gepubliceerd op 08 augustus 2013
Koninklijk besluit betreffende de instelling van een systeem voor de toekenning van garanties van oorsprong voor elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen
30 JULI 2013. - Koninklijk besluit betreffende de instelling van een systeem voor de toekenning van garanties van oorsprong voor elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en 2003/30/EG;
Gelet op de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 7, § 1, eerste lid, 1°, gewijzigd bij de wetten van 22 december 2008, 8 januari 2012, 29 maart 2012 en 27 december 2012;
Gelet op het voorstel van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, gegeven op 29 maart 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 mei 2012;
Gelet op het advies van de Raad van State 52.565/3, gegeven op 9 januari 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 20 november 2012;
Gelet op het overleg met de gewestregeringen;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken en van de Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK1. - Definities
Artikel 1.§ 1. De definities bepaald in artikel 2 van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, hierna de wet, zijn van toepassing op dit besluit. § 2. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : « 1° "garantie van oorsprong" : een elektronisch document dat uitsluitend tot doel heeft aan de eindafnemer te bewijzen dat een bepaald aandeel of een bepaalde hoeveelheid energie geproduceerd is op basis van hernieuwbare bronnen, zoals voorgeschreven in artikel 3(9) van de richtlijn 2009/72/EG en in artikel 15 van de richtlijn 2009/28/EG; 2° "databank garanties van oorsprong" : de databank bedoeld in artikel 6, gecentraliseerd en beheerd door de commissie, die de toegekende garanties van oorsprong evenals de erin opgenomen gegevens verzamelt;3° "conformiteitsattest" : het certificaat van oorsprongsgarantie bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 16 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/07/2002 pub. 23/08/2002 numac 2002011314 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen sluiten betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen. HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden en procedure voor het toekennen van garanties van oorsprong voor groene stroom geproduceerd door de installaties bedoeld in artikel 6 van de wet
Art. 2.§ 1. De garanties van oorsprong worden door de commissie toegekend aan producenten die houder zijn van een concessie bedoeld in artikel 6 van de wet, of aan de houder van een concessie zoals bedoeld in artikel 20 van het koninklijk besluit van 20 december 2000Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2000 pub. 30/12/2000 numac 2000011535 bron ministerie van economische zaken Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit water, stromen of winden, in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerecht sluiten betreffende de voorwaarden en de procedure voor de toekenning van domeinconcessies voor de bouw en de exploitatie van installaties voor de productie van elektriciteit uit water, stromen of winden, in de zeegebieden waarin België rechtsmacht kan uitoefenen overeenkomstig het internationaal zeerechtevenals van een conformiteitsattest. § 2. Een aanvraag voor de toekenning van garanties van oorsprong wordt gericht aan de commissie. Deze aanvraag gebeurt door middel van een formulier opgesteld door de commissie en volgens de door haar bepaalde nadere regels. De aanvrager voegt bij dit formulier een door de erkende keuringsinstelling voor eensluidend verklaarde kopie van het conformiteitsattest dat hem werd toegekend. § 3. De commissie gaat na of het aanvraagformulier correct en volledig is ingevuld. Indien zij vaststelt dat de aanvraag onvolledig is, informeert zij de aanvrager hiervan binnen een termijn van maximum vijftien werkdagen na ontvangst van het aanvraagformulier. Zij preciseert waarom het formulier onvolledig is. De termijn die aan de aanvrager verleend wordt om hem toe te laten om zijn aanvraag te vervolledigen wordt bepaald op vijftien werkdagen na ontvangst van het formulier dat het onvolledig karakter van de aanvraag signaleert. § 4. Binnen een termijn van één maand na ontvangst van het correcte en volledige formulier, gaat de commissie na of de aanvrager aan de voorwaarden voor toekenning van de garanties van oorsprong beantwoordt en maakt zij haar beslissing aan hem bekend. De commissie is verplicht de aanvrager die haar daarom verzoekt te horen. § 5. Elke aanvrager deelt aan de commissie elke wijziging mee van de in het aanvraagformulier opgenomen gegevens, binnen de vijftien dagen, en ten laatste vóór de volgende toekenning van garanties van oorsprong. § 6. Wanneer de commissie vaststelt dat de voorwaarden voor toekenning van garanties van oorsprong niet langer vervuld zijn of dat de overgemaakte inlichtingen onjuist zijn, informeert zij hierover de houder van de domeinconcessie, bedoeld in artikel 6 van de wet. In dit geval heeft de Commissie een maand voor zijn finale beslissing bekend maken. Elke vertraging betreffende deze termijn moet behoorlijk gemotiveerd zijn. De commissie moet de aanvrager die haar daarom verzoekt, horen. De commissie beslist in voorkomend geval om geen garanties van oorsprong meer toe te kennen voor deze productie-installatie en past desgevallend de berekeningsmethode toe voorzien in artikel 3, § 1.
Art. 3.§ 1. De garanties van oorsprong worden toegekend op basis van de geïnjecteerde elektriciteit op het transmissie- of distributienet, geproduceerd vanaf 1 januari 2012 door een productie-installatie bedoeld in artikel 6 van de wet en waarvoor een conformiteitsattest werd afgeleverd. Deze geïnjecteerde elektriciteit wordt door de transmissie- of distributienetbeheerder gemeten ter hoogte van het aansluitingspunt. De transmissienetbeheerder of de distributienetbeheerder registreert de geïnjecteerde groene stroom en maakt de meetgegevens maandelijks per aansluitingspunt over aan de commissie.
