Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 november 2011
gepubliceerd op 12 december 2011

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2007 houdende de bemanningsvoorschriften voor de scheepvaartwegen van het Koninkrijk

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2011014281
pub.
12/12/2011
prom.
30/11/2011
ELI
eli/besluit/2011/11/30/2011014281/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007014082 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk sluiten houdende de bemanningsvoorschriften voor de scheepvaartwegen van het Koninkrijk


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van vaartuigen, artikel 17ter, ingevoegd bij de wet van 22 januari 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007014082 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk sluiten houdende de bemanningsvoorschriften voor de scheepvaartwegen van het Koninkrijk;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 mei 2011;

Gelet op advies 49.859/4 van de Raad van State gegeven op 13 juli 2011 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007014082 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk sluiten houdende de bemanningsvoorschriften voor de scheepvaartwegen van het Koninkrijk wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Reglement Scheepvaartpersoneel : het Reglement betreffende het Scheepvaartpersoneel op de Rijn, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 november 2011.; 2° binnenvaartcertificaat : a) het communautair certificaat afgegeven overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen of b) het communautair certificaat afgegeven overeenkomstig Richtlijn nr. 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen of c) het certificaat van onderzoek afgegeven overeenkomstig het Reglement betreffende het Onderzoek van Rijnschepen van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart in de versie die van kracht is;3° Commissie voor Onderzoek : de Commissie voor Onderzoek bedoeld in artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen;4° bemanningslid : eenieder die zich als schipper, stuurman, machinist, volmatroos, matroos-motordrijver, matroos, lichtmatroos of deksman aan boord van een schip bevindt;5° scheepvaartwegen van het Koninkrijk : de binnenwateren die in België zijn gelegen, de Belgische zeewateren inbegrepen, met uitzondering van de territoriale zee;6° vaartuig : een schip of een drijvend werktuig;7° schip : een binnenschip of een zeeschip;8° binnenschip : een schip dat uitsluitend of overwegend bestemd is voor de vaart op de binnenwateren;9° zeeschip : een schip dat is toegelaten voor de zee- of kustvaart en overwegend daartoe is bestemd;10° motorschip : een schip dat is bestemd voor het vervoer van goederen en gebouwd om door middel van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen zelfstandig te varen;11° havensleepboot : een schip voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen dat voor het slepen, het duwen of het assisteren van zeeschepen is gebouwd of uitgerust;12° sleepboot : een schip dat speciaal is gebouwd om te slepen;13° duwboot : een schip dat is gebouwd om te duwen en niet is bestemd voor zelfstandig vervoer van goederen;14° duwbak : een schip dat is bestemd voor het vervoer van goederen, gebouwd of geschikt gemaakt om te worden geduwd en dat niet is voorzien van eigen mechanische voortstuwingsmiddelen, ofwel wel is voorzien van eigen mechanische voortstuwings-middelen, doch die slechts voor verplaatsing van het schip over kleine afstanden geschikt zijn, wanneer het geen deel uitmaakt van een duwstel;15° hecht samenstel : een duwstel of een gekoppeld samenstel;16° duwstel : een hecht samenstel van vaartuigen, waarvan er ten minste één is geplaatst vóór het vaartuig met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel, dan wel voor de beide vaartuigen met motoraandrijving die dienen voor het voortbewegen van het samenstel en die worden aangeduid als "duwboot" of "duwboten". Hieronder wordt ook verstaan een duwstel dat is samengesteld uit een duwend en een geduwd vaartuig waarvan de koppelingen een beheerst knikken mogelijk maken; 17° gekoppeld samenstel : een samenstel van langszijde van elkaar vastgemaakte vaartuigen, waarvan er geen is geplaatst vóór het vaartuig met motoraandrijving dat dient voor het voortbewegen van het samenstel;18° bunkerschip : een schip dat bij andere schepen langsgaat in havens of gedurende de vaart, met als doel deze schepen te bevoorraden;19° bilgeboot : een schip dat bij andere schepen langsgaat in havens of gedurende de vaart, met als doel scheepsbedrijfsafval van deze schepen in te nemen;20° passagiersschip : een schip voor dagtochten of een hotelschip dat is gebouwd en ingericht voor het vervoer van meer dan 12 passagiers;21° schip voor dagtochten : een passagiersschip waarop zich geen hutten bevinden voor overnachting van passagiers;22° hotelschip : een passagiersschip waarop zich hutten bevinden voor overnachting van passagiers;23° stadsrondvaartboot : een schip voor dagtochten a) waarvan de vertreklocatie gelegen is in een stadskern en op binnenwateren van zone 4 bedoeld in bijlage I van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen waar gewoonlijk geen schepen voor het vervoer van goederen aanwezig zijn en b) wiens vaargebied gelegen is binnen een straal van maximaal 3 km van de vertreklocatie en alleen binnenwateren van zone 4 bedoeld in bijlage I van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen omvat waar gewoonlijk geen schepen voor het vervoer van goederen aanwezig zijn en c) met een ononderbroken maximale vaartijd van 2 uur per rondvaart;24° vaartijd : de tijd als bemanningslid aan boord van een schip dat een reis maakt;25° lengte (L) : de grootste lengte van de scheepsromp in meter, het roer en de boegspriet niet inbegrepen;26° breedte : de grootste breedte van de scheepsromp in meter, gemeten op de buitenkant van de huidbeplating (schoepraderen, schuurlijsten en dergelijke niet inbegrepen);27° Bestuur : de diensten van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, bevoegd voor de binnenvaart;28° Minister : de Minister die de binnenvaart binnen zijn bevoegdheid heeft.»

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op : 1° vlotten;2° schepen bestemd tot het redden van drenkelingen;3° oorlogsschepen en marinehulpschepen;4° schepen die eigendom zijn van of in dienst bij de overheid en die worden gebruikt voor een niet-commerciële openbare dienst;5° schepen bestemd of gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen, met een lengte van minder dan 20 meter;6° schepen niet bestemd of gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van goederen, met een waterverplaatsing van minder dan 15 m3;7° schepen waarmee uitsluitend niet bedrijfsmatig wordt gevaren, in het bijzonder pleziervaartuigen;8° zeevissersschepen;9° zeeschepen.»

Art. 3.In artikel 8, 7°, van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder c) vervangen als volgt : « c) houder zijn van een groot patent afgegeven overeenkomstig het Reglement Scheepvaartpersoneel ».

Art. 4.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « Reglement betreffende het verlenen van Rijnpatenten overeenkomstig de bepalingen van de Herziene Rijnvaartakte » vervangen door « Reglement Scheepvaartpersoneel ».

Art. 5.In artikel 10, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « bijlage I » vervangen door « bijlage A2 van het Reglement Scheepvaartpersoneel ».

Art. 6.In artikel 14, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden « bijlage K van het Reglement van Onderzoek » vervangen door « bijlage A4 van het Reglement Scheepvaartpersoneel ».

Art. 7.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1.Aan boord van elk schip, met uitzondering van havensleepboten, onbemande duwbakken en stadsrondvaartboten, moet zich in de stuurhut een vaartijdenboek bevinden overeenkomstig het model van bijlage A1 van het Reglement Scheepvaartpersoneel. Dit vaartijdenboek dient te worden bijgehouden overeenkomstig de daarin vervatte aanwijzingen. »; 2° in § 2 en § 3 worden de woorden « officieel scheepsnummer » vervangen door « uniek Europees scheepsidentificatienummer (ENI) »;3° in § 7 worden de woorden « bijlage K van het Reglement van Onderzoek » vervangen door « bijlage A4 van het Reglement Scheepvaartpersoneel ».

Art. 8.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het eerste lid vervangen als volgt : « Onverminderd de verplichting te beschikken over een binnenvaart-certificaat, moeten motorschepen, duwboten, duwstellen en passagiers-schepen die met een minimumbemanning worden geëxploiteerd, aan de volgende voorschriften voldoen : »;2° in § 1, 1°, worden de bepalingen onder de letters g) en h) opgeheven;3° in § 2 worden de woorden « certificaat van onderzoek » vervangen door « binnenvaartcertificaat ».

Art. 9.Na artikel 19 van hetzelfde besluit wordt een artikel 19/1 ingevoegd luidende : «

Art. 19/1.§ 1. Voor de motorschepen van groep 1 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 17 voor de exploitatiewijze A2, mag vervangen worden door een schipper en een stuurman, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het schip is voorzien van de optische hulpmiddelen om te kunnen voldoen aan art.1.09, tweede lid, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van het algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren van het Koninkrijk; 2° het schip is bij het begin van de vaart vaarklaar en tijdens de vaart worden geen werkzaamheden verricht die betrekking hebben op het laad- of losklaar maken van het schip;3° het schip voldoet aan de Standaard S2. § 2. Voor de motorschepen van groep 2 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 17 voor de exploitatiewijze A1, mag vervangen worden door een schipper en een matroos, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het schip is voorzien van de optische hulpmiddelen om te kunnen voldoen aan artikel 1.09, tweede lid van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van het algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren van het Koninkrijk; 2° het schip is bij het begin van de vaart vaarklaar en tijdens de vaart worden geen werkzaamheden verricht die betrekking hebben op het laad- of losklaar maken van het schip;3° het schip voldoet aan de Standaard S2. § 3. Voor de motorschepen van groep 2 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 17 voor de exploitatiewijze A2, mag vervangen worden door een schipper, een stuurman en een lichtmatroos, mits het schip voldoet aan de Standaard S2. § 4. Voor de motorschepen van groep 3 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 17 voor de exploitatiewijze A1, mag vervangen worden door een schipper en een stuurman, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het schip onderbreekt de vaart gedurende de periode tussen 22 u 00 en 6 u 00;2° het schip is bij het begin van de vaart vaarklaar en tijdens de vaart worden geen werkzaamheden verricht die betrekking hebben op het laad- of losklaar maken van het schip;3° het schip is voorzien van de optische hulpmiddelen om te kunnen voldoen aan art.1.09, tweede lid, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van het algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren van het Koninkrijk; 4° het schip is uitgerust met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar en voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen of het Reglement betreffende het Onderzoek van schepen op de Rijn van de Centrale commissie voor de Rijnvaart in de versie die van kracht is;5° het schip voldoet aan Standaard S2 en zijn lengte overschrijdt niet de 110 m. § 5. Voor de motorschepen van groep 3 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 17 voor de exploitatiewijze A2, mag vervangen worden door twee schippers en een matroos, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het schip is uitgerust met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar en voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen of het Reglement betreffende het Onderzoek van schepen op de Rijn van de Centrale commissie voor de Rijnvaart in de versie die van kracht is;2° het schip voldoet aan Standaard S2 en zijn lengte overschrijdt niet de 110 m.»

Art. 10.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, a), 5°, worden de woorden « van een type dat goedgekeurd is door een bevoegde autoriteit » ingevoegd tussen de woorden « tachograaf » en « die »;2° in § 1, a), 6°, wordt het woord « ADNR » vervangen door « ADN »;3° in § 1, a), 9°, worden de woorden « het certificaat van onderzoek of » geschrapt;4° in § 1, b), 2°, wordt de vermelding « 10° » vervangen door « 9° ».

Art. 11.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « en bilgeboten, » ingevoegd tussen de woorden « bunkerschepen » en « met ».2° in § 1, a), 2°, worden de woorden « van een type dat goedgekeurd is door een bevoegde autoriteit » ingevoegd tussen de woorden « tachograaf » en « die »;3° in § 1, a), 6° wordt de tweede zin opgeheven;4° § 1, a), wordt aangevuld met een bepaling onder 7° luidende als volgt : « 7° deze vrijstelling dient samen met de plaats van waaruit de bunkeractiviteit wordt bedreven in de verklaring als bedoeld in bijlage III vermeld te worden.»

Art. 12.Na artikel 24 van hetzelfde besluit wordt een artikel 24/1 ingevoegd luidende : «

Art. 24/1.§ 1. Voor de hechte samenstellen en andere hechte samenstellingen van groep 1 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 22 voor de exploitatiewijze A2, mag vervangen worden door een schipper en een stuurman, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het vaartuig is voorzien van de optische hulpmiddelen om te kunnen voldoen aan art.1.09, tweede lid, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van het algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren van het Koninkrijk; 2° het vaartuig is bij het begin van de vaart vaarklaar en tijdens de vaart worden geen werkzaamheden verricht die betrekking hebben op het laad- of losklaar maken van het vaartuig;3° het vaartuig voldoet aan de Standaard S2. § 2. Voor de hechte samenstellen en andere hechte samenstellingen van groep 2 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 22 voor de exploitatiewijze A1, mag vervangen worden door een schipper en een matroos, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het vaartuig is voorzien van de optische hulpmiddelen om te kunnen voldoen aan art.1.09, tweede lid van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van het algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren van het Koninkrijk; 2° het vaartuig is bij het begin van de vaart vaarklaar en tijdens de vaart worden geen werkzaamheden verricht die betrekking hebben op het laad- of losklaar maken van het vaartuig;3° het vaartuig voldoet aan de Standaard S2. § 3. Voor de hechte samenstellen en andere hechte samenstellingen van groep 2 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 22 voor de exploitatiewijze A2, mag vervangen worden door een schipper, een stuurman en een lichtmatroos, mits het vaartuig voldoet aan de Standaard S2. § 4. Voor de hechte samenstellen en andere hechte samenstellingen van groep 3 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 22 voor de exploitatiewijze A1, mag vervangen worden door een schipper en een stuurman, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het vaartuig onderbreekt de vaart gedurende de periode tussen 22 u 00 en 6 u 00;2° het vaartuig is bij het begin van de vaart vaarklaar en tijdens de vaart worden geen werkzaamheden verricht die betrekking hebben op het laad- of losklaar maken van het vaartuig;3° het vaartuig is voorzien van de optische hulpmiddelen om te kunnen voldoen aan art.1.09, tweede lid van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2006 houdende vaststelling van het algemeen politiereglement voor de scheepvaart op de binnenwateren van het Koninkrijk; 4° het vaartuig is uitgerust met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar en voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen of het Reglement betreffende het Onderzoek van schepen op de Rijn van de Centrale commissie voor de Rijnvaart in de versie die van kracht is;5° het vaartuig voldoet aan Standaard S2. § 5. Voor de hechte samenstellen en andere hechte samenstellingen van groep 3 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 22 voor de exploitatiewijze A2, mag vervangen worden door twee schippers en een matroos, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het vaartuig is uitgerust met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar en voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen of het Reglement betreffende het Onderzoek van schepen op de Rijn van de Centrale commissie voor de Rijnvaart in de versie die van kracht is;2° het vaartuig voldoet aan Standaard S2. § 6. Voor de hechte samenstellen en andere hechte samenstellingen van groep 4 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 22 voor de exploitatiewijze A1, mag vervangen worden door een schipper, een stuurman en een matroos, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het vaartuig is uitgerust met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar en voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen of het Reglement betreffende het Onderzoek van schepen op de Rijn van de Centrale commissie voor de Rijnvaart in de versie die van kracht is;2° het vaartuig voldoet aan Standaard S2. § 7. Voor de hechte samenstellen en andere hechte samenstellingen van groep 4 geldt dat de minimumbemanning die is voorgeschreven op basis van artikel 22 voor de exploitatiewijze A2, mag vervangen worden door twee schippers, een stuurman en een matroos, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het vaartuig is uitgerust met een éénmansstuurstelling voor het varen op radar en voldoet aan de daarop betrekking hebbende bepalingen van het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen of het Reglement betreffende het Onderzoek van schepen op de Rijn van de Centrale commissie voor de Rijnvaart in de versie die van kracht is;2° het vaartuig voldoet aan Standaard S2.

