder het nummer 74346/CO/329)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector en waarvan de instelling valt onder een van de volgende erkennings- en/of subsidiëringsregelingen : - productie- en gastateliers, erkend en gesubsidieerd krachtens het besluit van de Executieve van 26 juli 1990 betreffende de erkenning en de betoelaging van de productieateliers en de gastateliers voor films en videogrammen en door het besluit van 23 februari 2000 tot erkenning van de v.z.w. "Atelier de création sonore et radiophonique" als onthaalstructuur inzake creatie op radio; - bibliotheken, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 28 februari 1978 tot instelling van de Openbare Dienst voor Lectuurvoorziening, gewijzigd door de decreten van 21 oktober 1988, 19 juli 1991 en 30 november 1992, voorzover het betrekking heeft op de privaatrechtelijke verenigingen en stichtingen erkend als openbare bibliotheken; - culturele centra, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 28 juli 1992 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de culturele centra, gewijzigd door het decreet van 10 april 1995; - jeugdhuizen, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 20 juli 2000, tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongeren informatiecentra en van hun federaties; - organisaties voor permanente opvoeding, erkend en gesubsidieerd krachtens het koninklijk besluit van 5 september 1921, het koninklijk besluit van 4 april 1925, het koninklijk besluit van 16 juli 1971, het decreet van 8 april 1976 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de organisaties voor permanente vorming van de volwassenen in het algemeen en aan de organisaties voor de sociaal-culturele bevordering van de arbeiders en het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding; - sportfederaties, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap; - "La Médiathèque", erkend en gesubsidieerd krachtens het koninklijk besluit van 7 april 1971; - jeugdorganisaties, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 20 juni 1980 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de jeugdorganisaties; - lokale televisies, erkend en gesubsidieerd krachtens het artikel 74 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep.
Art. 2.Onder "werknemer" wordt verstaan : zowel het mannelijk als vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel.
Art. 3.De werknemers die tewerkgesteld zijn in de instellingen vermeld in artikel 1, aangesloten bij één van de representatieve werknemersorganisaties die zetelen in Paritair Comité voor de socio-culturele sector, genieten een jaarlijkse vakbondspremie, gestort door de v.z.w. "Fonds intersyndical des secteurs de la Communauté française" en dit vanaf het jaar 2004 (refertejaar 2003).
Art. 4.Het "fonds intersyndical", bedoeld in artikel 3, zal de werkgevers, vermeld in artikel 1, ten minste twee maanden vóór het einde van het refertejaar de aanvraagformulieren voor de vakbondspremie opsturen. Op deze formulieren zullen de gegevens vermeld zijn die voorkomen op het formulier als bijlage.
Art. 5.De werkgevers zijn verplicht het aanvraagformulier tot betaling van de vakbondspremie, bedoeld in artikel 4, te bezorgen aan alle werknemers, jaarlijks samen met de loonfiche van de maand januari.
Indien de werknemers geen deel meer uitmaken van het personeel in de maand januari, zullen de werkgevers het formulier aan de werknemers bezorgd hebben op het ogenblik van hun vertrek uit de instelling of zullen ze het per post opsturen uiterlijk tijdens de maand januari.
Art. 6.De werkgevers zijn niet verplicht om het formulier, bedoeld in artikel 4, te bezorgen aan de werknemers die in de instelling tewerkgesteld waren met een arbeidscontract voor een periode van minder dan 3 maanden tijdens het refertejaar.
Art. 7.In afwijking van de artikelen 4 en 5, zal het formulier, bedoeld in artikel 4, voor het refertejaar 2003 bezorgd worden aan de werknemers samen met de loonfiche van de maand januari 2005, gelijk met het formulier voor het refertejaar 2004.
Indien de werknemers geen deel meer uitmaken van het personeel in de maand januari 2004 zullen de werkgevers het formulier via de post bezorgen tijdens deze maand.
Art. 8.Het fonds stuurt de werkgever die het formulier, bedoeld in artikel 4, om gelijk welke reden niet bezorgd heeft een herinnering via een aangetekende brief, met een kopie aan de betrokken representatieve werkgeversorganisatie die zetelt in het paritair comité en aan de voorzitter van dit comité.
Indien 30 dagen na mededeling van deze herinnering aan de representatieve werkgeversorganisatie en aan de voorzitter de werkgever het formulier niet verspreid heeft, wordt het verzoeningsbureau van het paritair comité samengeroepen.
Het formulier zal moeten bezorgd worden binnen de twee weken die volgen op de ontvangst door de werkgever van de aanbeveling van het verzoeningsbureau. Indien dit niet zo is, zal de werkgever aan het "fonds intersyndical" het bedrag storten dat overeenkomt met het aantal werknemers dat is aangesloten bij de vakbond in de instelling, zoals bevestigd wordt door de voorzitter van het paritair comité.
De werkgever die in gebreke blijft die het formulier binnen te termijn bezorgt, waardoor hij in aanmerking wordt genomen door de Franse Gemeenschap, die het fonds financiert, zal de terugbetaling van de sommen, bedoeld in de vorige paragraaf, kunnen ontvangen bij het "fonds intersyndical".
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 19 november 2004.
Zij wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Ze kan worden opgezegd, mits een opzeggingstermijn van zes maanden wordt nageleefd, via een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, die er de andere partijen van op de hoogte brengt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2005.
Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE
Bijlage « Fonds intersyndical » van de sectoren van de Franse Gemeenschap - socio-culturele sector Aanvraag van een vakbondspremie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2005.
Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE