31 JULI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de kosteloosheid van de gezondheidszorgen voor het personeel tewerkgesteld in het Ministerie van Landsverdediging

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 juli 1970 tot instelling van nieuwe voordelen ten behoeve van de slachtoffers van de militaire plicht of van een daarmede gelijkgestelde plicht, inzonderheid op artikel 62, gewijzigd bij de wetten van 18 mei 1998 en 27 december 2000;

Gelet op de programmawet van 19 juli 2001 voor het begrotingsjaar 2001, inzonderheid op artikel 48, gewijzigd bij de wet van 27 maart 2003;

Gelet op de wet van 27 maart 2003 betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging, inzonderheid op artikel 170;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 juni 1954 tot regeling van de toepassing van artikel 5 van de wet van 9 maart 1953 houdende sommige aanpassingen inzake militaire pensioenen en verlening van kosteloze genees- en artsenijkundige verzorging voor de militaire invaliden van vredestijd;

Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 26 juli 2002;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 26 juli 2002 van Sectorcomité XIV;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 augustus 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 13 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 13 december 2002;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 11 februari 2003 van Sectorcomité I;

Gelet op het eensluidend advies van de Ministerraad, gegeven op 28 februari 2003;

Gelet op advies 35.352/4 van de Raad van State, gegeven op 2 juli 2003;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° gezondheidszorgen : de geneeskundige verstrekkingen bedoeld in artikel 34 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;2° tarief van de overeenkomst : het bij overeenkomst of akkoord vastgelegde bedrag van de honoraria of van de geneeskundige verstrekking, in de zin van de artikelen 42, 48 of 50 van de voormelde wet;3° rechthebbende : a) de militair in werkelijke dienst of in tijdelijke ambtsontheffing om gezondheidsredenen, om gezinsredenen of bij tuchtmaatregel;b) de titularis van een openbaar ambt, behorend tot, gehecht aan of ressorterend onder het Ministerie van Landsverdediging, in dienstactiviteit of in disponibiliteit voor ziekte of gebrekkigheid of wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst, of bij tuchtmaatregel geschorst;c) het lid van het burgerpersoneel dat tewerkgesteld is door het Ministerie van Landsverdediging of door een daaronder ressorterende instelling van openbaar nut, krachtens een Belgische arbeidsovereenkomst;d) de soldijtrekkende leerling van de voorbereidende divisie van de Koninklijke Militaire School;4° persoon ten laste : de persoon ten laste van de personen bedoeld in 3°, a), b) en c) hiervoor, in de zin van de artikelen 123 tot 127 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en die ten persoonlijke titel geen enkele andere dekking geniet inzake gezondheidszorgen krachtens een Belgische of buitenlandse wetgeving;5° medische component : de medische component bedoeld in artikel 7, § 2, 1°, b), van het koninklijk besluit van 21 december 2001 tot bepaling van de algemene structuur van het Ministerie van Landsverdediging en tot vastlegging van de bevoegdheden van bepaalde autoriteiten, inbegrepen het door de directeur-generaal human resources van het Ministerie van Landsverdediging aangenomen medisch en paramedisch burgerpersoneel, binnen de beperkingen van hun specifieke opdracht.

Art. 2.§ 1. Tenzij ze bewust beroep doen op de medische burgersector of op een buitenlandse militaire medische dienst, indien er aan geen van de in punt 2 van de bijlage bij dit besluit vermelde voorwaarden wordt voldaan, verstrekt de medische component gratis de gezondheidszorgen in zijn eigen verzorgingsketen in België en in het buitenland : 1° aan de rechthebbenden;2° aan de personen ten laste van de rechthebbenden in vaste dienst in het buitenland. § 2. De medische component verstrekt gratis bepaalde preventieve en curatieve zorgen, verschillend van die bedoeld in artikel 1, 1°, onder de voorwaarden en binnen de grenzen vastgelegd door de Minister van Landsverdediging.

De medische component verstrekt gratis, in het Centraal Hospitaal van de Basis Koningin Astrid, aan de rechthebbenden, na het beëindigen van hun werkelijke dienst, de gezondheidszorgen bepaald door de minister van Landsverdediging in de specialiteiten die hij bepaalt, voor aandoeningen opgelopen tijdens hun aanwezigheid in het ministerie van Landsverdediging en tot dan toe door geneesheren-specialisten van dit hospitaal behandeld.

