gepubliceerd op 30 juli 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vorming en tewerkstelling; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023 betreffende de vorming en tewerkstelling
30 MEI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vorming en tewerkstelling; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023 betreffende de vorming en tewerkstelling (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard : a) de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de vorming en tewerkstelling;b) de als bijlage 2 overgenomen de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023 betreffende de vorming en tewerkstelling.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 mei 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage 1 Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023 Vorming en tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 6 oktober 2023 onder het nummer 182851/CO/215)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied, duur en draagwijdte
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2025.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst volgt op de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende vorming en tewerkstelling (registratienummer 169332/CO/215).
HOOFDSTUK II. - Risicogroepen
Art. 3.Dit hoofdstuk wordt gesloten in uitvoering van : - wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), titel XIII, hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006), laatst gewijzigd door de wet ter ondersteuning van de werkgelegenheid van 30 december 2009; - koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I); - koninklijk besluit van 21 juli 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014012133 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende vaststelling van de nadere regelen en voorwaarden waaraan het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in het artikel 190, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen moeten voldoen sluiten houdende vaststelling van de nadere regelen en voorwaarden waaraan het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in het artikel 190, § 3 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) moeten voldoen; - de activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren voor de periode 2019-2020, wet van 26 juni 2019 tot uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020, Belgisch Staatsblad van 17 juni 2019.
Art. 4.De werkgevers zetten voor de periode van 1 januari 2023 tot 31 december 2024 hun inspanning verder van 0,10 pct. voor personen die behoren tot de risicogroepen. Deze inspanning wordt berekend op grond van het volledige loon van de bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.
Binnen het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) wordt door de ondertekenende organisaties beslist welke vormings- en opleidingsinitiatieven verder ontwikkeld worden ten gunste van de personen die behoren tot de risicogroepen of op wie een begeleidingsplan van toepassing is.
De personen die behoren tot de risicogroepen zijn werkzoekenden en werknemers die door opleidingsinitiatieven hun werkgelegenheid kunnen behouden of hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen verhogen.
De betaling wordt verricht aan het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van de kleding- en confectienijverheid", zoals voorzien in artikel 3 van de statuten van dit fonds. Het sociaal waarborgfonds draagt deze bedragen over aan het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC).
Art. 5.Van deze inspanning is 0,05 pct. te besteden in overeenstemming met het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot wijziging van het voornoemde koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten.
Artikel 1 van het voorgenoemd koninklijk besluit identificeert de volgende personen als behorend tot de risicogroepen : 1° de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;2° de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag;3° de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding;4° de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid;5° de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming, hetzij in het kader van een instapstage. Artikel 2 van het voorgenoemd koninklijk besluit bepaalt dat minstens de helft van de 0,05 pct. (0,025 pct.) moet worden besteed aan de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn zoals bepaald in artikel 1 van het voorgenoemde koninklijk besluit (artikel 1, 3°, 4° en 5° ).
Met betrekking tot deze inspanningen zal het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) bijzondere aandacht besteden aan het maximaal realiseren van ingroeibanen voor jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn.
Elke jongere komt in aanmerking voor een ingroeibaan ongeacht de aard van de overeenkomst (IBO, duaal of alternerend leertraject, arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde duur, uitzendarbeid,...).
IVOC krijgt daarnaast de opdracht om bijkomende ondersteunende en acties te ontwikkelen voor de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn.
De sectorale sociale partners bepalen daartoe de nodige modaliteiten en voorwaarden.
HOOFDSTUK III. - Opleidingsinspanningen
Art. 6.Dit hoofdstuk wordt gesloten in uitvoering van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (de "arbeidsdeal") - hoofdstuk 12, Investeren in opleiding.
Art. 7.Voor de periode van 1 januari 2023 tot 31 december 2024 bedraagt de sectorale bijdrage 0,20 pct. op de lonen ten gunste van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC).
Deze bijdrage wordt berekend op grond van het volledige loon van de bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.
Binnen het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) wordt door de ondertekenende organisaties beslist welke vormings- en opleidingsinitiatieven zullen ontwikkeld worden met deze middelen.
IVOC zal hiervoor de nodige initiatieven ontwikkelen om, zoals in de vorige collectieve arbeidsovereenkomst-periode, in te staan voor een opleidingsinspanning van 2,5 dag per jaar.
Art. 8.§ 1. Artikel 54, § 1, 1° van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen bepaalt dat vanaf 2023 elke werknemer recht heeft op 4 individuele opleidingsdagen per jaar en vanaf 2024 op 5 individuele opleidingsdagen per jaar.
De sectorale sociale partners onderschrijven de doelstelling van de wetgever om te investeren in de opleiding van werknemers, maar wensen in uitvoering van artikel 54, § 2 af te wijken van het groeipad zoals voorzien in artikel 54, § 1, 1°. Dit artikel laat toe om af te wijken van het groeipad zonder evenwel afbreuk te doen aan de reeds verworven opleidingsrechten van werknemers.
Het volgende groeipad wordt overeengekomen onder de sociale partners : - 2023 : 2,5 individuele opleidingsdagen per jaar; - 2024 : 3 individuele opleidingsdagen per jaar; - 2025 : 3,5 individuele opleidingsdagen per jaar; - 2026 : 4 individuele opleidingsdagen per jaar; - 2027 : 5 individuele opleidingsdagen per jaar.
Artikel 54, § 2, 2de lid, stelt dat er geen afbreuk mag worden gedaan aan de reeds verworven rechten op opleiding van werknemers. Tot 30 juni 2023 had elke werknemer in de sector recht op 2,5 dagen opleiding. In afwijking van artikel 51, § 2 en artikel 58 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen wensen de sectorale sociale partners dit recht op minstens 2,5 individuele opleidingsdagen per jaar te herbevestigen.
De ondernemingen bedoeld in artikel 51, § 2 en artikel 58 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen moeten evenwel niet voldoen aan het groeipad zoals bepaald in artikel 8, § 1, derde lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De opleidingen die in aanmerking worden genomen voor de invulling van het individueel recht op opleiding zijn de opleidingen zoals bepaald door artikel 50, § 1, a) en b) en artikel 54, § 1, 4° : - formele opleiding : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme; - informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld hierboven die rechtstreeks betrekking hebben op het werk. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden; - de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid bedoeld in de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Opleidingsuren zijn volledig gelijkgesteld met normale werkuren voor wat betreft het loon en de eventuele andere looncomponenten waarop de werknemer recht heeft. § 3. De werkgever is verplicht om de werknemer elk jaar in december te informeren over de openstaande opleidingsrechten. Artikel 57 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen bepaalt dat elke werknemer op het einde van een periode van 5 jaar zijn volledige opleidingsrechten moet hebben genoten. Deze verplichting draagt aldus bij tot de realisering van artikel 57.
Wanneer blijkt dat de werknemer onvoldoende opleiding heeft gevolgd op jaarbasis, zal er in de bevoegde overlegorganen worden gekeken hoe dit recht beter kan worden ingevuld in het komende jaar. Bij ontstentenis van een ondernemingsraad of syndicale afvaardiging zal dit op individuele basis gebeuren. § 4. De realisatie van het groeipad wordt nagestreefd door : - het opleidingsaanbod van IVOC beter en ruimer bekend te maken aan werkgevers en werknemers; - het formele opleidingsaanbod van IVOC verder uit te breiden; - via IVOC acties te ondernemen om de participatiegraad aan formele opleidingen te verhogen; - werkgevers aan te moedigen om alle, zowel formele als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren. § 5. De werkgever is verplicht om een individuele opleidingsrekening bij te houden voor elke werknemer waarin de formele en informele opleidingsinspanningen worden geregistreerd. Deze opleidingsrekening helpt de werkgever bij de realisatie van artikel 8, § 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, alsook de werknemer bij de realisatie van het individueel opleidingsrecht. Artikel 55, § 2 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen bepaalt een minimumkader voor de opleidingsrekening. De sectorale sociale partners onderschrijven dit minimumkader als verplichte basis voor de opleidingsrekening, met de mogelijkheid om dit op ondernemingsniveau verder aan te vullen en verfijnen. De werkgevers uit de sector kunnen hiervoor ook een beroep doen op het model van opleidingsrekening dat reeds is opgemaakt door IVOC.
HOOFDSTUK IV. - Opleidingsplannen
Art. 9.Dit hoofdstuk wordt gesloten in uitvoering van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (de "arbeidsdeal") - hoofdstuk 9, Opleidingsplannen.
Art. 10.Artikel 36 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen verplicht elke werkgever om één keer per burgerlijk jaar, vóór 31 maart, een opleidingsplan op te stellen voor hun werknemers in de schoot van de onderneming. Een bijzondere aandacht dient te gaan naar de risicogroepen en bij de uitwerking van het plan dient de genderdimensie in aanmerking te worden genomen. Voorafgaand legt de werkgever dit opleidingsplan voor aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging, ten minste 15 dagen vóór de vergadering die wordt gepland met het oog op het onderzoeken ervan. De ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, geeft advies over het ontwerp tegen uiterlijk 15 maart.
De sectorale sociale partners onderschrijven het belang van de opleidingsplannen in het kader van de realisatie van de opleidingsrechten van werknemers. Evenwel erkennen zij de bijkomende administratieve last die hierdoor wordt gecreëerd voor ondernemingen.
Daarbij kan IVOC assistentie verlenen voor de uitvoering van artikel 36 (opmaak opleidingsplan) en artikel 38 (verzending naar de bevoegde federale overheidsdienst).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage 2 Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2023 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023 betreffende de vorming en tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 24 november 2023 onder het nummer 184096/CO/215) I. Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.
II. Bepalingen
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten ter wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2023 betreffende vorming en tewerkstelling (182851/CO/215) met het oog op het verduidelijken van de inspanning ten aanzien van jongeren onder 26 jaar in het kader van risicogroepen.
Art. 3.Artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende vorming en tewerkstelling van 19 september 2023 (182851/CO/215) wordt vervangen door wat volgt : "Het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) besteedt minstens 0,05 pct. aan jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en tot de risicogroepen behoren.
Dit voor het maximaal realiseren van ingroeibanen voor jongeren onder 26 jaar. Elke jongere komt in aanmerking voor een ingroeibaan ongeacht de aard van de overeenkomst (IBO, duaal of alternerend leertraject, arbeidsovereenkomst van bepaalde of onbepaalde duur, uitzendarbeid,...).
IVOC krijgt de opdracht om in dit kader ondersteunende en bijkomende acties te ontwikkelen. De sectorale sociale partners bepalen daartoe de nodige modaliteiten en voorwaarden.".
III. Slotbepaling
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023 en treedt buiten werking op 31 december 2024.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 30 mei 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE