gepubliceerd op 30 oktober 2019
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2008 tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
30 SEPTEMBER 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/07/2008 pub. 15/09/2008 numac 2008015141 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking sluiten tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/07/2008 pub. 15/09/2008 numac 2008015141 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking sluiten tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op het advies van het Directiecomité, gegeven op 11 september 2015;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 juni 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, gegeven op 1 februari 2019;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 7 juli 2017 ;
Gelet op het protocol van onderhandelingen 36/1 van het Sectorcomité VII-Buitenlandse Zaken, gesloten op 14 maart 2019 ;
Gelet op advies 66.441 van de Raad van State, gegeven op 20 augustus 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de ambtenaren van de carrière Buitenlandse Dienst, van de Kanselarijcarrière en van de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking geïntegreerd werden in de buitenlandse carrière of in de consulaire carrière en dat het bijgevolg passend is de begrippen ambtenaar van de carrière Buitenlandse Dienst, van de Kanselarijcarrière en van de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking te vervangen door deze van ambtenaar van de buitenlandse carrière en van de consulaire carrière;
Overwegende dat, om te genieten van een dienstvrijstelling voor het vervullen van een internationale opdracht, zoals voorzien in artikel 99, tweede lid, 1°, c) van het koninklijk besluit van 19 november 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/11/1998 pub. 28/11/1998 numac 1998002123 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen sluiten betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, de ambtenaren van de buitenlandse carrière die toegevoegd zijn aan een diplomatieke zending of een consulaire post voorafgaandelijk aan het hoofdbestuur toegevoegd dienen te worden;
Op de voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 22 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/07/2008 pub. 15/09/2008 numac 2008015141 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking sluiten tot regeling van de toekenning van een terugkeervergoeding voor bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, gewijzigd door het koninklijk besluit van 18 juni 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 1° worden de woorden « de carrière Buitenlandse Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière van de Attachés voor Internationale Samenwerking » vervangen door de woorden « de buitenlandse carrière en de consulaire carrière » ;2° in de bepaling onder 2° worden de woorden « van de carrière Hoofdbestuur » vervangen door de woorden « van het Rijkspersoneel van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ».
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het derde lid opgeheven.
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidende : «
Art. 2/1.§ 1. De betaling van de terugkeervergoeding wordt geschorst gedurende de periode waarin de ambtenaar geen recht op wedde heeft. § 2. In geval van schorsing van de betaling van deze vergoeding wordt de maximumduur van vijf jaar bedoeld in artikel 3, derde lid verlengd met een duur gelijk aan de schorsing voor zoverre de periode van de schorsing de vier jaar niet overschrijdt. § 3. De duur van de dienstvrijstelling toegestaan voor het verrichten van een internationale opdracht, zoals voorzien in artikel 99, tweede lid, 1°, c) van het koninklijk besluit van 19 november 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/11/1998 pub. 28/11/1998 numac 1998002123 bron ministerie van ambtenarenzaken Koninklijk besluit betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen sluiten betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen wordt niet in rekening gebracht bij de berekening van de totale duur van vijf jaar bedoeld in artikel 3, derde lid op de volgende voorwaarden: 1° de internationale opdracht heeft plaats buiten het Belgisch grondgebied ;2° de dienstvrijstelling toegekend voor het verrichten van een internationale opdracht overschrijdt de vier jaar niet.»
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt artikel 3 vervangen als volgt: «
Art. 3.De Minister van Buitenlandse Zaken of zijn afgevaardigde kan, na een met redenen omkleed voorstel van het Directiecomité en na gunstig advies van de Inspectie van Financiën, de toekenning van deze vergoeding na afloop van de drie eerste jaren verlengen voor de ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1° die een leidinggevende of een expertisefunctie uitoefenen die niet aan een andere ambtenaar kan toevertrouwd worden zonder verlies van kwaliteit en die daardoor hun behoud op het hoofdbestuur rechtvaardigt.
Deze verlenging wordt toegestaan voor een hernieuwbare periode van één jaar, met een maximum van twee jaar, onder dezelfde toekenningsvoorwaarden als deze vermeld in het eerste lid.
Het voordeel van deze vergoeding ten voordele van de ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, 1°, is beperkt tot een totale duur van vijf jaar vanaf hun toevoeging aan het hoofdbestuur."
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.De minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 september 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, D. REYNDERS