Art. 13.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 25.§ 1. De minimumbemanning van sleepboten is zoals bepaald in de tabel van bijlage VI, deel a). § 2. De minimumbemanning van havensleepboten is zoals bepaald in de tabel van bijlage VI, deel b). »

Art. 14.Na artikel 25 van hetzelfde besluit wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd luidende : « HOOFDSTUK IXbis Minimumbemanning van passagiersschepen

Art. 25/1.§ 1. Onverminderd de artikelen 25/2, 25/3 en 25/4 is de minimumbemanning van passagiersschepen zoals bepaald in de tabel van bijlage VII voor schepen voor dagtochten en bijlage VIII voor hotelschepen. § 2. Voor schepen voor dagtochten en hotelschepen die zonder passagiers aan boord varen, wordt de minimumbemanning bepaald overeenkomstig Hoofdstuk V. § 3. De in de tabellen in bijlagen VII en VIII voorgeschreven matrozen mogen door lichtmatrozen worden vervangen, die een minimumleeftijd van 17 jaar hebben bereikt, zich ten minste in het derde leerjaar bevinden en een jaar vaartijd in de binnenvaart kunnen aantonen. § 4. De in de tabel in bijlage VII voorgeschreven minimumbemanning voor schepen voor dagtochten 1° van groep 2, exploitatiewijze A1, Standaard S2 en 2° van de groepen 3 en 5, exploitatiewijze A1, Standaard S1 kan voor een ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden in een kalenderjaar met een lichtmatroos die een schippersschool bezoekt, worden verminderd.Opeenvolgende periodes met een verminderde bemanning worden met een periode van minimaal één maand onderbroken.

Het bezoek aan de schippersschool wordt aangetoond met een verklaring van de schippersschool die zich aan boord bevindt, waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de lichtmatroos bedoeld in § 3. § 5. De in de tabel in bijlage VIII voorgeschreven minimumbemanning voor hotelschepen van groep 3, exploitatiewijze A1, standaard S1 kan voor een ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden in een kalenderjaar met een lichtmatroos, die een schippersschool bezoekt worden verminderd. Opeenvolgende periodes met een verminderde bemanning worden met een periode van minimaal één maand onderbroken.

Het bezoek aan de schippersschool wordt aangetoond met een verklaring van de schippersschool die zich aan boord bevindt, waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven.

Art. 25/2.§ 1. Voor schepen voor dagtochten van de groepen 2, 3 en 4 geldt dat de minimumbemanning voorgeschreven op basis van artikel 25/1, § 1, voor de exploitatiewijze A1 mag vervangen worden door de volgende minimumbemanning, mits de schipper het aantal passagiers dat aan boord is schriftelijk vastlegt voor het begin van de vaart en telkens na elke onderbreking van de vaart, wanneer passagiers inschepen of ontschepen : 1° voor schepen van groep 2 die minder dan 76 passagiers aan boord hebben : de minimum-bemanning van groep 1 voor de exploitatiewijze A1, 2° voor de schepen van groep 3 die minder dan 251 passagiers aan boord hebben : de minimum-bemanning van groep 2 voor de exploitatiewijze A1;3° voor de schepen van groep 4 die minder dan 601 passagiers aan boord hebben : de minimum-bemanning van groep 3 voor de exploitatiewijze A1; § 2. Voor schepen voor dagtochten van groep 1 geldt dat de minimumbemanning voorgeschreven op basis van artikel 25/1, § 1, voor de exploitatiewijze A1, mag worden vervangen door een schipper en een lichtmatroos of een deksman van ten minste 18 jaar, mits voldaan wordt aan de volgende voorschriften : 1° het schip heeft een lengte van maximaal 45 meter en een capaciteit van maximaal 40 personen en 2° het schip onderbreekt de vaart gedurende een periode van ten minste 16 uur, waarin de periode van 22.00 uur tot 06.00 uur is gelegen. 3° de schipper legt het aantal passagiers dat aan boord is schriftelijk vast voor het begin van de vaart en telkens na elke onderbreking van de vaart, wanneer passagiers inschepen of ontschepen § 3.Ten aanzien van de in § 2 bedoelde schepen zijn in geval van vaart zonder passagiers de bepalingen van hoofdstuk VI van toepassing, mits het schip beschikt over vrij toegankelijke gangboorden die voldoen aan de in bijlage II, artikel 11.02, van Richtlijn 2006/87/EG gestelde eisen.

Art. 25/3.Voor schepen voor dagtochten die niet over een binnenvaartcertificaat beschikken en er overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 maart 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 01/04/2009 numac 2009003135 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 september 1998 betreffende de nationale zijde van de eerste serie euromuntstukken type koninklijk besluit prom. 19/03/2009 pub. 08/04/2009 numac 2009022162 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen nog niet over dienen te beschikken, wordt vrijstelling verleend van de in tabel VII voorgeschreven minimumbemanning voor de exploitatiewijze A1, mits de minimumbemanning bestaat uit een schipper en een matroos.

Deze vrijstelling eindigt van zodra het schip over een binnenvaartcertificaat beschikt of erover dient te beschikken overeenkomstig voormeld koninklijk besluit.

Art. 25/4.De minimumbemanning van stadsrondvaartboten is beperkt tot één schipper.

In afwijking van artikel 8, 7°, mag deze functie ook worden uitgeoefend door een persoon die geen houder is van één van in voormeld artikel bedoelde attesten, op voorwaarde dat hij houder is van een beperkt stuurbrevet voor de pleziervaart, afgegeven in overeenstemming met het koninklijk besluit van 2 juni 1993 betreffende het stuurbrevet vereist voor het bevaren van de scheepvaartwegen van het Rijk met betrekking tot zekere categorieën van pleziervaartuigen.

De schipper dient bovendien houder te zijn van : 1° het aanvullend getuigschrift passagiers, vereist voor het vervoer van meer dan twaalf personen buiten de bemanning, bedoeld in artikel 41 van het koninklijk besluit van 23 december 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1998 pub. 30/12/1998 numac 1998014337 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit betreffende het verkrijgen van vaarbewijzen voor het besturen van binnenvaartuigen bestemd voor het goederen- en personenvervoer sluiten betreffende het verkrijgen van de vaarbewijzen voor het besturen van binnenvaartuigen bestemd voor het goederen- en personenvervoer.2° een attest met betrekking tot een voldoende kennis van eerste hulp bij ongevallen.»

Art. 15.In artikel 26 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : « Wanneer de uitrusting van een motorschip, een duwboot, een hecht samenstel, een andere hechte samenstelling of een passagiersschip niet voldoet aan de Standaard S1 bedoeld in artikel 16, dient de minimumbemanning als bedoeld in de artikelen 17, 22 en 25/1 : »;2° in het eerste lid, b) worden de woorden « bedoeld in afdeling VIII » geschrapt.

Art. 16.In artikel 28, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de vermelding « IX » vervangen door « IXbis ».

Art. 17.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 29.§ 1. Tot 31 december 2012 kunnen bemanningsleden van passagiersschepen die niet beschikken over een medische verklaring zoals bedoeld in artikel 9 en een dienstboekje zoals bedoeld in artikel 10, beschouwd worden als leden van de minimumbemanning voor toepassing van hoofdstuk IXbis, mits zij voldoen aan volgende bekwaamheidseisen : a) voor de matroos : ten minste 17 jaar zijn en minstens twee kalenderjaren als lid van een dekbemanning van een passagiersschip de binnenvaart hebben beoefend;b) voor de matroos-motordrijver : ten minste 18 jaar zijn, minstens twee kalenderjaren als lid van een dekbemanning van een passagiersschip de binnenvaart hebben beoefend en elementaire kennis op het gebied van motoren bezitten;c) voor de volmatroos : ten minste 19 jaar zijn en minstens drie kalenderjaren als lid van een dekbemanning van een passagiersschip de binnenvaart hebben beoefend;d) voor de stuurman : ten minste 21 jaar zijn en minstens vier kalenderjaren als lid van een dekbemanning van een passagiersschip de binnenvaart hebben beoefend. § 2. Het bewijs van de ervaring als lid van een dekbemanning van een passagiersschip dient te worden geleverd door middel van een verklaring van de werkgever met vermelding van de schepen waarop de diensten werden verricht en een op dezelfde periode betrekking hebbend attest van inschrijving bij de dienst maatschappelijke zekerheid voor de binnenvaart. § 3. De in § 1 bedoelde bemanningsleden kunnen tot 31 december 2012 een dienstboekje bekomen met vermelding van de bekwaamheid bedoeld in artikel 8, mits voorlegging van de in § 2 bedoelde bewijsstukken en mits ze beschikken over een medische verklaring zoals bedoeld in artikel 9. § 4. Tot 31 december 2012 kunnen bestuurders van stadrondvaartboten hun functie vervullen zonder te beschikken over de attesten bedoeld in artikel 25/4 van dit besluit. »

Art. 18.De bijlagen I en II bij hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 19.De bijlage III bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage 1 bij dit besluit.

Art. 20.In hetzelfde besluit worden ingevoegd : 1° een bijlage VI « Minimumbemanning van sleepboten », gevoegd als bijlage 2 bij dit besluit;2° een bijlage VII « Minimumbemanning van schepen voor dagtochten », gevoegd als bijlage 3 bij dit besluit;3° een bijlage VIII « Minimumbemanning van hotelschepen » gevoegd als bijlage 4 bij dit besluit.

Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2012.

Art. 22.De Minister bevoegd voor het vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 november 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage 1 Bijlage III bij het koninklijk besluit van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007014082 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk sluiten houdende de bemanningsvoorschriften voor de scheepvaartwegen van het Koninkrijk Verklaring inzake de minimumbemanning voor binnenschepen op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk Koninklijk besluit van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007014082 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk sluiten houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk

1.

Naam van het schip

:

2.

Type van het schip

:

3.

Naam en adres van de eigenaar

:

4.

Uniek Europees scheepsidentificatienummer

:

5.

Plaats en nummer van teboekstelling

:

6.

Land van teboekstelling of thuishaven

:


7.

Gelet op het communautair certificaat of het certificaat van onderzoek nr., geldig tot

8.

Gelet op het resultaat van het onderzoek van de Commissie voor Onderzoek van Antwerpen op

9.

Uitrusting van het schip op grond van art. 16 van voormeld koninklijk besluit : Het schip voldoet aan de voorschriften van art. 16, § 1, S1

9.

Uitrusting van het schip op grond van art. 16 van voormeld koninklijk besluit : Het schip voldoet niet aan de voorschriften van art. 16, § 1, S1 De minimumbemanning wordt op grond van art. 26 of art. 27 als volgt verhoogd :


Exploitatiewijze

A1

A2

B

Matroos


Vervanging matroos door matroos-motordrijver


10.

Plaats van waaruit de bunkeractiviteit wordt bedreven :

11.

Het schip mag varen op basis van de voorschriften van art. 20, § 1, a).

Om te varen op basis van deze voorschriften moet het schip beantwoorden aan de exploitatievoorwaarden die daar zijn omschreven.

12.

De geldigheid van deze verklaring eindigt op

13.

Afgegeven te Antwerpen op


14.(Stempel)

De Commissie voor Onderzoek


Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 30 november 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage 2 Bijlage VI bij het koninklijk besluit van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007014082 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk sluiten houdende de bemanningsvoorschriften voor de scheepvaartwegen van het Koninkrijk a) Minimum bemanning van sleepboten

Groep volgens het vermogen P*

Bemanningsleden

Aantal bemanningsleden bij de exploitatiewijze A1, A2 of B

A1

A2

B

1

P < 500 kW

schipper matroos machinist of matroos-motordrijver

1 1 -

1 1 -

2

2

500 kW < P <= 1250 kW

schipper matroos machinist of matroos-motordrijver

1 1 -

2 -

2 1

3

P > 1250 kW

schipper matroos machinist of matroos-motordrijver

1 1 1

2 1 1

2 2 1


*P = het vermogen van de voorstuwingsmotoren in kW b) Minimumbemanning van havensleepboten

Groep volgens de kracht F *

Bemanningsleden

Aantal

F < 15 ton

Schipper Matroos

1 1

F > 15 ton

Schipper Machinist of stuurman of Matroos

1 1


*F = de maximale trekkracht (bollard pull) die het schip via een sleepdraad kan uitoefenen op een te slepen object als aangegeven op een certificaat afgegeven door een daartoe erkende organisatie of, bij gebreke daaraan een trekkracht berekend op basis van 20 kg/kW van het geïnstalleerde voortstuwingsvermogen Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 30 november 2011. ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage 3 Bijlage VII bij het koninklijk besluit van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007014082 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk sluiten houdende de bemanningsvoorschriften voor de scheepvaartwegen van het Koninkrijk Minimum bemanning van schepen voor dagtochten

Groep

Bemanningsleden

Aantal bemanningsleden bij de exploitatiewijze A1, A2 of B en voor de uitrustingsstandaard S1, S2

A1

A2

B

S1

S2

S1

S2

S1

S2

1


Toegestaan aantal passagiers : tot en met 75

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

1 - - 1 - -

2 - - 1 - -

2 - - 2 - -

2 - 1 - 1 -

2


Toegestaan aantal passagiers : van 76 tot en met 250

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

1 of 1 -- -- 1- 1- -1

1 - - 1 1 -

2 - - - 11) 1

2 - - 1 11) 1


3


Toegestaan aantal passagiers : van 251 tot en met 600

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

1 of 1 -- 11 -- -2 1-

1 - 1 - 1 -

2 - - 1 - 1

2 - - - 1 1

3 1 1

3 - - - 1 1

4

Toegestaan aantal passagiers : van 601 tot en met 1 000

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

1 1 - 1 11) 1

1 1 - - 21) 1

2 - - 2 - 1

2 - 1 - 1 1

3 2 1

3 1 1 1

5

Toegestaan aantal passagiers : van 1 001 tot en met 2 000

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

2 ou 2 -- -- 32 -2 11

2 - 1 1 1 1

2 - - 3 11) 1

2 - 1 1 21) 1

3 3 11) 1

3 1 1 21) 1

6

Toegestaan aantal passagiers : meer dan 2 000

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

2 3 11) 1

2 1 1 21) 1

2 - - 4 - 1

2 - 1 2 1 1

3 4 11) 1

3 1 2 21) 1

1) De lichtmatroos of een van de lichtmatrozen mag worden vervangen door een deksman


Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 30 november 2011. ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage 4 Bijlage VIII bij het koninklijk besluit van 9 maart 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/03/2007 pub. 16/03/2007 numac 2007014082 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende de bemanningsvoorschriften op de scheepvaartwegen van het Koninkrijk sluiten houdende de bemanningsvoorschriften voor de scheepvaartwegen van het Koninkrijk Minimumbemanning van hotelschepen

Groep

Bemanningsleden

Aantal bemanningsleden bij de exploitatiewijze A1, A2 of B en voor de uitrustingsstandaard S1, S2

A1

A2

B

S1

S2

S1

S2

S1

S2

1

Toegestaan aantal bedden : tot en met 50

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

1 - 1 - - 1

1 2 1

2 - - 1 - 1

2 1 1

3 - - 1 - 1

3 - - - 1 1

2

Toegestaan aantal bedden : van 51 tot en met 100

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

1 1 1 1

1 1 - - 1 1

2 - - 1 - 1

2 1 1

3 - - 1 - 1

3 - - - 1 1

3

Toegestaan aantal bedden : meer dan 100

schipper stuurman volmatroos matroos lichtmatroos machinist of matroos-motordrijver

1 of 1 11 -- 21 -2 11

1 1 - 1 1 1

2 - - 3 1

2 - 1 1 1 1

3 3 1

3 - 1 1 1 1


Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 30 november 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

^