Art. 3.§ 1. De algemene directie budget en financiën neemt de onkosten ten laste van de gezondheidszorgen die in de medische burgersector worden verstrekt, ten belope van het tarief van de overeenkomst, onder de voorwaarden en in de gevallen vermeld in de tabel in de bijlage bij dit besluit.

De algemene directie budget en financiën neemt de onkosten ten laste van de gezondheidszorgen die in de medische burgersector worden verstrekt, ten belope van het verschil tussen het tarief van de overeenkomst en het door het verzekeringsorganisme terugbetaalde deel, onder de voorwaarden en in de gevallen vermeld in de tabel in de bijlage bij dit besluit.

De algemene directie budget en financiën neemt de plaats in van de verzekeringsorganismen en komt tussen ten belope van de wettelijke terugbetalingstarieven van de verzekeringsorganismen wanneer de gezondheidszorgen in de medische burgersector worden verstrekt, onder de voorwaarden en in de gevallen vermeld in de tabel in de bijlage bij dit besluit.

De algemene directie budget en financiën neemt de buitengewone medische onkosten ten laste in de zin van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland. § 2. Onder de voorwaarden en binnen de grenzen vastgelegd door de Minister van Landsverdediging, neemt de algemene directie budget en financiën eveneens ten laste : 1° bepaalde onkosten van de gezondheidszorgen die het tarief van de overeenkomst overschrijden;2° de onkosten van bepaalde preventieve en curatieve zorgen, verschillend van die bedoeld in artikel 1, 1°. § 3. Het ten laste nemen van de gezondheidszorgen bedoeld in artikel 3, § 1, leden 1 tot 3, en § 2, wordt niet beïnvloed door de tegemoetkoming van een verzekering of een bijstand die de rechthebbende of de persoon ten laste persoonlijk afgesloten heeft of waarvan hij begunstigde is : die verzekering of bijstand komt slechts tussenbeide ten belope van het saldo of een deel van het saldo van deze onkosten voor gezondheidszorgen, na terugbetaling door de algemene directie budget en financiën. § 4. Het ten laste nemen van de gezondheidszorgen verstrekt door de medische dienst van een buitenlands leger of van een intergeallieerd organisme wordt geregeld door bijzondere overeenkomsten.

Art. 4.De gezondheidszorgen die, in aanvulling op de bepalingen van de artikelen 2 en 3, verschuldigd zijn aan de begunstigden van een vergoedingspensioen van vredestijd en aan de personen wier pensioenaanvraag van vredes- of oorlogstijd nog in behandeling is, bedoeld in artikel 62 van de wet van 8 juli 1970 tot instelling van nieuwe voordelen ten behoeve van de slachtoffers van de militaire plicht of van een daarmede gelijkgestelde plicht, worden verstrekt : 1° ofwel door de medische component in zijn eigen verzorgingsketen;2° ofwel in de medische burgersector, met voorafgaande toestemming van de overheid aangeduid door de directeur-generaal budget en financiën.

Art. 5.Elk geschil tussen, enerzijds, de algemene directie budget en financiën of de medische component en, anderzijds, een rechthebbende of een persoon ten laste, dat het gevolg is van de toepassing van de bepalingen van de artikelen 2 tot 4, wordt voorgelegd voor beslissing aan de hoogste medische autoriteit die de medische technieken en deontologie onder haar bevoegdheden heeft, van het stafdepartement gezondheid, milieu, kwaliteit van het leven en welzijn.

Art. 6.Het recht op kosteloze gezondheidszorgen wordt door de Minister van Landsverdediging geweigerd als de situatie die dit recht opent zijn oorsprong vindt in een opzettelijke fout gepleegd door de betrokken rechthebbende of persoon ten laste.

Dit artikel is evenwel niet toepasselijk op de personen bedoeld in artikel 4, voor de gezondheidszorgen die noodzakelijk zijn door de ziekten of kwetsuren die hun recht op de gezondheidszorgen openen, bij toepassing van de bepalingen van artikel 62 van de wet van 8 juli 1970 tot instelling van nieuwe voordelen ten behoeve van de slachtoffers van de militaire plicht of van een daarmede gelijkgestelde plicht.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 16 juni 1954 tot regeling van de toepassing van artikel 5 van de wet van 9 maart 1953 houdende sommige aanpassingen in zake militaire pensioenen en verlening van kosteloze genees- en artsenijkundige verzorging voor de militaire invaliden van vredestijd wordt opgeheven.