Indien de elektrische energie gemeten op het aansluitingspunt deels afkomstig is van aangesloten productie-installaties die niet over een conformiteitsattest beschikken, dan wordt de basis voor de toekenning van garanties van oorsprong bepaald volgens een berekeningswijze opgesteld door de houder van de domeinconcessie. De berekeningswijze en het resultaat van de berekening worden aan de commissie voorgelegd ter goedkeuring. Deze berekeningswijze houdt rekening met de elektrische energie geproduceerd en afgenomen door de installaties dewelke over een conformiteitsattest beschikken en met de verliezen tussen de betrokken productie-installaties en het aansluitingspunt. § 2. Een garantie van oorsprong wordt afgeleverd voor een hoeveelheid groene stroom die overeenkomt met één MWh. § 3. Als een hoeveelheid van minder dan één MWh overblijft, mogen de overblijvende kWh worden overgedragen naar de volgende toekenningsperiode.
Art. 4.De garanties van oorsprong worden minstens één keer per kwartaal, in elektronische vorm, na aanvaarding van de aanvraag door de commissie toegekend.
De commissie verstuurt, minstens één keer per kwartaal, een document met het aantal garanties van oorsprong per productiemaand, en de codes ervan, aan de houder van de domeinconcessie bedoeld in artikel 6 van de wet.
In het geval dat de garanties van oorsprong niet binnen een termijn van 6 maand na de productiemaand zijn overgedragen aan de certificaatgerechtigde, omwille van een oorzaak waarvoor de certificaatgerechtigde niet verantwoordelijk is, kunnen deze garanties van oorsprong tot zes maanden na de toekenning ervan wordengebruikt.
De informatie vermeld op de garanties van oorsprong wordt bijgehouden en beheerd door de commissie in de databank bedoeld in artikel 6.
Art. 5.§ 1. Elke garantie van oorsprong bevat minstens de volgende gegevens : 1° de energiebron waarmee de energie is geproduceerd en de productiemaand;2° het feit datde garantie van oorsprong betrekking heeft op elektriciteit;3° de identiteit, de locatie, het type en de capaciteit van de installatie waar de energie is geproduceerd;4° of en in welke mate de installatie investeringssteun heeft gekregen, of en in welke mate de energie-eenheid op enige andere manier steun heeft gekregen uit enige nationale steunregeling, en het type steunregeling;5° de datum waarop de installatie operationeel is geworden;en 6° de datum en het land van afgifte en een uniek identificatienummer. § 2. Een garantie van oorsprong mag uitsluitend worden gebruikt binnen twaalf maanden na de productie van de desbetreffende energie-eenheid.
Na het verstrijken van deze geldigheidsduur of na gebruik wordt de garantie van oorsprong uit de markt genomen overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, § 3.
Art. 6.§ 1. De echtheid van de garanties van oorsprong wordt gewaarborgd door de registratie in een databank garanties van oorsprong gecentraliseerd en beheerd door de commissie.
De databank bevat voor elke garantie van oorsprong minstens de volgende gegevens : 1° de gegevens bedoeld in artikel 5, § 1;2° de identificatiegegevens van de houder van de garantie van oorsprong;3° desgevallend het registratienummer van de transactie;4° desgevallend de verkoopprijs van de garantie van oorsprong. § 2. De garanties van oorsprong die het voorwerp uitmaken van een transactie en de gegevens van de nieuwe houder worden door de verkoper van de garanties van oorsprong aan de commissie overgemaakt volgens de modaliteiten die zij bepaalt.
Binnen tien dagen na kennisgeving van een transactie van garanties van oorsprong geeft de commissie een registratienummer aan de transactie en past ze de gegevens in de databank aan. De overgedragen garanties van oorsprong worden ingeschreven op het debet van de rekening van de verkoper en op het krediet van de rekening van de koper. § 3. De garantie van oorsprong is niet meer overdraagbaar als : 1° ze gebruikt werd in een lidstaat om aan de eindafnemer aan te tonen dat een bepaald aandeel of een bepaalde hoeveelheid energie in de energiemix van een leverancier geproduceerd is op basis van hernieuwbare bronnen, zoals voorgeschreven in artikel 3(9) van de Richtlijn 2009/72/EG van 23 april 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit;2° de geldigheidstermijn ervan verstreken is. In deze gevallen wordt de garantie van oorsprong die afgeleverd werd door de commissie, opgenomen in het register van de garanties van oorsprong die uit de markt zijn genomen.
Art. 7.De commissie erkent de garanties van oorsprong die zijn uitgegeven door een gewest of een andere lidstaat als bewijs van de in artikel 5, § 1, bedoelde elementen. De commissie kan de garanties van oorsprong die zijn uitgegeven door een gewest of een andere lidstaat alleen weigeren te erkennen als zij gegronde twijfels heeft omtrent de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid of waarachtigheid daarvan. De commissie stelt de Europese Commissie van deze weigering en de motivering ervan in kennis. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 8.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 30 juli 2013.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, M. WATHELET