Art. 8.Treden in werking de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt : 1° artikel 169 van de wet van 27 maart 2003 betreffende de werving van de militairen en het statuut van de militaire muzikanten en tot wijziging van verschillende wetten van toepassing op het personeel van Landsverdediging;2° dit besluit.

Art. 9.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 31 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT

Bijlage bij het koninklijk besluit van 31 juli 2003 betreffende de kosteloosheid van de gezondheidszorgen voor het personeel tewerkgesteld in het Ministerie van Landsverdediging De tabel vermeld in deze bijlage somt de gevallen op waarvoor de algemene directie budget en financiën de onkosten ten laste neemt van de gezondheidszorgen die buiten de verzorgingsketen van de medische component worden verstrekt in de zin van artikel 3.

Betekenis van de vermeldingen hernomen in de kolommen van de tabel : 1. Kolom « Hoedanigheid van de begunstigde van de zorgen » : « verplicht verzekerde » : begunstigde van de ziekte- en invaliditeitsverzekering in hoedanigheid van onderworpene aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; « in dienst in België » : waarvan de gewone plaats van het werk gevestigd is in België; « in vaste dienst in het buitenland » : waarvan de gewone plaats van het werk en de administratieve verblijfplaats gevestigd zijn buiten België in de zin van artikel 9 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. 2. Kolom « Omstandigheden van geldelijke tussenkomst voor de zorgen die buiten de verzorgingsketen van de medische component verstrekt worden » : De « voorwaarden om beroep te kunnen doen op de medische burgersector, of op een buitenlandse militaire medische dienst » zijn de volgende : a) dringendheid en een formatie van de medische component is te ver verwijderd voor ambulante verzorging;b) dringendheid en het overbrengen voor hospitalisatie naar een hospitaal van de medische component is onmogelijk;c) dringendheid en bij onbeschikbaarheid van een geneesheer van de medische component;d) verwijzing naar de medische burgersector, of buitenlandse militaire medische sector, wegens ontoereikende middelen binnen de medische component, op beslissing van een militaire of een door de directeur-generaal human resources aangenomen geneesheer, van het Ministerie van Landsverdediging.Deze verwijzing moet door een reglementair document bevestigd worden. « tijdelijke opdracht » : opdracht, cursus of stage uitgevoerd buiten België en waarvan de duur de in artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 7 december 1992 houdende toekenning van een verhuisvergoeding aan de militairen bij overbrenging van de gewone plaats van het werk bedoelde duur niet overschrijdt; « opdracht » : de rechthebbende bevindt zich noch met verlof noch met vergunning; « privé-leven » : de rechthebbende bevindt zich met verlof of vergunning. 3. Kolom « Soort van geldelijke tussenkomst » : betekenis van de code nummers : « 1 » : de algemene directie budget en financiën neemt de onkosten van de gezondheidszorgen ten laste, ten belope van het tarief van de overeenkomst (artikel 3, § 1, eerste lid) behalve als het anders is bepaald in een bijzondere overeenkomst bedoeld in artikel 3, § 4; « 2 » : de algemene directie budget en financiën neemt de onkosten van de gezondheidszorgen ten laste, ten belope van het verschil tussen het tarief van de overeenkomst en het door het verzekeringsorganisme terugbetaalde deel (artikel 3, § 1, tweede lid) behalve als het anders is bepaald in een bijzondere overeenkomst bedoeld in artikel 3, § 4; « 3 » : de algemene directie budget en financiën neemt de plaats in van de verzekeringsorganismen en komt tussen ten belope van de wettelijke terugbetalingstarieven van de verzekeringsorganismen (artikel 3, § 1, derde lid) behalve als het anders is bepaald in een bijzondere overeenkomst bedoeld in artikel 3, § 4; « 4 » : de algemene directie budget en financiën neemt de buitengewone medische onkosten ten laste in de zin van het ministerieel besluit van 3 februari 1975 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 15 januari 1962 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen die dienstreizen volbrengen in het buitenland (artikel 3, § 1, vierde lid).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 31 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT